Woordenlijst: hier zijn de woorden verzameld die in de Vahini's op deze site door Sai Baba zijn uitgelegd aangevuld met woordbetekenissen uit het S'rîmad Bhâgavatam en Bhagavad Gîtâ.

 

|A|B|C|D|E|F|G|H|I|J|K|L|M|N|O|P|QR|S|T|U|V|W|XYZ|

Deze lijst in het Engels

P

  • Padaani: Woorden of stappen. 
  • Pada-artha: Woordbetekenis (SSV-17)
  • Padasevanam: Alles als een offer aan de voeten van de Heer neerleggen (PV-24)
  • Padma: lotus, de bloem van de lotusplant Nelumbium Speciosum die zich 's avonds sluit; vaak verward met de waterlelie of de Nymphaea Alba, die eraan verwant is.
    - Aanduiding van spirituele zuiverheid.
    - Pâdma: van de lotus, alles in verband met een lotus, ookwel naam voor een bepaalde
    Kalpa.
  • 'Pâhi': 'Weest beschermd'
  • Pakoda's: Lekkernijen (PV-18).
  • Pâncajanya: Naam van de schelphoorn gedragen door Vishnu (Krishna).
  • Pancha Prana's: De vijf vitale levensstromen: Prana, Apana, Vyana, Samana en Udana, elementen van Vayu (lucht) 
  • Pandava's: De vijf zonen van Pandu, hoofdfiguren uit de Mahabharata.
  • Pandit(a), Pundit: Schriftgeleerde.
  • Pându: een jongere broer van Dhritarâshthra, die jong stierf en vijf zoons, de Pândava's, achterliet in de hoede van Dhritarâshthra.
  • Papakarma: Zich overgeven aan het kwaad (PV-28)
  • Parabhakthi: Allerhoogste vorm van liefde (PV-11), God boven alles liefhebben. (PV-19)  
  • Param: hoger, transcendent, verheven zuiver geestelijk, bovenzinnelijk, voorbij aan.
  • Paramahamsa: (van parama: hoogste, en hamsa: zwaan). De meest verhevene van alle zelfgerealiseerden, of iemand die zoals een zwaan, een hamsa, die uit een mengsel van melk en water alleen de melk weet te halen, in staat is om in alle omstandigheden altijd alleen de Heer te zien, in wie hij volkomen opgaat.
  • Paramam Vyoma: de Grote Beschermer, gezegd van de Veda (SSV-23)
  • Paramananda: Allerhoogste, eeuwigdurende verrukking (SSV-22)
  • Paramartha: Het hoogste goed (PV-6) Parama Artha wil zeggen: deze wereld overstijgend, deze wereld die door lichaam en zintuigen begrensd is (Prasn-5)
  • Paramartha Vahini: Stroom van de hoogste Werkelijkheid (SSV-7)
  • Paramâtmâ: Het Universele Zelf, het Universele Bewustzijn, de universele geest, God (PV-6) (PV-9) (PV-10) (PV-11) (PV-18). Paramâtmâ: of vibhu-âtmâ (de Superziel): Volkomen expansie van Krishna (Bhagavân) die leeft in het hart van ieder levend wezen, in elk atoom van de stoffelijke schepping en zelfs tussen de atomen in. Hij vertegenwoordigt het overal plaatselijk aanwezige aspekt van de Absolute Waarheid en omvat de tussenfase van de drievoudige doorschouwing van de Heer.
  • Paramatmaswarupa: Alles is vorm geworden goddelijke Geest (PV-19)
  • Para(m)brahma(n): het Allerhoogste Brahman. De Persoonlijkheid van God, S'rî Krishna.
  • Parameshwara: De Superziel, de Absolute Meester. Allerhoogste Zelf (PV-5)
  • Paramparâ: ('de een na de ander') geestelijke erfopvolging. Voor de Hare Krishna's: de Brahmâ-Madva-Gaudiyâ-sampradâya.
    - Erfopvolging van geestelijk leraren die, zonder er ook maar iets aan te veranderen, het oorspronkelijke onderricht van de Heer van geslacht op geslacht hebben overgeleverd tot en met vandaag.
