In
april 1972 begon er voor het eerst in Brindavan
een zomerschool. Vervolgens werd er tot en met
1979 ieder jaar, met uitzondering van 1975, een
dergelijke cursus georganiseerd, maar daarna was
dit pas weer in de negentiger jaren het geval en
dan nog slechts incidenteel. In dit eerste jaar
werden studenten uit alle deelstaten van India
uitgenodigd om deze zomerschool, die dertig
dagen zou gaan duren, bij te wonen. Meer dan
achthonderd studenten - jongens en meisjes -
gaven aan de uitnodiging gehoor en kwamen
gedurende de zomervakantie naar Whitefield. Daar
volgden zij iedere dag een serie lezingen, die
gehouden werden in een gebouw dat tijdelijk was
opgetrokken op het terrein van de ashram
[*].
De studenten en de leraren die hen begeleidden,
werden gehuisvest in alle ruimten die maar te
vinden waren in het grote studentenhuis. Voor
het bereiden van de maaltijden hadden zich een
groot aantal vrijwilligers uit Prasanthi Nilayam
aangemeld en onder hen bevond zich ook
Easwaramma. Zij sliep niet in het studentenhuis,
maar op de begane grond van Baba's in de vorm
van een lotus gebouwde woning, tezamen met een
van haar kleinzoons en nog enige anderen.
Ondanks haar 82 jaren stond zij nog altijd voor
iedereen klaar. Het deed haar bijzonder veel
genoegen dat Baba zoveel aandacht besteedde aan
studenten en leraren. Zij was zich er duidelijk
van bewust dat goed onderwijs essentieel was
voor het kweken van goede toekomstige leiders,
mensen met gezag of verantwoordelijkheid, die
het goede voorbeeld zouden kunnen geven.
De lezingen over spiritualiteit en Indiase
cultuur werden gegeven door mensen die bekend
stonden om hun grote deskundigheid op deze
gebieden. Het programma was tamelijk zwaar en de
dagen waren lang, maar niettemin deden alle
studenten met veel enthousiasme mee aan alle
onderdelen. Naast het bijwonen van de lezingen
hielden zij zich bezig met het reciteren van het
Om (de scheppingsklank), het zingen van
bhajans, het doen van yoga-oefeningen, het
houden van korte toespraken en met werk op het
land in de omliggende dorpen. Baba besteedde
veel aandacht aan hen en bovendien hield hij
iedere avond een toespraak.
Easwaramma werkte vol toewijding in de keuken,
maar Baba wist dat dat nog maar voor heel korte
tijd zou zijn. Haar ziel stond op het punt de
aarde te verlaten.
In de tweede week van de zomerschool werd zij
ziek. Zij had hoge koorts en moest in bed
blijven. Om haar voor te bereiden op haar
vertrek ging Baba op een dag naar haar toe. Ze
lag rusteloos te woelen en hij vroeg haar:
'Ammayi (moedertje), hoe voel je
je?' 'Mijn hele lichaam doet pijn,'
antwoordde zij terwijl ze haar blik op Baba
vestigde.
Op dat moment zag zij Baba als Ramachandra -
Rama die de rustel0ze geest zuivert - met een
kroon op het hoofd en de onoverwinnelijke boog
in de hand. Ze vouwde haar handen en probeerde
rechtop te gaan zitten. Nu was alle twijfel
voorgoed bij haar verdwenen. Zij wist dat hij
God was en maya kon daar geen invloed meer op
uitoefenen! Baba nam zijn gewone vorm weer aan,
gaf haar vibhuti en zei: 'De koorts zal
verdwijnen.' Daarna verliet hij de
kamer.
Zij knapte snel op en wilde zelfs alweer in de
keuken gaan werken. Baba hield haar tegen en zei
dat zij het rustig aan moest doen. Tijdens een
gesprek mer haar op 5 mei vroeg hij haar
plotseling: 'Vertel mij eens, is er nog iets wat
je verlangt?'
Zij antwoordde: 'Ik heb nu bedevaarten gemaakt
naar alle tempels. Ik heb de grootste tempel van
allemaal gezien en de God die daar verblijft. Ik
heb geen andere verlangens meer.'
Maar Baba wist dat er zich nog een klein
verlangen schuilhield in een hoekje van haar
geest. Zij wilde haar kleindochter Sailaja, die
binnenkort jarig was, graag een cadeautje geven.
Met enig aandringen wist hij haar over te halen
wat geld van hem te accepteren en met dat geld
stuurde hij haar naar de bazaar om iets te
kopen. Toen zij terugkwam met het geschenk
straalde zij van blijdschap. Die avond zat zij
op de binnenplaats van het huis in het
gezelschap van haar dochter Venkamma en een
aantal klein- en achterkleinkinderen. De jarige
kreeg haar geschenk en Easwaramma vertelde de
achterkleinkinderen een verhaal, zoals zij dat
zo vaak deed. De atmosfeer was vol vrede.
De
volgende ochtend in alle vroegte hielden de
studenten nagara-samkirtan. Dit is het
gezamenlijk zingen van bhajans terwijl men
langzaam door de straten van de stad of het dorp
loopt. Dit zuivert de atmosfeer. Toen zij
omstreeks zes uur terugkwamen, gaf Sai Baba hun
darshan. Daarna ging hij naar boven om een bad
te nemen. Zijn moeder was inmiddels in bad
geweest en zat nu beneden op de veranda van het
huis heerlijk ontspannen koffie te drinken.
Terwijl Baba naar de badkamer liep, riep zij
opeens: 'Swami, Swami, Swami!'
Hij riep terug: 'Ik kom, ik kom!'
Daarop liep hij onmiddellijk naar beneden en
terwijl zij Baba's hand vasthield, stierf
zij.
Welk een schitterend einde van het aardse leven!
Op het moment van haar dood dacht zij slechts
aan God.
Baba liet enige auto's naar de zij-ingang van
het huis komen om het lichaam van zijn moeder,
begeleid door een aantal familieleden en nog
enkele anderen, naar Puttaparthi te brengen. Hij
had instructies gegeven dat het lichaam naar het
huis van Seshama - die toen weer in Puttaparthi
woonde - moest worden gebracht, opdat de
dorpsbewoners in de gelegenheid zouden zijn om
afscheid te nemen. Toen de auto's eenmaal in
Puttaparthi waren aangekomen, verspreidde het
nieuws zich als een lopend vuurtje door het
dorp. Er heerste diepe droefheid. Die avond werd
het met bloemen bedekte lichaam naar het graf
gedragen terwijl devotees bhajans zongen.
