





Baba's
Quote van de dag:

|



[Oorspronkelijke
titel: Teachings of S'rî Sathya Sai
Baba]


Hulp
bij Meditatie
1.
Beoefening van meditatie houdt tevens in het
ontwikkelen van waarheidsliefde,
rechtvaardigheid, vrede en liefde.
2.
Offer alles aan de Heer en geef alles aan Hem over,
zonder enig verlangen naar persoonlijk gewin.
3.
Om het stralende en de luister van God gewaar te
kunnen worden, moet je het samenzijn met heiligen
zoeken en voortgaan op je geestelijke weg, terwijl je
Gods namen zingt en mediteert.
4.
Mediteer
[zie bijv. Jyoti
Meditation],
concentreer je en ga voort op je weg! Beoefen de juiste
meditatie en kom tot realisatie van het Allerhoogste Zelf
(Atma)
5.
Verval niet in
een van de volgende tien dwalingen; drie op het fysieke,
vier op het verbale en drie op het mentale
vlak.
De dwalingen op het
fysieke terrein zijn:
*
inbreuken op het leven,
*
verlangen naar overspel en
*
diefstal.
De dwalingen op het
gebied van het spreken (de tong)
zijn:
*
misleidende verklaringen,
*
kwetsende opmerkingen,
*
jaloerse uitlatingen en
*
leugenachtige uitspraken.
De
mentale dwalingen zijn:
*
hebzucht,
*
jaloezie en
*
het ontkennen
van de waarheid/werkelijkheid van God.
6.
De geestelijke disciplines moeten van zeer verheven aard
zijn wil je tot realisatie komen van het Allerhoogste
Bewustzijn. Dat bewustzijn geniet de genade van God. Gods
genade is er altijd, indien je oprecht op Hem vertrouwt.
7.
Laat alle
verlangen en gehechtheid uitgaan naar God; Hij alleen is
eeuwig en Hij alleen is de bron van alle vreugde en
blijheid. En wat het overige betreft, houd van een ding
alleen maar als ding. Houd van een mens alleen maar als
mens. Heb God lief met geheel je wezen.
8.
Versterk je vertrouwen in God, in welke vorm je Hem ook
aanbidt. Geloof onwrikbaar dat alles door Zijn naam
geheiligd wordt. Doe je gebeden op deze wijze.
9.
Men moet verlangen naar het samenzijn met goede en
eerlijke mensen. Wie een bijeenkomst van toegewijden
(satsanga)
bijwonen en over God spreken, over de waarheid, dienst
aan anderen (seva)
en de Liefde van God, waarin allen als gelijk beschouwd
worden, die zijn waarlijk God toegewijd.
10.
Het is
belangrijk voor je geestelijke ontwikkeling de eigenschap
aan te leren altijd blij te zijn, met een glimlach op je
gezicht. Hierdoor wordt een gevoel van tevredenheid
bevorderd en kun je vooruitgang maken op je geestelijke
weg met een minimum aan innerlijke
disharmonie.
11.
Karakter
is kracht. Vorm het en gebruik het om tot Godsbegrip te
komen - en houd je dan vast aan die
realisatie.
12.
Hunker niet
naar lichamelijk/fysiek genot, omdat door dergelijke
lusten de meer blijvende vreugde van innerlijke kalmte en
tevredenheid opzij geschoven wordt.
13.
Raak niet gehecht aan dit vergankelijke, fysieke lichaam;
gebruik je lichaam als je werktuig. Zie je zelf als iets
anders dan dit vergankelijke lichaam (je bent niet je
lichaam), dat geschapen is uit de vermenging van de
vijf elementen (aarde, water lucht, vuur en ether).
Ken jezelf als het onvernietigbare Allerhoogste Wezen!
14.
Begrijp dit goed - maak dat je lichaam gehoorzaamt aan je
wil. Geef er nooit aan toe en onderwerp je niet aan zijn
luimen en grillen (apengedrag). Sta klaar om het
opzij te schuiven; besluit het te beheersen en onder
strenge beheersing te houden. Je moet je lichaam
zorgvuldig behandelen en het met strenge aandacht
trainen. Dat zal de driften doen bekoelen en het lichaam
kracht schenken. Je zult deugden tot ontwikkeling brengen
en het lichaam zal geschikt worden voor de meditatie en
geestelijke disciplines.
15.
Om pijn te
boven te komen is het goed te mediteren (dhyana)
en de namen van God reciteren (japa).
Zonder meditatie is het onmogelijk het denken te
beheersen en de baas te worden. Daarom is meditatie van
essentieel belang - om het denken te laten opgaan in
het Allerhoogste Bewustzijn.
16.
Tevredenheid is een verheffende eigenschap; laat toe dat
het denken zijn aandacht richt op God, de Enige die vrede
schenkt.
17.
Het pad dat
tot gelukzaligheid voert is heilig en eeuwig.
18.
Als het
onderscheidingsvermogen scherp en helder is en de
gedachtengolven tot rust zijn gekomen, als de aandacht
eenpuntig is tengevolge van het schouwen van het
Zuiver Bewustzijn, dan manifesteert zich de
Stralende Luister van God, die het kwaad verbrand en de
vreugde openbaart.
19.
Het leven van de mens verkrijgt een nieuwe luister als
hij Bewustzijn-Bestaan-Zaligheid (sat-chit-ananda)
realiseert en schouwt door het denkvermogen en het
intellect, dat door middel van de meditatie gelouterd en
getransformeerd is.
20.
Als je je blik
naar binnen richt, ziet het innerlijk oog de
werkelijkheid van de zaligheid van het Allerhoogste
Bewustzijn. Dan, op dat ogenblik daalt de zegen van God
op je neer.
21.
De eenpuntig gerichte concentratie doet de wilskracht
en de vaardigheid toenemen, en schenkt succes bij alles
wat je onderneemt.