  • Paramparâ-methode: kennisoverdracht met het kritisch heraanpassen aan tijd en plaats van geestelijke kennis waarbij steeds naar de bron (Krishna) en Zijn toegewijden en geschriften wordt terugverwezen. De erfopvolging vanaf Brahmâ sampradaya is als volgt: Brahmâ, Nârada, Vyâsa, Madhva Muni (Pûrnaprajna), Padmanabha, Nrhari, Mâdhava, Aksobhya, Jayatîrtha, Jnânasindhu, Dayânidhi, Vidyânidhi, Râjendra, Jayadharma, Purusottama, Brahmanyatîrtha, Vyâsatîrtha, Laksmipati, Mâdhavendra Puri, Œsvara Puri, Srî Caitanya Mahâprabhu, Svarûpa Dâmodara en Srî Rupa Gosvâmi en anderen, Srî Raghunâtha dâsa Gosvâmi, Krsnadâsa Gosvâmi, Narottama dâsa Thâkura, Visvanâtha Cakravartî, Jagannâtha dâsa Bâbâjî, Bhaktivinoda Thakura, Gaurakisora dâsa Bâbâjî, Srimad Bhaktisiddhânta Sarasvatî, A. C. Bhaktivedanta Swami.
  • Paranjyothi: Eeuwig licht (PV-22)
  • Parartha: Het hogere goed (PV-6)
  • Parasakthi: Universele kosmische energie; allerhoogste energie. Ook: Allerhoogste godin, belichaming van de hoogste energie.
  • Parashurama: Râma met de bijl - de zesde Avatar van Vishnu; verschenen om de tirannie van de krijgerskaste te breken (RRV-8)
  • Parîkchit: Zoon van Uttarâ. Mahârâja, de keizer die als kind in de baarmoeder beschermd werd door Krishna en later de Yadu-dynastie voortzette. De eerste vedische vorst die de normen voor Kali-yuga bepaalde en vervloekt werd binnen een week te sterven door de zoon van een brahmana omdat hij een van hen niet correct behandelde. Hem werd toen het Srîmad Bhâgavatam voorgedragen door Sukadeva Gosvâmî, de zoon van Vyâsa Deva, de oorspronkelijke auteur van het boek over de Heer en Zijn toegewijden. Vishnurâta, Parîkchit als zijnde door Vishnu gezonden.
  • Paripurna: Volledig, volkomen, kompleet, geheel. Opperwezen, de volledig volkomene
  • Parsisme: de door Zarathoestra gestichte Oud-Perzische godsdienst in zijn huidige Indische vorm. Parsi: afstammeling van voor de islam naar India gevluchte aanhangers van de Zoroasterdienst. 
  • Pârvatî ('gebergte-vrouw'): dochter van de koning van de Himalaya, gemalin van Shiva. 
  • Pashupati: Heer Shiva als de heer der dieren. Aanbeden door de gopa's van Vraja in hoofdstuk 34 van Canto 10.
  • Passies, zes: De zes passies zijn die van de woorden, de geest, de woede, de tong, de maag en de geslachtsdelen (zie ook fouten, tamas, rajas en sattva).
  • Patala: Onderwereld (RRV-9)
  • Patanjali: een grote autoriteit ten aanzien van het astanga-yoga-systeem en auteur van de yoga-sûtra. (zie ook yoga)
  • Pathivratha bhakthi: Zuivere toewijding (PV-31)
  • Pindanda: de naam voor het innerlijk principe van de dualiteit, de ziener en het geziene, de verrichter van de daad en de daad zelf; 'de pupil'
  • Sri Srîmad A.C. Bhaktivedanta Swami Prabhupâda: Stichter-âcârya van de Internationale Gemeenschap voor Krishna-bewustzijn. 
  • Prajna: geleerdheid, kennis van het goddelijke, bewustzijn van de ware kennis van God.
  • Prahlâda: 'de vreugde van het begrijpen', zoon van de asura koning Hiranyakasipu en zijn vrouw Kayâdhu, maar beschermd en gered door de Heer.[SB, Canto 7, h5 t/m 10] [zie ook BG : 10-30]
  • Prâkrita: Toewijding op derde rangs, materieel nivo: men heeft nog geen duidelijk idee van Krishna en Zijn toegewijden. Van toepassing op christenen en moslims.
  • Prakriti: Schepping (PV-6), de wereld (PV-19) (PV-20); de stoffelijke natuur (apâra) met de levende wezens (parâprakriti). 
    - Er zijn negen soorten van scheppingen: de drie geaardheden van de materie [naar prakriti: hartstocht, goedheid en onwetendheid], de drie kwaliteiten naar deze geaardheden [naar
    vikriti: beweging, kennis en onbeweeglijkheid], en de drie soorten van voleinding welke dan de materiële verdelingen van de tijd vormen [naar kâla: het ten hemel varen van de mensen, het uitsterven van de diersoorten en het eindigen van de planten samen met het universum] S.B. 3.10:14.