Terwijl de zon langzaam achter de horizon
verdween, werd het lichaam eerbiedig neergelaten
in het graf, naast dat van haar
echtgenoot.
Baba
was zelf niet aanwezig bij de begrafenis
aangezien hij een taak te vervullen had in
Brindavan. Toen hij de studenten en de andere
aanwezigen vertelde wat er was gebeurd, was
iedereen erg verslagen en menigeen huilde. Hij
riep haar sterfdag uit tot Easwaramma-dag.
Easwaramma hield zoveel van kinderen dat in het
vervolg ieder jaar op deze zesde mei kinderen
over de gehele wereld zou moeten worden gewezen
op het ideale leven dat zij had geleid en zij
zouden moeten worden aangespoord om ook zo te
leven. Alleen wanneer zij zich hun gehele leven
op God richtten, zouden zij erin slagen bij hun
dood slechts aan God te denken. Verder zou de
middelbare school in Puttaparthi, die over
enkele maanden zou worden geopend, Easwaramma
High School gaan heten teneinde allen eraan te
herinneren, hoe belangrijk het was kinderen
liefde te geven en hun de kans te geven hun
talenten te ontplooien en hun goddelijkheid te
ontdekken.
Bij haar dood dacht Easwaramma slechts aan God.
Bij velen zal de geest zich op dat moment
richten op de kinderen, op bezittingen of op
andere aardse zaken. Er is in het Telugu een
spreekwoord dat in vertaling luidt: Goedheid
bewijst zich in de manier waarop iemand sterft.
Echte toewijding blijkt tijdens de laatste
ogenblikken. Easwaramma zat op de veranda samen
met Venkamma en Sailaja, maar toch riep zij
slechts om Baba. Dat is een bewijs van een
volkomen op God gerichte levenswijze. Dit komt
van binnenuit; het kan niet van buitenaf worden
opgelegd en ook trucjes werken niet. Baba heeft
dit eens geïllustreerd met het volgende
verhaaltje.
'Er
was eens een winkelier die werd
geïnspireerd door dat verhaal van
Ajamila [*].
Hij besloot om zich door middel van een
slimmigheidje de naam van God te herinneren
bij zijn laatste ademtocht. Hij vernoemde
zijn zonen naar de verschillende Avatars,
want hij wist dat hij hen beslist zou roepen
wanneer hij dood zou gaan. Tenslotte kwam dat
moment en zoals te verwachten was, riep hij
al zijn zonen bij naam, een voor een. Hij had
er zes en dus riep hij de Heer totaal zes
maal. De jongens kwamen en stonden rond zijn
bed en terwijl hij de groep rondkeek, was de
gedachte die in de geest van de stervende
opkwam, precies op het moment dat hij
doodging: "Ach! Zij zijn allemaal hierheen
gekomen. Wie zal er nu op de winkel
letten?" '
De
winkel was zijn lust en zijn leven geweest en
hij kon niet zomaar vlak voor zijn dood op God
overschakelen. Bij het sterven zullen je
gedachten en gevoelens zich richten op dat wat
tijdens je hele leven het belangrijkste voor je
is geweest. Alleen wanneer je er een gewoonte
van maakt God bij iedere ademhaling in gedachten
te hebben, zul je Hem in gedachten kunnen hebben
bij je laatste ademtocht.
Wetenschappers
verlangen ernaar Sai Baba's vermogens onder
laboratorium-omstandigheden te onderzoeken, maar
dat zal nooit gebeuren. Baba zegt dat zijn
goddelijke krachten er uitsluitend zijn om zijn
liefde te tonen en om de buitengewone krachten
van God zichtbaar te maken. De huidige
wetenschappers menen alles te kunnen verklaren,
maar zij realiseren zich niet, dat de menselijke
zintuigen feilbaar en beperkt zijn. Niemand zal
ooit Baba's mysterie kunnen begrijpen, wie hij
ook is, hoelang hij het ook probeert en welke
methoden hij ook toepast.
Het voorgaande kwam ter sprake tijdens een
interview dat Baba toestond aan Osis en
Haraldsson (17).
Zij vertelden Baba dat zij onderzoek deden op
parapsychologisch gebied en dat zij veel hadden
gehoord over de wonderen die hij zou doen.
Ondertussen materialiseerde Baba met een
handbeweging een grote gouden ring met een
afbeelding van zichzelf, die hij vervolgens om
de ringvinger van Osis deed. Zij spraken over
gecontroleerde experimenten, over het grote
belang van wetenschap en zij kwamen met vele
argumenten, maar de essentie van de waarde van
wetenschap noemden zij niet. Tijdens de lange
discussie zei Baba dat wetenschap nodig en
nuttig is, maar dat zij haar onderzoek zou
moeten beperken tot datgene wat behoort tot het
terrein van de menselijke zintuigen.
Spiritualiteit daarentegen overstijgt de
zintuigen. Wanneer men de aard van geestelijke
kracht wil begrijpen, dan kan men dat alleen
doen via de weg van de spiritualiteit, en niet
via die van de wetenschap. De wetenschap is
beperkt in haar mogelijkheden, maar dankzij de
wetenschap kan de mens kennis verwerven van
wereldse zaken en deze kennis kan worden
gebruikt om die wereldse zaken op verstandige
wijze te gebruiken teneinde de uiteindelijke
bestemming, God, te bereiken.
Tenslotte
zei Baba: 'Het gewone, dagelijkse leven en
het spirituele leven zouden met elkaar vergroeid
moeten zijn zoals een dubbele
rudraksha.'
Beide wetenschappers keken niet-begrijpend en
Baba probeerde hun uit te leggen wat een
rudraksha was. Kennelijk slaagde hij daar niet
in en hij riep de hulp in van de aanwezige
vertaler. Ook deze had geen succes en Haraldsson
- die enigszins geïrriteerd was omdat hij
wel merkte dat Baba niet bereid was aan zijn
experimenten mee te werken - bleef doorvragen.