22.
De
mediterende mens die de Allerhoogste Zaligheid
realiseert, heeft te allen tijde de beheersing over zijn
fysieke, verbale en mentale streven.
23.
Alle volleerde geestelijke aspiranten,
yogi's
en onthechten zijn tot inzicht omtrent het Absolute
gekomen door meditatie. Als de kennis omtrent het hogere
bereikt is, is er geen besef meer van verleden of
toekomst; alles is het NU.
24.
De vruchten van meditatie (dhyana) en devotioneel
gezang (bhajan)
zijn rijker dan die welke men met veel moeite bemachtigt
door fysieke yoga beoefening, riten (yajna),
of adembeheersing.
25.
Door meditatie
kun je lichamelijke zwakheid te boven komen, de rusteloze
aard van het denken beteugelen, en zonder moeite
voortgang maken naar de Zetel van Genade; dan kun je de
ervaring verkrijgen van de goddelijke oerkracht.
26.
De inwerking van de hogere energieën van de natuur
op je leven is de rijkdom die je verkrijgt door het
zingen of reciteren (japa)
van Gods Naam en door meditatie. Deze twee dingen
reinigen niet alleen het lichaam, maar louteren ook de
innerlijke neigingen.
27.
Zich èèn weten met de Allerhoogste is ook
mogelijk voor hen die alles: denken, voelen, handelen,
met oprechte tevredenheid en algehele zelfovergave
opdragen aan God.
28.
De realisatie van het Allerhoogste Bewustzijn
(paramatma)
is de vervulling van het leven van de mens. Om tot deze
realisatie te komen moet iemand geheel en al vrij zijn
van diep verborgen onderbewuste en onbewuste impulsen.
29.
Zelfs de zuivere impuls die oorzaak is van iemands
hunkeren naar bevrijding van het
ik-bewustzijn,
moet mettertijd verdwijnen. Dan kan men uitstijgen boven
de paren van tegenstellingen en de Ware Essentie
realiseren.
30.
Als de ziel
de volledige realisatie beleeft (mukti),
heeft ze het volledige weten, schoonheid, luister, kracht
en macht, roem en rijkdom. Dan is de aard van zo
iemand algeheel bestaan, volledige kennis, algehele
zaligheid.
31.
Als (in de meditatie) vorm niet langer wordt waargenomen
en men zijn individualiteit vergeet, dan is dit het
aanvangsstadium van samadhi.
32.
Als iemand samadhi bereikt, bevindt de ziel zich
in het Allerhoogste Licht. Dan weet de ziel, dat zij
straalt met de luister van het Zelf.
Volmaakte
Vrede
1.
Volmaakte
vrede is die soort vrede die je verkrijgt als gevolg
van afwezigheid van begeerte, toorn, hebzucht en
haat.
2.
Vrede
moet tot uitdrukking komen in gevoelens, woorden, houding
en daden; en ook in het denken, en in het vervullen van
je plicht - alles in gelijke mate. Dan wordt vrede
volmaakt, de hoogste en meest stabiele soort
vrede.
3.
Ware
vrede verwerft men door beheersing van de
zintuigen/zinnen.
4.
Brahman,
de Transcendente Realiteit is wat onwrikbaar en
onveranderlijk is in een wereld van voortdurende
verandering.
5.
Zuivere zaligheid is de ingeschapen aard van de
mens.
6.
Vrede
is een oeverloze oceaan - ze is het licht dat de wereld
verlicht.
7.
Zuivere liefde kan slechts opwellen uit een hart dat
verzonken is in vrede.
8.
Het
diepe besef 'Alles is God' wordt dan iets
natuurlijks voor je.
9.
Wie
naar het geestelijke streven, moeten
onderscheidingsvermogen ontwikkelen en het onderscheid
zien tussen het voorbijgaande en het eeuwige - en dan
voor zichzelf uitmaken wat hun aandacht en inspanning het
meest waard is.
Verder moet men een ernstige poging doen om dat, wat als
waar en de moeite waard verkozen is, te beleven.
Tenslotte moet je die poging niet opgeven; zet door,
ongeacht wat in de weg staat.
Deze drie stappen noemt men de waarachtige
tapas,
de geestelijke discipline, die de negatieve tendensen
wegbrandt. Uit deze discipline wordt ware vrede en
blijheid geboren.
10.
De innerlijke aard van de mens komt de aard van God
het meest nabij.
11.
Wijsheid, uit vrede geboren, is de oorzaak dat je ten
volle leeft, dat je een leven leidt dat de dood niet
kent.
12.
Het soort toewijding dat je kent als volmaakte toewijding
- para
bhakti - en
de vredige devotie is het meest geschikt om eeuwige,
nooit aflatende vrede te bereiken.
13.
Vrede is essentieel voor iedereen; als je vrede hebt, heb
je alles.
14.
Je moet bereid zijn elk tijdelijk obstakel op je weg met
opgewektheid tegemoet te treden. Dan alleen kan het doel
bereikt worden. Wees waakzaam en aanvaard wat tot je
komt, in een positieve houding. Vrede helpt iemand zelfs
het vermogen te ontwikkelen de toekomst te
kennen.
15.
Een stralend uiterlijk, schitterende ogen, een
vastberaden blik, een edele oogopslag, een prettige stem,
warme naastenliefde, standvastige goedheid: dit zijn de
kentekenen van een niet-aflatende wil om God te
schouwen.
16.
Je
kunt God op vele wijzen aanbidden: Je kunt herhaaldelijk
Zijn Naam uitspreken, Zijn heerlijkheid bezingen, Zijn
ware aard schouwen in de meditatie. Steeds wanneer de
persoonlijke vorm van God wordt aanbeden, is de Naam van
God het meest essentieel.
17.