  • Prana: de levensadem, de vitale adem.
    - Cosmische energie potent aanwezig in zuurstof; levensbewerkend principe dat het hele universum doordringt.
    Prana's: Vitale krachten van het menselijk lichaam: prana (pure levenskracht), vyana (bewaakt de bloedsomloop), samana en apana (zorgen voor de stofwisseling), udana (opwaartse stroom die spirituele ontwikkeling bevordert). (RRV-10c
  • Pranava: Heilige klank, bijv. AUM (PV-32)
  • Prânâyâma: adembeheersing door de vayu's of de beweging van de lucht zo te reguleren dat er welbehagen optreedt.
  • Prapatthi marga: De weg van overgave (PV-25)
  • Prarabdhakarma [Agami- en sanchitkarma]:  Zowel karma dat in de toekomst moet worden uitgewerkt als karma dat nu wordt uitgewerkt  (PV-15)
  • Prasâd(a): Offerande (voedsel, bloemen) aan God; genade; geschenk. Sattvisch voedsel is altijd vegetarisch. Guna-vrij voedsel, is eveneens vegetarisch en wordt liefdevol aan de Alvervulde (Krishna) geofferd, waarna men de overblijfselen als Zijn genade (prasâda) dankbaar tot zich neemt.
  • Prasanthi Nilayam: Verblijfplaats van de volmaakte vrede. Dit is de naam van de ashram van Sathya Sai Baba in Puttaparthi in India.
  • Prasthana Traya's: 'drie bronnen'; tot de gezaghebbende teksten waarin de grondgedachten van het spirituele aspect der Indiase cultuur zijn vastgelegd, moeten gerekend worden de Upanishads, de Brahmasutra en de Bhagavad Gîtâ, ofwel de 'drie bronnen', de Prasthana Traya's. (SSV-12)
  • Pratiloma: iemand uit een gemengd huwelijk tussen een vader van een lagere en een moeder van een hogere komaf. Komt ter sprake in SB 10.78: 24
    - Iets in tegenspraak met de natuurlijke gang van zaken of orde, tegengesteld, omgekeerd, strijdig, vijandig, onaangenaam, onplezierig.
  • Pratyagatma: Het innerlijke 'ik' (SSV-22)
  • Premâ: werkelijke, spontane, devotionele liefde voor/van God (Krishna), het resultaat van sraddhâ en bhavâ. Goddelijke, onbaatzuchtige Liefde (PV-1) (PV-11)
  • Premarasa: De geur van liefde (PV-17)
  • Premaswarupa: Belichaming van liefde (PV-1). De goddelijke Geest is de liefde zelf (PV-19)
  • Prema Sai: (Prema Baba, Prema Sai Baba) De derde en laatste belichaming van de Sai-Avatar. Hij zal enkele jaren na de dood van de huidige belichaming Sathya Sai geboren worden in Gunaparthi, een dorp dat gelegen is tussen Bangalore en Mysore.
  • Prema Vahini: Stroom van Liefde (PV-1)
  • Prithâ: Arjuna's moeder, vrouw van Pându ; zie Kuntî.
  • Priya: Gods vriend (PV-24)
  • Profiteur: filognostisch equivalent voor zondaar of gevallen ziel. Naar het ideaal van volle zelfverantwoordelijkheid is iedereen een profiteur die meer neemt dan teruggeeft. Zoals met het klassieke begrip zonde wordt profijt trekken verondersteld de motor te zijn van het morele geweten: het maakt schuldig morele en materiële belastingpenningen te betalen in de vorm van betrokkenheden en geld.
  • Psyche: menselijke zelfreflectie. Kan ego zijn, kan ziel zijn. Eveneens gebruikt voor het mentale, de vitale essentie en de geest. Van de psyche weet men dat ze betrekking heeft op vier afdelingen van reflectie: denken, voelen, willen en handelen. Zie ook onder Ziel.
  • Puja: Rituele aanbidding, verering van God, godsdienstige plechtigheid (PV-8) (PV-17)
  • Pumsavana eed: Zie hiervoor Srimad Bhagavatam Canto 6, Hoofdstukken 18 en 19.