Met schijnbaar een zweem van ongeduld sloot Baba
zijn hand tot een vuist, cirkelde er even mee,
opende zijn hand onder de neus van Haraldsson en
zei: 'Dit is er een.' Op zijn hand lagen
de aaneengegroeide pitten van twee
rudraksha-vruchten. Dergelijke pitten zijn bruin
en fraai gestructureerd. Rudraksha-pitten
worden vaak gebruikt voor het rijgen van
japamala's (bidsnoeren). Dubbele
rudraksha's zijn in de natuur uiterst zeldzaam.
Baba liet hun de pitten bekijken, nam ze daarna
weer zelf in zijn hand en zei tegen Haraldsson:
'Ik wil je een geschenk geven.'
Hij vouwde zijn handen om de pitten, blies erop
en opende ze weer. In zijn handpalm lag de
dubbele rudraksha, nu voorzien van een gouden
schildje, aan boven- en onderkant verbonden door
gouden kettinkjes. Bovenaan het bovenste
schildje zat een gouden kruisje met een robijn.
Achter het kruisje was een opening zodat het
sieraad aan een kettinkje om de hals kon worden
gedragen.
Later heeft Haraldsson zijn elaecarpus
ganitrus - zijn rudraksha - laten zien aan
een groot aantal botanisten en anderen. Vrijwel
niemand had ooit een dubbele rudraksha gezien,
maar als dat wel het geval was, dan ging het
toch om kleine, misvormde exemplaren. Niemand
had ooit zo'n prachtige, grote dubbele rudraksha
gezien als hij bezat.
Haraldsson was nu toch wel onder de indruk en
hij vroeg: 'Hoe kunt u zo'n prachtig sieraad
schijnbaar uit het niets tevoorschijn halen? Hoe
komt het dat u dat wel kunt en wij niet?'
'Wij zijn allemaal als lucifers,'
antwoordde Baba, 'maar het verschil tussen
jou en mij is dat de mijne brandt.'
Het interview eindigde opgewekt en Sai Baba
beloofde de beide wetenschappers dat hij hen de
volgende dag weer zou spreken. Tijdens dat
volgende interview begon met name Haraldsson
weer over het grote belang van gecontroleerde
experimenten voor de wetenschap en voor Baba's
geloofwaardigheid.
Omdat hij verdere discussie hierover kennelijk
zinloos vond, koos Baba blijkens het vervolg van
deze geschiedenis voor een andere oplossing. Hij
zei: 'Ik zal jullie één dag de
tijd geven voor experimenten. Over enkele dagen
vertrek ik naar Bangalore en daar zullen die
experimenten plaatsvinden. Ik sta er wel op dat
dr. Bhagavantham daarbij aanwezig is. Hij is een
bekende Indiase wetenschapper op atoomgebied.
Momenteel is hij in het buitenland, maar hij
komt over enkele dagen terug.'
Na enkele dagen en nog enkele interviews
vertrokken Osis en Haraldsson alvast naar
Bangalore. Zij zouden op korte termijn teruggaan
naar hun eigen land en zij moesten nog veel
voorbereiden voor de beloofde experimenten.
Toen Baba niet kwam opdagen in Bangalore
stuurden zij hem via een devotee een briefje met
het verzoek om spoedig te komen. De boodschap
die Baba hun via een andere devotee deed
toekomen, was een grote teleurstelling voor hen.
De geplande experimenten konden niet doorgaan.
Zij begrepen wel dat Baba er niets aan kon doen
dat Bhagavantham was opgehouden en niet op tijd
terug kon zijn voor de afspraak, maar
toch...
Tijdens hun tweede bezoek aan Prasanthi Nilayam,
eenjaar later, kwamen Osis en Haraldsson tijdens
interviews telkens weer terug op hun wens Baba's
'gaven' wetenschappelijk te onderzoeken. Hij
legde herhaalde malen uit dat wetenschappers
spiritualiteit niet kunnen begrijpen en dat
spiritualiteit begint waar wetenschap eindigt,
maar niets hielp. Deze keer vond Baba het
blijkbaar tijd voor een experiment van
zíjn kant.
Omdat hij wist dat Haraldsson ieder detail in
het oog hield, had hij hen vanaf het moment dat
zij waren binnengekomen, niet aangeraakt of
dicht benaderd en nu zaten zij voor hem op de
grond op zo'n anderhalve meter bij hem vandaan.
Tijdens de discussie zei hij opeens tegen Osis:
'Kijk naar je ring.' Osis en Haraldsson keken
naar de ring die Baba tijdens hun eerste bezoek
voor Osis had gematerialiseerd, en constateerden
dat de steen met de afbeelding van Baba was
verdwenen. De steen was in de ring gevat geweest
en werd bovendien nog vastgehouden door vier
tandjes. Nu was deze verdwenen ofschoon noch de
ring noch de tandjes verbogen waren. Heel
misschien had de steen eruit kunnen vallen
wanneer hij gebroken was en dus richtten alle
blikken zich op de vloer. Terwijl zij zochten,
zei Baba plagend: 'Kijk, dit was nu een
experiment van mij. Jullie vroegen om een wonder
en dat heb ik je nu gegeven.'
Haraldsson had de afbeelding in de ring nog vlak
voor de verdwijning gezien en ook enkele anderen
van de aanwezigen bevestigden dat zij de
afbeelding zojuist hadden gezien. En Osis zelf
had enkele dagen eerder uitgeprobeerd hoe stevig
de steen in de ring zat. Toen zij later terug
waren in hun kamer onderzocht Haraldsson de
tandjes met een vergrootglas, maar hij kon niet
anders dan constateren dat die niet verbogen
waren.
Twee dagen later gaf Baba de wetenschappers weer
een interview en tijdens dit gesprek vroeg hij
aan Osis om de ring aan hem te overhandigen.
'Beviel hij je?' vroeg hij.
'Ja,' antwoordde Osis kort.
'Wil je dezelfde steen of een
andere?'
Hij wilde dezelfde. Baba sloot de ring in zijn
vuist en hield die een tiental seconden vlak
voor Osis' gezicht. Toen opende hij zijn hand en
op zijn palm lag de ring, compleet deze keer.
Hij schoof hem om Osis' vinger.
In
de beginjaren van Baba's missie werden er niet
zoveel foto's van hem gemaakt als tegenwoordig.