De
vredesmantra is:
'O Heer, maak
als ik geluk beleef door de dingen van deze wereld,
dat ik de onwerkelijke dingen vergeet en toon mij de
weg naar blijvend geluk.'
'O Heer, neem als de
dingen der wereld mij aantrekken, het besef van
duisternis weg die de alles-doordringende
Werkelijkheid verbergt, wat elk ding toch eigenlijk
is!'
'O Heer, schenk mij
door Uw genade de zegen van de onsterfelijkheid en de
allerhoogste zaligheid, die voortspruit uit het gewaar
zijn van het volle licht en de luister van de
Allerhoogste Werkelijkheid in elk ding.'
18.
De Goddelijke Liefde, zelf, is de
realisatie.
19.
Spreek
de waarheid. Spreek op prettige wijze; er wordt geen
grotere discipline gevergd. Dan alleen kan de sfeer van
vrede tot uitdrukking gebracht worden.
20.
De
Goddelijke Liefde is de ware bron van deze
vrede.
21.
Vrede is van een prachtige glans; ze is vol zaligheid en
gaat gepaard met wijsheid; vrede is inderdaad het ervaren
van God.
22.
Vrede is als een berg van solide gesteente.
23.
Een blijmoedige kijk op het leven helpt de vrede zich te
openbaren. Je aard moet vrij zijn van praal en pronk en
uiterlijk vertoon.
24.
De ware aard van de mens is vrede.
25.
Wees er allereerst van overtuigd dat je het Universele,
Onsterfelijke, Allerhoogste Zijn bent.
26.
Vrede is ware toewijding aan God, aan Waarheid en aan de
scheppende wet van het leven (dharma).
27.
De
naam van de Heer is als een berg van zoetheid.
28.
Zolang de suiker op je tong is, proef je de suiker. En
evenzo voel je de zaligheid zolang je hart liefde
koestert en vol vrede en toewijding is.
29.
Vast gegrondvest te zijn in onderscheidingsvermogen en
onthechting is de hoogste geestelijke discipline, en het
meest lonende besluit dat men kan nemen.
30.
De ware onthechting houdt in het opgeven van je
verknochtheid aan huis en haard en aan een hoge positie
in maatschappij of zakenleven. Het is een kwestie van
innerlijke waarneming. Naarmate je begrip krijgt voor de
goddelijkheid die aanwezig is in alles, zal het
onderscheid tussen namen en vormen verdwijnen. Hierdoor
kun je geluk ervaren in elke situatie en in welke vorm
dan ook.
31.
De diep verborgen tendensen en karmische indrukken die
ontkiemen, moeten verbrand worden in het vuur van
onderscheidingsvermogen; dan kan ware vrede gaan
heersen.
32.
Waarheid kan niet veranderen of ophouden te zijn;
onwaarheid (verschijningsvormen) kan nooit lang
standhouden. Jullie moeten allen goed doordrongen worden
van dit besef.
33.
Door
onderscheidingsvermogen en onthechting gaat een mens
begrijpen wie hij in werkelijkheid is.
34.
Laat
je niet binden door egoïstische gehechtheden. Houd
je bezig met het volbrengen van je plichten. Voel je niet
blij en gelukkig met succes en verdrietig door
mislukking. Wees bereid alles op te geven dat schadelijk
is - dan kun je door onderscheidingsvermogen de trom van
de overwinning roeren! Grote uitspraken zoals deze
onthullen de verhevenste Waarheid en de heerlijkheid van
God.
35.
De
mens is de belichaming van vrede. Zonder vrede is het
onmogelijk de Waarheid te zien.
36.
Het Transcendente Zijn is een oeverloze, bodemloze
oceaan. Zwem lustig rond in deze diepe en kalme oceaan;
dan pas kun je tot ware vrede komen.
37.
Geestelijke
discipline kan je geen verhevener vermogen schenken. Dit
is het ware geheim van het levensbeginsel in de
schepping.
38.
Algehele onthechting en karma yoga beide voeren je
naar hetzelfde doel: bevrijding. Er is meer vreugde in
werk verrichten dan in werk opgeven. Onthechting en werk
zijn geen tegengestelden; ze gaan samen. [Zie ook:
Bhagavad Gîtâ, hoofdstuk
3]
39.
Begrijp de
Werkelijkheid; eerst dan kan vrede post vatten in je
persoonlijkheid.
40.
Wie de ervaring kent van de bewuste diepe slaap
(yoga
nidra)
zal steeds de allerhoogste vreugde ervaren in het een
zijn met het Zelf bij het schouwen van de innerlijke
werkelijkheid. Het is de ware, blijvende vreugde.
41.
Luister! Jij, wiens ware aard die is van het Allerhoogste
Bewustzijn! Probeer je ware Zelf, je echte werkelijkheid
te ontdekken. Kom tot het inzicht dat je het Allerhoogste
Bewustzijn Zelf bent; ervaar de hoogste vreugde alleen
hierin; proef de onvervalste, onvergelijkelijke zaligheid
van het gewaarzijn van het ware Zelf. Laat de tijd opgaan
in Hem, wiens vorm de Tijd is [Zie ook:
Bhagavad Gîtâ, hoofdstuk
10] . Dat
is de verhevenste opdracht van de mens, zoals de heilige
geschriften ons leren [Zie ook:
Srîmad
Bhâgavatam].
Met het amulet van wijsheid om je arm kun je ontsnappen
aan de invloeden van negatieve 'sterren', zinnelijke
bekoring genaamd.
42.
Stilte en zwijgen zijn de aard van Zuiver Bewustzijn. Wie
dat bereikt heeft, beleeft de opperste vrede en de
hoogste zaligheid. Zuiver Bewustzijn is Waarheid,
Wijsheid en Zaligheid.
43.
Bedenk wel dat wat heiliger is dan alle heilige dingen de
Naam van God is, die de lagere aard kan transformeren en
louteren tot nectar.