  • Punar mûshiko bhava: "Opnieuw een Muis Worden": Er was er eens een muis die zeer geplaagd werd door een kat, en daarom benaderde die muis een geheiligde persoon om te vragen of hij een kat mocht worden. Toen de muis een kat werd, werd hij geplaagd door een hond, en toen hij een hond werd, werd hij belaagd door een tijger. Maar toen hij een tijger werd staarde hij naar die geheiligde persoon, en toen de gelouterde ziel hem vroeg, "Wat wil je nu?" zei de tijger, "Ik wil u opvreten." Toen vervloekte die geheiligde persoon hem, zeggende, "Moge u weer een muis worden".' (SB, 10:10-13)
  • Punarvasu (ster): De onder deze ster geborenen zijn verlichte zielen, Avatars. Ook Sai Baba is onder deze ster geboren (RRV-4)
  • Punya: Vroegere goede daden (PV-28)
  • Purana: 'oud'. Een der achttien werken van vele duizenden verzen waarin de Vedische kennis zeer uitgebreid en beeldend is uitgewerkt, bijvoorbeeld het Srîmad Bhâgavatam . Vertelling; achttien zeer oude boeken over de geschiedenis van deze planeet en andere planeten (er zijn ook achttienupa-purâna's, kleinere purâna's).
    - De vertellingen; achttien zeer oude boeken of bijbels, zes over Vishnu, zes over S'iva en zes overBrahmâ, die de (vedische) geschiedenissen van de relatie van de mensheid met de verschillende gedaanten van God en hun werelden bevatten. De Vishnu-purâna het S'rîmad Bhâgavbatam of ookwel de Bhâgavata Purâna of de Paramahamsa Samhita genoemd, geldt als de belangrijkste.
    -Schepping, secundaire schepping, de dynastieën van de koningen, hun handelingen en de regeerperioden van de Manu's zijn de vijf kenmerken van iedere Purâna (Amarkhasa).
  • Purna: Volkomen(heid)
  • Purnam: Alomtegenwoordige (PV-19)
  • Purnam (om-): de volheid van Krishna: in kwaliteiten in zes: rijkdom. schoonheid, roem, kracht, kennis en verzaking.
    - Naar onderdelen het Volkomen geheel genoemd: de eenheid van Hem, de Heer; de ziel, de materie, de aktiviteit en de Tijd. (resp. Isvara, jiva, prakrti, karma en kâla).
  • Puruhutha: Andere naam voor Indra:  puru betekent 'dikwijls' en hutha 'uitgenodigdí- zodat de naam als geheel betekent: de god die het meest wordt aangeroepen.
  • Purus(h)a: het mannelijk principe; de Absolute Waarheid in oorspronkelijke persoonlijke gedaante. Op te vatten als: Tijd (Kâla), natuur. De Heer als de Purusha nam de universele vorm aan van de materiële wereld met haar zestien principes van materiële aktie. De oorspronkelijke persoon, de onbelichaamde godheid. 
    - De oorspronkelijke persoon, de onbelichaamde godheid.
    - (als oorzaak en gevolg), de geest, de elementen, vals ego, de
    guna's, de zinnen, de Universele Vorm of Gedaante (zie virath-rûpa) met de bewegende en niet-bewegende levende wezens en volledige onafhankelijkheid tesamen.
    - Het levend wezen, de persoon als genieter.
    -
    Krishna als de Allerhoogste Genieter.
    - Vishnu als de eerste avatâra.
    [zie ook SB 3:6] [RRV2:1]
  • Purushârtha's: Doelen van het materiële leven. In vieren: kâma, artha,  dharma, moksa; door (resp.) regulatie van lust, gewin en religieuze plicht ontstaat bevrijding. (dharma (rechtszin), artha (de economische ontwikkeling), kâma (het genoegen), moksa of mukti (bevrijding)). Religieuze plichtbetrachting, streven naar materieel voordeel en zich overgeven aan zingenot ñ respectievelijk dharma, artha en kâma ñ worden de drie purushârthaís genoemd, oftewel de drie doeleinden van het mensenleven. Wie ze nastreeft blijft gevangen in de drie leibanden. De vierde purushârtha, mukti, verlossing, wordt pas nagestreefd wanneer men geheel op dharma, artha en kâma is uitgekeken. Hoger echter dan mukti is bhakti, waardoor men niet alleen mukti ontvangt maar tevens wordt opgenomen in het paradijs van de Alvervulde.
  • Purushottama: Heer van de wereld, de hoogste Heer van allen. (PV-5)
  • Purushothama yoga: Aktiviteiten verzadigd van plicht (karma), toewijding (seva) en wijsheid (jnana) (PV-5)
  • Puttaparthi: Naam van het dorp in Zuid-India, waar Sathya Sai Baba geboren is.