Bovendien wilde hij in die tijd dat men hem
eerst toestemming vroeg voor men ging
fotograferen. Dat was toen algemeen bekend, maar
niet iedereen hield zich daaraan. Menigmaal
heeft een enthousiast fotograaf een lege film
zien verschijnen bij het ontwikkelen van een
rolletje dat hij had vol gemaakt zonder Baba's
toestemming. Maar ook heeft hij enkele malen
voor een fotograaf een fotorolletje
gematerialiseerd, wanneer deze tijdens het
fotograferen-met-toestemming onverwacht door
zijn voorraad rolletjes heen bleek te zijn.
Hij heeft in de loop der jaren ook heel wat
afbeeldingen voor devotees gematerialiseerd.
Vaak waren dat foto's van zijn huidige
belichaming, maar het ging ook om afbeeldingen
van zijn vorige lichaam en van goden zoals Shiva
en Ganesha.
Lang geleden heeft hij eens een foto
gematerialiseerd van een man die reeds was
overleden vóór Baba in zijn
huidige lichaam geboren werd. Zijn weduwe bezat
geen enkele foto van hem en zij verlangde hevig
naar een afbeelding. Om haar te plezieren heeft
Baba toen een foto van de overleden echtgenoot
gemaakt. Het zal eind zeventiger jaren zijn
geweest toen Baba een bijzondere foto
materialiseerde voor een juwelier uit Stockholm.
Tijdens een kort verblijf in zijn
zomerresidentie in Ootacamund zat Baba samen met
hem op een bank. Er was verder niemand aanwezig
en zij voerden een diepgaand gesprek. Tijdens
een korte pauze dacht Curdt Orefjaerd - de
juwelier in kwestie - hoe blij hij zou zijn met
een foto van Sai Baba en hem, samen zittend op
die bank. Hij hield deze gedachte voor zich,
want hij wilde Baba niet lastigvallen met
dergelijke zaken. Toen Baba ongeveer een maand
later van Bangalore naar Bombay vloog, was deze
juwelier ook in zijn gezelschap aanwezig. Opeens
haalde Baba een envelop tevoorschijn en gaf hem
die met de woorden: 'En er was niet eens een
fotograaf aanwezig.' Tot zijn stomme
verbazing bevatte de envelop een foto van Baba
en hemzelf, samen gezeten op de bank in
Ooty.
Tegenwoordig
is er aan de ashram een model-zuivelbedrijf
verbonden. De boeren uit de omliggende dorpen
kunnen op deze proefboerderij met de naam
Gokulam, zien hoe zij te werk moeten gaan om een
zo hoog mogelijke melkproductie te krijgen.
De Gokulam werd op 29 augustus 1975 officieel in
gebruik genomen en op die dag werden de koeien
en de buffels in processie met muziek en zang
naar hun nieuwe woonruimte gebracht, ongeveer
één kilometer vanaf de ashram.
In de stoet liep ook de olifant Sai Gita mee,
want ook zij kreeg haar nieuwe stal in de
Gokulam. Sai Baba heeft Sai Gita in 1964
gekregen van enkele devotees. Haar moeder was
door stropers gedood en deze devotees zochten
een tehuis voor haar jong, dat toen pas elf
dagen oud was. Zij is inmiddels een bekende
verschijning in de ashram en tijdens feesten
loopt zij meestal mee in de ceremoniële
processies. Zij is erg gehecht aan Baba en
wanneer hij bij haar is, aait zij hem met haar
slurf of houdt hem ermee vast om te verhinderen
dat hij weggaat.
Baba heeft altijd veel dieren om zich heen
gehad, zoals parkieten, papegaaien, pauwen,
konijnen en herten en gedurende enige tijd ook
een paard en een kameel. Ook dieren zijn zijn
kinderen en de mens kan vaak nog veel van hen
leren, zoals mededogen, genegenheid en
dienstverlening.
Vroeger
heeft hij ook honden gehad als gezelschap. Hun
trouw en toewijding waren een voorbeeld voor
veel devotees. De eersten waren Jack en Jill,
twee keeshonden uit Ootacamund, die zo'n drie
jaar bij hem zijn geweest. Dat was nog in de
tijd van de Oude Mandir. Hij kreeg ze van een
Engels echtpaar toen ze nog heel jong waren. Men
had hun namen ontleend aan het bekende
kinderliedje Jack and Jill went up the
hill. Als gevolg van daden in een vorig
leven aten zij nooit vlees en hadden zij de
gewoonte om op donderdag te vasten. Jack sliep
altijd aan het hoofdeinde van Baba's bed en Jill
aan het voeteneinde.
In
die tijd moesten devotees hun auto aan de
overzijde van de rivier parkeren, dus bij
Karnatanagapalli. Dichter bij de ashram konden
zij niet komen. Zij waren daar niet zo blij mee
aangezien zij er dan geen enkel zicht op hadden.
Nieuwsgierige dorpsjongens vonden het wel
prachtig. Zij konden zonder gestoord te worden
deze onbekende voertuigen uitgebreid bekijken en
betasten. Jack zag het als zijn plicht deze
auto's te bewaken en hij lag daarom vaak onder
een van de wagens zonder dat de bezitter dat
wist. Met zijn geblaf hield hij de dorpsjongens
op een afstand. Op zekere dag kwam de
maharani (koningin) van Mysore naar
Puttaparthi en ook zij kwam het laatste stuk
lopend, samen met haar chauffeur. Deze laatste
zou na het eten teruggaan naar de auto om erin
te overnachten. Omdat hij misschien in het
donker de weg niet zou vinden en Jack ter
plaatse goed bekend was, zei Baba tegen de hond:
'Jack, ga jij met de chauffeur mee en kom dan
morgenochtend weer terug.'
Jack ging voorop en de chauffeur volgde hem.
Terug bij de auto kroop de chauffeur op de
achterbank om te gaan slapen en Jack ging
getrouw aan zijn gewoonte onder de auto liggen.
De volgende ochtend trof de chauffeur enigszins
gehaast voorbereidingen om de maharani op te
gaan halen. Omdat het koud was, startte hij de
motor om te zien of dat geen problemen zou
opleveren. Vervolgens zette hij de auto een
stukje achteruit, niet wetend dat Jack eronder
lag. Een van de wielen reed over de slapende
hond en zijn ruggengraat brak. De chauffeur
merkte niets en met hevige pijn sleepte Jack
zich over het zand van de rivier naar de Oude
Mandir. De man die voor Baba's deur de wacht
hield, zag hem aankomen en riep: 'Swami! De
ruggengraat van onze Jack is gebroken. Hij jankt
terwijl hij zich voortsleept!' Baba kwam direct
naar buiten en riep luid: 'Jack!'