44.
Oneindige liefde is het kenmerk van een wijze.
45.
Eenpuntige concentratie op Zuiver Bewustzijn is de enige
werkelijke contemplatie
46.
Als
iemand die aan het mediteren is, geen weet meer heeft van
zichzelf en ook niet meer van het feit dat hij aan het
mediteren is, dan is hij in samadhi.
47.
Er zijn twee classificaties van samadhi. In
savikalpa-samadhi is er nog steeds het besef van de
drievoudigheid: kenner, het kennen en het gekende. Als
men beseft dat de kenner Zuiver Bewustzijn is, dat het
kennen Zuiver Bewustzijn is, en dat het gekende Zuiver
Bewustzijn is, dan is er geen onrust, geen mentale
werkzaamheid meer. Dat is nirvikalpa samadhi.
48.
Samadhi is als de oceaan waarheen alle geestelijke
discipline stroomt. De diverse stromen van aanvankelijke
inspanning, juiste meditatie, lichaamshouding,
pranayama,
concentratie en contemplatie - deze alle vinden hun
vervulling in die oceaan. Elk spoor van naam en vorm
verdwijnt in die oceaan. Wie dient en wie de dienst
ontvangt, wie mediteert en hij waarop gemediteerd wordt,
al dergelijke begrippen worden weggevaagd en teniet
gedaan, als realisatie is bereikt. Dan 'ervaart men zelfs
niet de ervaring'. Dat wil zeggen: men is zich niet
bewust van het feit dat men ervaart. Dan is er alleen
Eenheid; anders niet. Dat is dan samadhi. Als er
iets anders is, kan het geen ware samadhi zijn.
Integendeel, het is op zijn allerbest iets als een droom
of een voorbijgaand visioen. Samadhi kan alleen maar
tot Zuiver Bewustzijn toelaten.
Parels
van Wijsheid
1.
Stel vertrouwen in jezelf (heb zelfvertrouwen). Heb
geloof in God. Als je dit geloof en vertrouwen hebt, zul
je niet beroerd worden door de neiging tot
tegenstellingen in de natuur.
2.
Het
samenzijn met grote en goede mensen is nodig. Om je de
Werkelijkheid te doen kennen, is een goeroe ook
belangrijk.
3.
Men
moet niet overhaast te werk gaan met het zoeken naar een
goeroe.
4.
De goeroe is dat waardoor je denken-voelen verbonden
wordt met God. Als je het Allerhoogste Bewustzijn als de
goeroe beschouwt en je geestelijke disciplines beoefent
met onwankelbare liefde, zal de Heer Zelf voor je
verschijnen en je onderricht geven, net als een goeroe.
Of, Hij kan je als vrucht van je intense devotie zo
zegenen dat je een goeroe ontmoet die capabel is je in de
verhevenste waarheid in te wijden.
5.
In de persoonlijke aanbidding kun je elke Naam van God
bezigen die je wilt. Voor de meditatie moet die naam of
mantra gebruikt worden die je tijdens de inwijding van de
goeroe gekregen hebt. Houd je daar stipt aan en
transformeer jezelf door standvastig voortdurend te
luisteren (binnen in je) en steeds opnieuw te
proberen.
6.
Grote
mensen zijn zij die geen misbruik maken van anderen en
die vol goede voornemens en bedoelingen zoeken naar de
realiteit van het leven. Het geestelijke kan niet
begrepen worden door hen die geen onderscheidingsvermogen
hebben, die vol eigendunk zijn door het gezag dat ze
hebben, en ook niet door diegenen die zich niet bewust
zijn van het bestaan van hogere kennis, dat wil zeggen
kennis van de Werkelijkheid.
7.
Er
zijn vier soorten mensen die aanmerkinge maken op
God:
a.
Mensen die totaal geen belangstelling hebben voor zaken
die met God te maken hebben.
b.
Mensen,
die door jaloezie en afgunst de grootheid van een ander
niet kunnen verdragen.
c.
Diegenen
die noch de persoonlijke ervaring, noch het contact, noch
ook enigerlei kennis hebben, en daarom onwaarheden
verzinnen.
d.
Mensen die een of ander werelds verlangen koesteren en
dan God de schuld geven van hun eigen tekortkomingen om
hun eigen tekorten die voortkomen uit hun innerlijke
neigingen goed te praten.
Goedkope soorten metaal maken knersende geluiden; goud
dat zoveel meer waard is, doet dat niet. De Godgelovigen
zijn zwijgzaam en volgen rustig het pad. Ze zijn zo
volledig in beslag genomen door het herhalen van de
heerlijkheid en grootheid van God dat ze er geen tijd
voor hebben en geen zin in iets anders.
8.
Men moet liefde beschouwen als de adem van het
leven.
9.
De liefde die in alle dingen in gelijke mate manifest is:
zie in dat dat hetzelfde is als het Allerhoogste
Bewustzijn.
10.
Het
Allerhoogste Bewustzijn is in iedereen, in de vorm van
liefde.
11.
De mens moet zich allereerst inspannen zijn liefde op God
te richten, meer dan op andere vormen van
liefde.
12.
Zo'n
op God gerichte liefde is toewijding en aanbidding; en
dat is het fundamentele en kenmerkende van de
gelovige.
13.
Wie de zaligheid van de Allerhoogste zoeken, moeten niet
aldoor de zinnelijke genietingen najagen.
14.
Beschouw
waarheid als even levengevend als het ademhalen
zelf.
15.
Zoals
iemand die geen adem meer haalt, niets meer vermag, zo is
een leven zonder waarheid zonder nut, en wordt het een
oord van strijd en verdriet.
16.
Weet dat er niets boven Waarheid gaat; niets is
kostbaarder, niets is zoeter, niets houdt langer
stand.
17.
De Waarheid beschermt allen en alles. Er is geen
machtiger behoeder dan Waarheid.
18.
God, de belichaming van Waarheid, schenkt zijn
darshan,
visie op de werkelijkheid, aan mensen die de waarheid
spreken en een hart vol liefde hebben.
19.
Wees van ganser harte vriendelijk jegens alle wezens en
bovendien bezield van de geest van
zelfopoffering.
20.
Ook moet je je zinnen beheersen, kalm van aard en
onthecht zijn.
21.
Wees
altijd op je hoede voor de vier tekortkomingen van de
tong/spraak: onwaarheid spreken, kwaad spreken over
anderen, lasteren, en te veel praten. Deze neigingen moet
je beheersen.
22.
Tracht
dit te vermijden: doden, overspel plegen, stelen, gokken,
verdovende middelen, alcohol drinken en vlees eten.
Het helpt je bijzonder om zo zuiver mogelijk te leven,
als je je van deze zaken verre houdt.
23.
Je moet waakzaam zijn, zonder èèn ogenblik
te verslappen, ten opzichte van begeerten, woede,
hebzucht, gehechtheid, ongeduld, haat en
trots/hoogmoed.
24.
Het denkvermogen van de mens werkt snel bij het najagen
van verkeerde dingen. Onderwerp je denkleven door te
allen tijde aan God te denken; of door een of andere
goede daad te verrichten. Op deze manier maak je je
geschikt om Gods genade te ontvangen.
25.
Geef de neiging op anderen hun voorspoed te misgunnen.
Wens hen niets onfortuinlijks toe. Wees blij als anderen
zich gelukkig voelen. Voel mee met anderen die tegenspoed
hebben en wens dat het hun goed mag gaan. Dat is de
manier om Gods genade te ontvangen.
26.
Geduld
is alle kracht die een mens nodig heeft.
27.
Wie erop gesteld is in vreugde en blijheid te leven, moet
altijd goed doen.
28.
Het is niet zo moeilijk woede te overwinnen door liefde,
gehechtheid door rede, leugen door waarheid, het kwaad
door het goede, en hebzucht door
milddadigheid.
29.
Je moet niet ingaan op de woorden van boosaardige mensen.
Houd hen op een afstand. Breek, zo nodig, elke relatie
met dat soort mensen af.
30.
Zoek
het samenzijn met goede mensen, zelfs ten koste van je
eer en je leven. Maar bid God je de zegen te schenken van
het vermogen onderscheid te maken tussen goede mensen en
diegenen die niet deugdzaam zijn. Je moet het verstand
gebruiken dat je gegeven is.
31.
Wie in de strijd de overwinning behalen en roem en eer
behalen in de wereld, worden als helden vereerd, maar wie
zijn zinnen beheerst is de ware held en moet toegejuicht
worden als universele overwinnaar.
32.
Wat iemand ook doet, het goede of het kwade, het zal hem
achtervolgen. Wij plukken de vruchten van onze
handelingen en begeerten.
33.
Hebzucht levert alleen verdriet op; tevredenheid is het
beste. Er is geen groter geluk dan
tevredenheid.
34.
De neiging kwaad te doen moet met wortel en tak
uitgeroeid en verworpen worden. Staat men toe dat het
standhoudt, dan ondermijnt het het leven.
35.
Verdraag verlies en smart met vastberadenheid; probeer
wegen te vinden om tot vreugde en vervulling te
komen.
36.
Zwijg en houd je tanden op elkaar als je je bewust wordt
van woede, of denk aan de Naam van God. Probeer niet je
dingen te binnen te brengen die het denken en voelen in
nog grotere woede doen ontsteken.
37.
Vermijd van nu af alle slechte gewoonten. Stel het niet
uit; schuif het niet op de lange baan. Zulke gewoonten
dragen niets bij tot vreugde en blijheid.
38.
Tracht, voor zover binnen je bereikt ligt, de noden en
behoeften te lenigen van de armen, die werkelijk
expressie zijn van het Goddelijke. Deel met hen wat je
aan voedsel hebt en maak hen blij.
39.
Vermijd te doen jegens anderen wat je vindt dat anderen
jou niet moeten aandoen.
40.
Koester oprechte spijt over fouten uit onwetendheid
begaan; probeer niet nog eens in diezelfde fouten te
vervallen. Bid God je de zegen te schenken van sterkte en
de moed die nodig is om op het rechte pad te
blijven.
41.
Sta niet toe dat iets je benadert, dat je vurig verlangen
en je enthousiasme voor God zou teniet doen. Gebrek aan
zo'n vurig verlangen en echt hunkeren zou alle voortgang
tegenhouden.
42.
Zwicht
niet door gebrek aan moed; laat je innerlijke zaligheid
en vertrouwen niet varen.
43.
Raak niet opgeblazen van trots, als je door anderen
geprezen wordt; voel je niet ontmoedigd, als men je
verwijten doet.
44.
Als er onder je vrienden ruzie etc. ontstaat, blaas het
vuurtje dan niet aan. Integendeel, probeer met liefde en
sympathie hun vroegere vriendschap te
herstellen.
45.
Ga bij jezelf na of er geen persoonlijke fouten zijn, die
nodig verbeterd moeten worden, in plaats van de fouten
bij anderen te zoeken. Het is veel beter je eigen fouten
- als je die hebt - met wortel en tak uit te roeien dan
honderden fouten in anderen te ontdekken.
46.
Zelfs al doe je geen goede daden - doe in elk geval geen
slechte.
47.
Wat anderen ook zeggen over je fouten (waarvan je weet
dat je ze niet hebt), ga er niet emotioneel op in. Als je
fouten hebt, probeer ze dan te verbeteren, nog voordat
anderen je er op attenderen. Wees niet boos en koester
geen wrok jegens mensen die zich bewust zijn van jouw
fouten en tekorten. In plaats van hen dat kwalijk te
nemen, moet je hun dankbaar zijn. Het is goed je eigen
tekortkomingen te kennen, opdat ze verbeterd kunnen
worden. Het heeft geen nut op andermans fouten en feilen
te wijzen.