De hond kwam jankend aangelopen en zakte voor
Baba's voeten in elkaar. Deze liet wat melk
halen en gaf hem dat. Toen legde Jack zijn
voorpootjes in Baba's hand, keek hem aan en
stierf.
Jill kon niet leven zonder hem en weigerde vanaf
dat moment om te eten en enkele dagen later
stierf ook zij. Zij werden beide begraven achter
de Oude Mandir [*].
Later kwamen Chitty en Bitty en na hen Lilly en
Billy, ook allemaal keeshonden. En toen Minnie
en Mickie, en Honey en Goldie,
cocker-spaniëls. Al deze honden zijn enige
jaren bij Baba geweest, maar daarna heeft hij ze
weggegeven aan devotees. Hij heeft ook nog twee
stel Duitse herders gehad, namelijk Rover en
Rita, en daarna Tommy en Henry. Zijn liefde voor
deze dieren moet de mensen leren dat alle dieren
hun broeders en zusters zijn. Baba's liefde
stroomt in volstrekt gelijke mate naar alle
wezens en de mensen moeten zich ervan bewust
worden dat mededogen met alle schepselen de
grootste deugd is. Het moedwillig leed
berokkenen aan enig schepsel is de ergste
ondeugd.
Baba's
liefde voor dieren blijkt ook uit het verhaal
over Minkie, de kat van een vrouw uit Gauhati,
de hoofdstad van de deelstaat Assam. Het was een
zwerfkatje, dat liefdevol door haar was
opgenomen in huis, ofschoon haar zuster een
grote hekel had aan katten. Op een avond, het
was begin 1972, waren de zussen bezig met het
bereiden van de maaltijd voor enkele gasten toen
Minkie de keuken binnensloop en een moot vis
stal. Alle opgekropte woede tegen de kat en
tegen haar zuster Lakhi, die het beest in huis
had gehaald, kwam in een keer naar boven en zij
barstte uit tegen haar zuster. Deze raakte
hierdoor zo over haar toeren dat zij de kat in
haar nekvel greep en haar begon af te ranselen
met een stok. De kat schreeuwde van pijn en
opeens vielen alle foto's van Sai Baba die aan
de muren hingen, zestien in totaal, op de grond.
'Een aardbeving, een aardbeving,' riepen
verscheidene gasten en iedereen rende naar
buiten.
De zuster zag echter al gauw dat alleen Baba's
foto's naar beneden waren gevallen en zij
begreep dat hij een teken gaf om de kat te
redden.
'Lakhi! Hou op! Hou op!' riep zij. 'Vermoord
haar niet! Baba is kwaad op ons!'
Ontdaan en huilend zette Lakhi de trillende kat
op tafel. De gasten, die nu ook weer
binnenkwamen, zagen - net als de zusters - hoe
de kat zich langzaam herstelde en haar vacht
schudde. Maar wie schetst hun verbazing toen zij
uit die vacht wolkjes heerlijk geurende vibhuti
zagen opstijgen! Even later lag er overal om de
kat heen vibhuti en allen begrepen dat Baba de
kat op deze manier zegende.
Kort
voor Baba's verjaardag dat jaar kwam er een
grote groep devotees uit Assam naar de ashram en
onder hen was ook Lakhi. Zij waren een week
onderweg geweest en ook de terugreis zou
minstens een week duren. Baba ontving hen in de
tempel en hield een korte toespraak. Daarna gaf
hij allen een handvol zakjes vibhuti. Toen hij
daarmee gereed was, keerde hij terug naar Lakhi
en gaf haar nog een aantal zakjes met de
woorden: 'Ye billy ke liye. ' (Deze zijn
voor de kat.)
Een
van de feesten die in de ashram worden gevierd,
is Mahashivaratri, 'de grote nacht van Shiva'.
Het wordt gevierd in februari of maart in de
nacht die voorafgaat aan de nacht van nieuwe
maan. De juiste datum is afhankelijk van de
maanstand. Het is in heel India een belangrijk
feest. De maan, die heerst over de geest, heeft
dan nog maar een nacht nodig om geheel te
verdwijnen en daarmee haar invloed te verliezen
op de beroeringen van de geest. Wanneer men deze
nacht wijdt aan vurige aanbidding van God, dan
kan men de geest overwinnen. Iedere maand kent
een Shivaratri, maar eenmaal per jaar viert men
een Mahashivaratri.
Voor het eerst in 1940 en - voorlopig - voor het
laatst in 1976 deed Baba tijdens dit feest twee
wonderen met een diepe spirituele betekenis.
Vanaf 1977 heeft hij de viering ervan in
Prasanthi Nilayam beperkt, omdat het aantal
bezoekers bij deze gelegenheid inmiddels zo
groot was geworden dat velen na afloop
teleurgesteld vertrokken, omdat zij helemaal
niets hadden kunnen zien van de wonderen. Pas
vanaf 1999 zou Baba het tweede wonder - de
geboorte van de lingam - weer in het openbaar
laten plaatsvinden.
In 1976 viel Mahashivaratri op 28 februari. In
de dagen daaraan voorafgaand hadden de devotees
de tempel, het tempelplein en het Poornachandra
Auditorium versierd met vlaggetjes en gekleurde
elektrische lampjes. Bussen vol belangstellenden
arriveerden en er was nauwelijks voldoende
slaapplaats voor allen. Zelfs klaslokalen van de
scholen buiten de poort werden ingericht als
slaapplaats, maar ondanks dat moest menigeen een
plekje zoeken onder een boom of op een van de
grasvelden of het open terrein rond de
scholen.
Op de 28ste gingen de rolluiken van het
Poornachandra Auditorium om zeven uur 's morgens
open en de devotees stroomden naar binnen. Om
negen uur begon het zingen van bhajans en wat
later betrad Sai Baba de hal via de ingang
achter het toneel. Hij glipte tussen de zware,
donkerblauwe gordijnen door het toneel op en
liep vandaar de zaal in om darshan te geven.
Ondertussen zetten enkele medewerkers een tafel
op het toneel en plaatsten daarop een zilveren
beeld van Shirdi Baba. Na darshan ging Baba het
toneel weer op en waste het beeld met water.
Vervolgens haalde hij met de bekende draaiende
handbeweging een zilveren ketting tevoorschijn
en deed die om de nek van het beeld.
Toen
kwam het moment waarop ieder wachtte: de
vibhuti-abhisheka,
de rituele reiniging met as. Bhagavantham hield
een lege pot ondersteboven boven het beeld. Baba
trok zijn mouw omhoog, stak zijn rechterhand in
de pot en begon draaiende bewegingen te maken.
Onmiddellijk stroomde er vibhuti uit de pot op
het beeld. Toen zijn rechterarm vermoeid raakte,
haalde hij zijn hand uit de pot en de stroom
vibhuti stopte direct. Vervolgens stak hij zijn
linkerhand in de pot en de as begon weer te
stromen. Hij wisselde nog enkele malen van arm
en tenslotte stak hij beide handen in de pot.
Terwijl de devotees het tempo van de bhajans
opvoerden, stroomde er een waterval van as
omlaag. Toen hij tenslotte zijn handen uit de
pot haalde, was het beeld overdekt met vibhuti
en lag er een dikke laag rond de voet ervan. Sai
Baba en Bhagavantham waren helemaal grijs.
Overal hing de zoete geur van de vibhuti.
Vervolgens nam Baba de pot met het water dat hij
gebruikt had om het beeld te baden en begaf zich
tussen de devotees. Met een kwast sprenkelde hij
water op de aanwezigen. Daarna ging hij terug
naar zijn kamer in de tempel om zich te
verkleden. Het ritueel van de ochtend was
voorbij. Vrijwilligers zouden pakjes maken van
de vibhuti en Baba zou die de volgende dag
uitdelen tijdens darshan.
Ofschoon dit ceremoniële asbad veel indruk
maakte op de devotees, wisten maar weinigen wat
de diepere betekenis ervan was. Baba deed deze
ceremonie om de devotees de les van onthechting
te leren. Shiva verbrandde Kama, de god van het
verlangen, tot een hoopje as. Vervolgens tooide
Shiva zichzelf met die as en aldus schitterde
hij als overwinnaar van het verlangen. Toen Kama
eenmaal was vernietigd, kon Prema heersen als de
godin van de liefde. Liefde kan pas waarachtig
en volledig zijn wanneer alle verlangen is
opgegeven. Er is geen groter offer dat je God
kunt brengen, dan de as die het teken is van je
overwinning over het verlangen. De
vibhuti-abhisheka heeft tot doel de devotees te
inspireren om alle verlangens op te geven.
Om
zes uur 's avonds ging het auditorium weer open.
Kort daarop begon het zingen van bhajans en dat
duurde voort tot Baba verscheen rond acht uur.
Deze avond zou de lingodbhava,
de geboorte van de lingam, in het openbaar
plaatsvinden.
Eerst hielden drie studenten een korte toespraak
en vervolgens hield Baba een toespraak.
Bhagavantham vertaalde zijn Telugu simultaan in
het Engels.
Daarna begon Baba bhajans voor te zingen. Al
snel kwam de lingam vanuit zijn maag omhoog en
hij legde zijn hand op zijn rechterzij. Hij
toonde tekenen van pijn, stopte met zingen en
dronk wat water. Onmiddellijk nam iemand anders
het voorzingen van hem over. De lingam die zich
in de afgelopen dagen als een zachte, buigzame
substantie in zijn maag had gevormd, kwam omhoog
door zijn slokdarm en bereikte zijn mond, waar
hij hard werd. Snel stond Baba op en hield zijn
handen als een schaaltje onder zijn mond. Hij
opende zijn mond en de lingam, die zo groot was
als een ganzenei, viel in zijn handen. Hij hield
hem omhoog tussen duim en wijsvinger en er brak
een luid gejuich los onder de tienduizenden
aanwezigen. Daarna plaatste hij de lingam op een
zilveren schaal en ging terug naar zijn kamer
terwijl de devotees doorgingen met zingen - de
hele nacht.
In de loop der jaren heeft Baba op deze manier
tientallen lingams in zijn lichaam
gematerialiseerd en via zijn mond tevoorschijn
gebracht in het bijzijn van de devotees. Sedert
zijn bekendmaking materialiseert hij ieder jaar
tijdens dit feest een aantal lingams en hij zal
dat blijven doen, maar slechts een gedeelte
daarvan materialiseert hij in het openbaar. In
de meeste gevallen ging het bij het in het
openbaar materialiseren om een lingam van
kristal of gekleurde steen, maar hij heeft ook
een keer twee gouden lingams en een andere keer
negen zilveren lingams achter elkaar
tevoorschijn gehaald. De meeste lingams geeft
hij weg aan devotees die zich bewust zijn van de
werkelijke waarde ervan. Zij vereren dit
geschenk iedere dag op de daarvoor bestemde
wijze. De lingams die hij niet weggeeft, stuurt
hij meestal terug naar waar zij vandaan zijn
gekomen.
Een lingam is ellipsvormig, zoiets als een ei.
Hij heeft voor- noch achterkant, begin noch
einde en daarom is hij een symbool van God, die
zonder begin en zonder einde is. Maar aangezien
God en zijn schepping in wezen één
zijn, is hij ook een symbool van de schepping.
Hij is de Vormloze met vorm, de Naamloze met
naam en de lingodbhava is daarmee de symbolische
geboorte van God in tijd en ruimte. Wij kunnen
Baba's onmetelijke vermogens niet begrijpen en
daarom materialiseert hij de lingam als een
voorbeeld van zijn macht. Hiermee zijn wij
getuige van een blijk van zijn
goddelijkheid.
Enkele jaren vóór de hier
beschreven gebeurtenis gaf hij nog een blijk van
zijn goddelijkheid door na de geboorte van de
lingam in trance te gaan. Meestal verlaat hij de
bijeenkomst na de lingodbhava, maar die keer
bleef hij in zijn stoel zitten. Zijn lichaam
werd langzaam stijf en zijn ademhaling ging
steeds trager. Aanvankelijk hadden alleen
Kasturi, Bhagavantham en nog enkele anderen in
de gaten wat er gebeurde. Na twintig minuten
boog Kasturi zich naar Baba over en riep
zachtjes: 'Swami! Swami!', maar deze reageerde
niet. Na een half uur wisten ook de devotees die
helemaal achteraan zaten, dat er iets aan de
hand was en velen verzonken in een diep gebed.