48.
Telkens als je wat vrije tijd hebt, gebruik die dan niet
om over anderen te praten. Benut die tijd door te
mediteren of door goede en nuttige dienst aan
anderen.
49.
God
wordt alleen begrepen door iemand die Hem liefheeft. Hij
die God waarlijk liefheeft, wordt alleen door Hem
begrepen. Anderen kunnen zo iemand niet ten volle
begrijpen. Bespreek dus geen zaken die te maken hebben
met liefde tot God, met anderen die geen toewijding
kennen. Als je dat toch doet, zal je devotie weggezogen
worden. (Zie
ook: BG : 18-67)
50.
Als iemand met je spreekt over een onderwerp waarvan hij
klaarblijkelijk niet goed op de hoogte is, probeer dan te
accepteren wat hij eigenlijk bedoelt te zeggen en treed
er niet over in discussie met hem. Wees zachtmoedig en
vriendelijk.
51.
Als je gelijkmoedigheid wenst aan te kweken, bepaal dan
je aandacht bij datgene waar je mee bezig bent, terwijl
je je auto bestuurt, of wandelt, of in gezelschap
verkeert.
52.
Laat
alle twijfel over je goeroe en God varen. Als je
verlangens aangaande deze wereld niet vervuld worden,
geef de schuld daarvan dan niet aan je gebrek aan
toewijding. Er is geen relatie tussen wereldse verlangens
en devotie jegens God. De dag zal komen dat alle wereldse
verlangens opgegeven moeten worden, en dat liefde tot God
aangekweekt zal moeten worden.
53.
Als
je met de meditatie geen behoorlijke vorderingen maakt,
of als je verlangens niet prompt in vervulling gaan, geef
er God dan niet de schuld van. Dat zou je alleen maar nog
meer ontmoedigen en je zou ook nog de innerlijke vrede
kwijtraken, die je bereikt hebt. Tracht je geestelijke
oefeningen op de juiste wijze te verrichten.
Het Aankweken van Liefde tot God
1.
Karakter
maakt dat men het leven bewust ervaart als onsterfelijk,
karakter overleeft zelfs de dood. Er zijn mensen die
zeggen dat kennis macht is, maar Ik zeg dat karakter
macht is. Zelfs het verkrijgen van kennis vereist een
goed karakter. Dus moet iedereen leren een onberispelijk
karakter zonder een spoor van kwaad te verkrijgen. Iemand
met een smetteloos karakter heeft de volgende
eigenschappen: liefde, geduld, verdraagzaamheid,
standvastigheid en naastenliefde. Dat zijn de hoogste
eigenschappen en daar moet men eerbied voor
hebben.
2.
Boeken of tijdschriften lezen alleen zal iemand niet tot
onderscheidingsvermogen brengen. Wat gezien, gehoord, of
gelezen wordt, moet echt in praktijk gebracht worden.
Zonder dat is lezen alleen maar
tijdverspilling.
3.
Kweek eenpuntig gerichte standvastigheid aan in alles wat
je doet. De mens moet een evenwichtige visie op de dingen
hebben. Alle manifestaties in de schepping moeten hem
even goed toeschijnen. Hij moet alle schepselen met
evenveel liefde en vertrouwen bejegenen als hij voor
zichzelf voelt. Er is niets slechts in de schepping, niet
het minste. Kwaad doet zich alleen maar als zodanig voor
doordat men een onjuiste kijk op de dingen heeft. De
schepping wordt gekleurd door de aard van de bril, die we
dragen. Op zichzelf genomen, is de schepping eeuwig
zuiver en heilig.
4.
De voornaamste geestelijke oefening is fouten en
zwakheden in jezelf op te sporen en er naar te streven
deze te verbeteren en zo tot volmaaktheid te
komen.
5.
Bedenk wel: het leven is een offer. Elke handeling, hoe
gering ook, is een offer aan God. Als je de dag
doorbrengt met daden verricht in de geest van overgave,
wat kan de slaap dan anders zijn dan samadhi?
6.
Bedenk dit: jij bent niet dit lichaam; dit lichaam kan
niet jij zijn. Jij bent Dat (tat
tvam asi).
Jij bent het Allerhoogste Bewustzijn. Dat is de
verhevenste en heiligste lering; jij bent het
onvernietigbare Allerhoogste Bewustzijn.
7.
Er
zijn drie lessen die men kan leren: het vergankelijke van
al het geschapene; de rol van de mens als de dienaar en
God als de meester; deze schepping is de plaats waar wij
God aanbidden. De mens is degene die aanbidt, en God is
het voorwerp van die aanbidding. Dit alles bij elkaar
vormt het spel dat wij leven noemen.
8.
Werk,
liefde tot God, kennis (karma,
bhakti,
jnana)
gaan samen. Een brok kandij heeft zoetheid, gewicht en
vorm; deze drie dingen kan men niet scheiden. Eveneens
zijn de ziel, de Geest in de mens, en de Geest die boven
de schepping uitgaat, niet van elkaar afgescheiden; ze
zijn een en hetzelfde. Elke bezigheid in het leven moet
verzadigd zijn van de geest van plichtsgetrouwe arbeid,
liefde en kennis (inzicht). Dat is de verhevenste
yoga.
9.
Wat nodig is voor een mens, is het inzicht dat hij tot
God moet bidden, en de wijsheid Hem te gedenken. Alleen
maar vermeerdering van informatie is geen
kennis.
10.
Al
het werk voor het volgende gedaan, is ware
aanbidding:
*
de wereld te gebruiken als plaats voor de aanbidding van
God;
*
vrede en gerechtigheid te vestigen in de samenleving;
*
en
verder de functies van het lichaam te beheersen en te
coördineren.
Alle handelingen van de mens moeten gericht zijn op deze
drie noodzakelijkheden.
11.
Waarheid is God. Realisatie van de Waarheid en het juiste
gebruik van het onderscheidingsvermogen leidt tot de
Allerhoogste Realisatie.
12.
Het Allerhoogste Bewustzijn, namelijk het Transcendente
Zijn of Paramatma,
is werkelijk. Dit is Waarheid. Dit is Liefde. Het is
mogelijk Hem te realiseren, in welke vorm je ook op Hem
mediteert. Vertoef steeds in het gezelschap van
toegewijde getrouwen. Door dit omgaan met mensen die de
Waarheid zoeken, zul je merken dat je
onderscheidingsvermogen toeneemt en dat je meer onthecht
raakt aan wereldse aangelegenheden. Deze kenmerkende
eigenschappen zullen je geest sterken en je innerlijke
vrede schenken. Dan zal je denken-voelen opgaan in de
Allerhoogste Realiteit.
13.
Egoïsme veroorzaakt gebrek aan innerlijke vrede. De
mens schept en versterkt in zichzelf een grote
verscheidenheid van zelfzuchtige gewoonten en houdingen.
Dat maakt dat hij zeer ontevreden wordt over zichzelf. De
stralende luister van de goddelijke aard van de mens
wordt verduisterd door egoïsme. Als het egoïsme
tenietgedaan is, komen dus alle zorgen en moeilijkheden
tot een eind, alle ontevredenheid verdwijnt en de mens
komt tot ware zaligheid.
14.
Almacht is alleen eigen aan de Heer.
15.
Onthoud dit: voordat de realiteit van het Allerhoogste
Bewustzijn beseft wordt, zul je beslist overweldigd en in
verwarring gebracht worden door het tumult in de wereld.
Maar als je eenmaal diep doorgedrongen bent in het gebied
van geestelijk streven, dan wordt alles klaar en
duidelijk en dan ontwaakt de ware aard van het Bewustzijn
in je. Tot dat moment zul je meegesleurd worden in het
zinloze rumoer van onderling redetwisten, elkaar
bestrijden en 'belangrijk doen'.
16.
Drie soorten
mensen zijn te herkennen onder diegenen die trachten
goede daden te verrichten en het pad te volgen dat leidt
tot Zelfrealisatie:
a.
die mensen die te bang zijn voor alle moeilijkheden en
bezwaren, dan dat ze zelfs maar met het zoeken
beginnen;
b.
die mensen die als ze de tocht aanvaard hebben en een
eindweegs gegaan zijn, gedeprimeerd en uit het veld
geslagen raken door de belemmeringen en teleurstellingen
en het daarom opgeven;
c.
diegenen die
standvastig, kalm en moedig, trouw blijven aan het pad,
wat er ook moge komen en hoe zwaar de weg ook mag
zijn.
De eerste soort staat beneden aan de ladder, de tweede
bevindt zich halverwege, en de derde is het verst
gevorderd. Standvastigheid, geloof en vertrouwen, en niet
aflatende trouw zijn kenmerkend voor iemand die God
waarlijk liefheeft.
17.
De
Allerhoogste Werkelijkheid kan men niet leren kennen
zonder geloof, vertrouwen en standvastigheid. Alleen door
geduld komt de wijsheid; alleen door wijsheid en
onderscheidingsvermogen ontstaat de hoogste liefde tot
God; alleen door intense liefde tot God komt men tot
realisatie van het Allerhoogste Bewustzijn.
18.
Hoe moet je
liefde tot God aankweken?
a.
Beschouw andermans fouten, hoe enorm die ook mogen zijn,
als onbetekenend; beschouw je eigen fouten, hoe
onbetekend ook, als enorm; heb dan spijt over je fouten
en verbeter ze. Op deze manier leer je broederlijkheid en
verdraagzaamheid.
b.
Wat je ook doet, alleen of samen met anderen, doe dat in
het besef dat God alomtegenwoordig en almachtig is. Hij
ziet alles, en hoort en weet alles. Onderscheid het ware
van het onware en spreek alleen de waarheid, te allen
tijde. Onderscheid het juiste van het onjuiste, en doe
alleen wat juist is. Streef er constant naar je bewust te
zijn van de aanwezigheid van God. Het lichaam is de
tempel van de ziel; wat er dan ook in de tempel gebeurt,
is zaak van de ziel. Evenzo is deze wereld het lichaam
van God, en al wat er in gebeurt - het positieve
zowel als het negatieve gaat Hem aan. Door de verhouding
tussen lichaam en ziel gade te slaan kun je ook de
verhouding tussen God en de wereld gadeslaan. De
verhouding ziel - God, de verwantschap ertussen, kan
iedereen begrijpen die de drie voornaamste werktuigen
verkrijgt en gebruikt: een denkvermogen dat vrij is van
gehechtheid en haat, waarheidsliefde en een lichaam, dat
vrij is van in- en uitwendige stoornissen.
19.
Blijvend geluk kan men alleen maar verkrijgen door de
wetenschap van God-realisatie. Dat leren ons de zieners
en de wijzen. Dat is het enige dat een mens kan behoeden,
en dat hem vrede kan schenken.
20.
Als
kennis-wijsheid begint te dagen, verdwijnen de schaduwen
van de drie soorten karma. God's wil is oppermachtig, en
wat almacht betreft, hieraan zijn geen grenzen en hierop
zijn geen uitzonderingen. Als je door geestelijke
oefening de genade Gods wint, kun je zegevieren over
karmische indrukken, samskara's,
zelfs over de latente. Houd goede moed! Het lijden en de
nood van deze wereld is illusoir en van voorbijgaande
aard; richt je aandacht op dit feit en begeef je vol moed
op het pad van geestelijke discipline en de weg van
toewijding.