Naarmate de tijd vorderde, gingen steeds meer
mensen zich afvragen of alles met Baba wel in
orde was en sommigen begonnen zelfs te huilen.
Daarom beëindigde hij de trance na 55
minuten, opende zijn ogen en glimlachte.
Iedereen zuchtte van opluchting en sommigen
voelden zich beschaamd vanwege hun gebrek aan
geloof. Baba ging terug naar de tempel en
onderweg vertelde hij aan enkelen dat hij een
reis om de wereld had gemaakt! Om hen te zegenen
had hij alle plaatsen bezocht waar devotees op
dat moment Mahashivaratri vierden.
Laten
wij nog even teruggaan in de tijd en wel naar
Mahashivaratri 1973, want op die dag in het
begin van maart vond er nog een bijzondere
gebeurtenis plaats. Sai Baba had besloten om de
geboorte van de lingam te laten plaatsvinden op
een afgelegen plek in het gezelschap van slechts
een handjevol devotees en daarom vertrok een
klein groepje die dag reeds vroeg in enkele
auto's naar het Bandipur Game Sanctuary, een
wildreservaat in Bandipur Forest, enkele uren
rijden vanaf Puttaparthi.
Zij reden wat rond door het reservaat in de hoop
één van de kuddes wilde olifanten
te zien, maar dat was tevergeefs. De opzichter
van het gebied vertelde Baba dat hij een rustig
plekje wist aan de oever van de Kakkara
Halla-rivier en daarom reden zij daarheen. De
plek beviel Baba en toen de schemering begon te
vallen, gingen zij daarnaar terug. Zij stopten
langs de kant van de weg en liepen in de
richting van de zanderige, droge bedding. John
Hislop liep naast Baba. Toen zij langs een
struik liepen, brak Baba er twee takjes af,
legde het ene takje gekruist over het andere en
vroeg aan hem: 'Wat is dit, Hislop?'
'Wel,
Swami, het is een kruis,' antwoordde hij.
Vervolgens sloot Baba zijn hand en blies
driemaal tamelijk langzaam in zijn vuist tussen
duim en wijsvinger. Daarna opende hij zijn hand
en toonde een beeldje van Christus genageld aan
een kruis, dat hij aan Hislop gaf met de
woorden: 'Zo zag Christus er werkelijk uit op
het moment dat hij zijn lichaam verliet, dus
niet zoals kunstenaars zich hem hebben
voorgesteld of zoals geschiedkundigen hem hebben
beschreven. Zijn maag is ingevallen en al zijn
ribben zijn zichtbaar. Hij had acht dagen lang
geen voedsel gehad.'
Hislop staarde sprakeloos naar het kruisje en
Sai Baba vervolgde: 'Het kruis is gemaakt van
hout van het echte kruis waaraan Christus werd
gekruisigd. Het kostte wel wat tijd om na
tweeduizend jaar een stukje van het hout te
vinden! Het beeldje toont Christus na zijn dood.
Het is de afbeelding van een dode.'
Hislop bekeek het kruisje en de afbeelding
nauwgezet en vroeg toen: 'Swami, wat is dat voor
een gat bovenaan in het kruis?'
'Het kruis werd opgehangen aan een reeds in de
grond staande paal. Daarom zit er een gat in het
hout.'
Daarna liepen zij verder naar de rivierbedding
waar zij in het zand gingen zitten. Iedereen
bewonderde het kruisje, er werden bhajans
gezongen en Baba bracht via zijn mond een lingam
tevoorschijn uit zijn lichaam.
Toen hij weer terug was in Amerika heeft Hislop
dit kruisje door deskundigen laten onderzoeken
en zij bevestigden wat Baba reeds gezegd had,
namelijk dat het hout minstens tweeduizend jaar
oud was [*].
Net zoals Boeddha, Mohammed, Zoroaster en vele
anderen was Jezus een goddelijke leraar. In
ieder tijdperk zendt God boodschappers, profeten
en wijzen naar de aarde om de mens de weg naar
God te wijzen. Aanvankelijk noemde Jezus zich
een boodschapper, een knecht, een dienaar van
God. Hij zocht God in de uiterlijke wereld.
Omstreeks zijn twintigste jaar kwam hij tot het
besef dat hij veel meer was dan alleen zijn
lichaam, dat hij een deel was van God en toen
noemde hij zich Gods zoon. Uiteindelijk verwierf
hij de wijsheid dat de allesomvattende liefde
van de Vader zijn eigen fundamentele aard was en
hij verklaarde: 'Ik en mijn Vader zijn
één.' Hij spoorde de mensen
door zijn leringen en zijn voorbeeld aan om de
deugden van liefdadigheid, mededogen,
verdraagzaamheid, liefde en geloof aan te
kweken.
Ieder die God zoekt moet dezelfde stadia als
Jezus doorlopen. De eerste stap is een dienaar
van God te worden en de mensheid te dienen. De
tweede stap vindt plaats wanneer men door zijn
dienst aan God geheel in beslag wordt genomen.
Als men het derde stadium bereikt, zijn er geen
slagbomen meer tussen die persoon, God en de
mensheid. Alles is liefde. Alles is
één.
Een
andere belangrijke gebeurtenis is Dasara.
Sedert het begin van de veertiger jaren wordt
dit feest in de ashram gevierd en in hoofdstuk
acht is daarover reeds het een en ander verteld.
In 1946 werd Sai Baba voor het eerst iedere dag
in een met bloemen overdekte draagstoel in
processie door het dorp gedragen. Dit werd
daarna nog vele jaren gedaan. Verder is het
lange tijd de gewoonte geweest om op de laatste
dag van Dasara door de devotees bereid voedsel
uit te delen onder de armen, de zogenaamde
Narayana Seva.
Op een gegeven moment heeft Baba een aantal
veranderingen aangebracht in de viering. Zo
heeft hij eind jaren vijftig de processie door
het dorp afgeschaft. Het moet bij Dasara en ook
bij alle andere spirituele feesten gaan om de
innerlijke betekenis en niet om uiterlijk
vertoon. Enkele jaren eerder was hij reeds de
nadruk gaan leggen op het aanbidden van God als
de moeder. De vrouwelijke devotees offerden in
die tijd gedurende negen dagen van het feest
tweemaal per dag kumkum (rood poeder) en
met deze kumkum verrichtte hij op de tiende en
laatste dag de abhisheka van het beeld van
Shirdi Sai. Hij goot de verzamelde kumkum
daartoe op ceremoniële wijze over het
zilveren beeld van zijn vorige lichaam. Ook de
toneelvoorstellingen, de muziekuitvoeringen en
de voordrachten van poëzie stonden in die
tijd helemaal in het teken van de goddelijke
moeder. In 1962 heeft Baba vervolgens de
Narayana Seva in de tijd naar voren gehaald en
Ziekenhuisdag ingevoerd. De volgende zeven dagen
van het feest zijn sindsdien volledig gericht op
de veda's, maar daarover is reeds in
hoofdstuk dertien het een en ander verteld.
Sindsdien begint het feest meestal met Narayana
Seva, doorgaans vertaald als 'het verstrekken
van maaltijden aan de armen'. Sai Baba noemt het
liever 'onderwijs in mededogen ten opzichte van
de minder fortuinlijken'. Bovendien mogen zij
dan wel arm zijn aan aardse goederen, maar velen
van hen zijn rijk aan spiritualiteit.
Reeds dagen tevoren beginnen de vrijwilligers,
voornamelijk studenten, met het opvouwen van de
sari's en de dhoti's die tijdens die eerste dag
zullen worden uitgedeeld. Andere vrijwilligers
maken het Hillview Stadium schoon en weer
anderen zorgen voor de verspreiding van
informatie over het programma van de betreffende
dag in de dorpen in de omgeving. Op de dag zelf
stromen duizenden mensen naar het stadion.
Honderden vrijwilligers wijzen hun een plaats en
binnen zeer korte tijd is er nauwelijks meer een
plekje te vinden. In de voorafgaande nacht zijn
vrijwilligers begonnen met het bereiden van de
maaltijden in geïmproviseerde keukens in
een tijdelijk opgetrokken gebouw nabij het
stadion. Al vroeg in de ochtend arriveert Baba
en hij zegent het voedsel door een kokosnoot
stuk te slaan en de melk eruit over het voedsel
te sprenkelen. Ondertussen delen de studenten de
aan elkaar genaaide bladeren uit die als bord
dienst zullen doen. Dan geeft Baba een teken en
de vrijwilligers beginnen met het uitdelen van
het voedsel. Ieder krijgt zoveel als hij wil en
dat is voor velen een grote uitzondering. De
meeste dagen van het jaar is het voor deze
mensen passen en meten om rond te komen. Wanneer
iedereen voldoende heeft gegeten, deelt Baba als
eerste enkele kledingstukken uit, waarna de
vrijwilligers het verder van hem overnemen. Zo
is deze dag voor duizenden een onvergetelijke
dag. God geeft de mensen de kans om Hem te
dienen door het dienen van hun medemensen. Een
devotee vroeg Baba eens waarom de kranten
helemaal niets schreven over deze geweldige
gebeurtenis. Zijn antwoord luidde: '? ' Ik
vraag mij af waarom dat nodig zou zijn. Wanneer
jouw familie bij je op bezoek komt en je geeft
hun te eten, nodig je dan de pers uit en verlang
je dat het bekend wordt?'

Ziekenhuisdag
heeft tot doel de aandacht te vestigen op een
levenswijze die zowel het lichaam als de geest
gezond houdt en op de plicht van alle mensen om
hun zieke medemensen te helpen. Op deze dag
brengt Baba - vaak vergezeld van een belangrijke
overheidsfunctionaris - een bezoek aan de
ziekenhuizen, waarna zij vergezeld van dokters
en verpleegsters naar het Poornachandra
Auditorium gaan. Daar wordt verslag gedaan van
de activiteiten in de ziekenhuizen en Baba houdt
een toespraak.
Het lichaam, zegt Sai Baba, is de boot waarmee
men de oceaan van het leven moet oversteken.
Besteed daarom een gezonde aandacht aan het
lichaam, maar overdrijf het niet. Het voedsel
dat men opneemt, is de oorzaak van gezondheid en
ziekte. Het voedsel dat via de mond binnenkomt,
kan het beste bestaan uit verse groente, fruit,
noten, peulvruchten, granen, rijst en alle
zuivelproducten van de koe. Eet alleen
vegetarisch
voedsel, want door het eten van vlees ontwikkelt
men hartstocht, agressie en dierlijke ziekten,
en vis veroorzaakt onreine gedachten. Het gaat
overigens niet alleen om het voedsel dat via de
mond het lichaam binnenkomt, maar ook om alles
wat via de zintuigen binnenkomt.
Als gevolg van zintuiglijke indrukken ontstaan
er in de geest verlangens en deze veroorzaken
haat, afgunst, woede, angst, teleurstelling,
zorgen en spanning en ook deze zijn de oorzaak
van een slechte gezondheid. Daarom moet alleen
dát voedsel worden gegeten en gedronken
en moeten alleen díe zintuiglijke
indrukken worden opgenomen, die leiden tot
gelijkmoedigheid, zuiverheid en innerlijke
vrede. Wees goed, wees vrolijk, wees moedig,
wees oprecht, wees matig, wees geduidig. Dat
zijn allemaal regels voor gezondheid.
Is het lichaam of de geest door ziekte
aangetast, dan kan men een arts raadplegen en
men kan vibhuti gebruiken, maar men moet zich in
ieder geval tot God wenden. Geen enkele pil is
even doeltreffend als het herhalen van de naam
van God. Ook de vreugde die het gevolg is van
het dienen van zijn medeschepselen,
beïnvloedt het lichaam en maakt de mens
vrij van ziekten.
Nog
een bijzondere feestdag is 6 mei,
Easwaramma-dag. In veel landen wordt hieraan
door de devotees op bescheiden schaal aandacht
besteed, maar in India is deze dag inmiddels
uitgegroeid tot een feest dat een week duurt en
waarin kinderen diensten verlenen aan kinderen.
De kinderen van de Bal Vikas-klassen -
kinderen van devotees, die meestal in
weekend-klassen les krijgen in Baba's leringen
in het algemeen en in de vijf menselijke waarden
in het bijzonder - doen spelletjes met de
kinderen uit de sloppenwijken, bezoeken kinderen
in ziekenhuizen en zingen bhajans in tehuizen
voor gehandicapten en ontspoorde jongeren. Zij
geven deze kinderen speelgoed en zelfgemaakte
presentjes en op al deze manieren brengen zij de
boodschap van de
liefde.