21.
Het leven wordt voortdurend door de dood beslopen. De
mens vindt het echter onaangenaam dit te horen. Men
beschouwt het als onfortuinlijk het woord zelfs maar te
horen, hoewel elk levend wezen dit gebeuren ieder
ogenblik steeds meer nadert.
Als je op reis gaat,
zal de trein je naar de plaats van bestemming brengen, of
je nu rustig gaat zitten of liggen, of je leest of
mediteert. En precies zo heeft ieder levend wezen bij
zijn geboorte een kaartje gekregen tot het moment van
zijn dood en is het nu op weg. Wat je strijd, je
beveiligingen of voorzorgsmaatregelen ook mogen zijn, die
bestemming moet op zekere dag bereikt worden. Wat er ook
onzeker mag zijn in deze wereld - de dood is zeker. Het
is onmogelijk verandering te brengen in die
wet.
22.
Voor een drenkeling is zelfs een plantestengel iets om
zich aan vast te klampen. Voor iemand die voor zijn leven
vecht in de zee van samsara,
het vloeiend patroon van het leven, kunnen enkele
opwekkende woorden tot grote steun zijn. Geen goede daden
zijn vergeefs en slechte daden hebben ook hun gevolgen.
Streef er dus naar ook maar het geringste spoor van
negatieve activiteit te vermijden. Kijk eerlijk uit je
ogen, luister alleen naar Gods Woord en naar verhalen
over heilige daden. Gebruik je tong om woorden te spreken
die goed, nuttig en waar zijn. Zo'n gewoonte maakt dat je
aldoor aan God denkt, en je nooit aflatende inspanning
moet je dan de overwinning brengen.
23.
Water dat in één richting voortstroomt,
bereikt de zee; water dat alle kanten uitstroomt, wordt
door de grond opgeslorpt. Karmische indrukken (mentale
sporen) zijn van diezelfde aard. De heilige stroom van
goede samskara's (indrukken) moet boordevol en
gestaag voortstromen langs akkers van heilige gedachten
en tenslotte tot rust komen in de oceaan van vrede op het
moment van overlijden. Een waardig mens is hij die zo'n
einddoel bereikt.
24.
Twintig slagen
met de hamer slagen er misschien niet in het rotsblok te
klieven, maar de een-en-twintigste doet dat misschien
wel. Dat betekent niet dat die twintig slagen vruchteloos
waren. Zo is ook ons denkvermogen gewikkeld in een strijd
met de wereld, zowel innerlijk als uiterlijk. Onnodig te
zeggen dat succes je misschien niet altijd ten deel valt,
maar een mens kan de eeuwige zaligheid verkrijgen door
zich te storten in goede werken en door zich te vervullen
van liefde tot God. Beziel elk moment van je leven met
die liefde.
25.
Al strijdend op het geestelijk vlak moet je God als je
behoeder aanvaarden. Om haar kind moed in te prenten,
laat de moeder het enkele stapjes doen, maar ze past op
dat het niet valt. Als het kind wankelt en dreigt zijn
evenwicht te verliezen, snelt de moeder toe om het op te
vangen. Zo houdt God de ziel in het oog. Het steeds
aanwezige vertrouwen hierin en het gevoel van zekerheid
zal je overtuigen en vervullen van liefde tot
God.
26.
De Eeuwige Religie (sanatana
dharma) is
de moeder van alle religies.
27.
Sta op, word
wakker, grondvest opnieuw de gouden eeuw, vol
luisterrijke doeleinden en plannen om Waarheid, Vrede en
Gerechtigheid te handhaven. Heb je broeders en zusters
lief. Volg de Eeuwige Religie, doof de vlammen van
onwetendheid, beroering, ongerechtigheid en jaloezie met
het water van liefde, verdraagzaamheid en waarheid.
Ontwikkel een gevoel van wederzijds respect jegens
anderen. Laat alle jaloezie en boosheid geheel en al
verdwijnen. Denk aan de leringen van de grote heiligen en
wijzen, de kenmerkende eigenschappen van verlichte mensen
en het feit dat alleen God de wereld beheerst.
28.
Geest is één en alleen maar
één. De heilige boeken en de
boodschappen van de zieners hebben dit verkondigd en er
is geen twijfel mogelijk. Het allerhoogste Bewustzijn is
immanent aanwezig in alles.
29.
Liefde, de liefhebbende en de geliefde zijn een en
dezelfde. Zonder liefde kan er geen liefhebbende zijn.
Zelfs als er liefde en liefhebbende zijn, dan heeft
liefde zonder de geliefde geen functie. In alle drie is
liefde de onmisbare factor. Dat wat geheel verzadigd en
onveranderlijk in alles aanwezig is, is het Allerhoogste
Bewustzijn.
30.
Hoed je voor
de twee voornaamste vijanden van geestelijke zoekers:
inbeelding die denkt dat het alles weet, en twijfel aan
de feiten van het leven.
31.
Ieder die zich bezighoudt met gebed, aanbidding en
oefening, en die zelfbeheersing, vertrouwen, geduld,
vriendelijkheid, blijheid en zuivere liefde heeft jegens
Mij, is Mij dierbaar [zie
bijv. BG : 12, vers
13-14].
32.
Ieder die
onderscheidingsvermogen bezit en onthechting beoefent,
ieder die zich bewust is van de kennis omtrent de
Werkelijkheid en steeds opgaat in contemplatie van het
kosmische levensdrama, ieder die steeds door en ondeer
alle omstandigheden de Naam van God overpeinst en tranen
van liefde stort telkens wanneer door iemand de Naam van
God genoemd wordt - die is Mijn ware getrouwe.
Een
Vluchtige Blik in Baba's Aard en wat Hij Verwacht van
Toegewijde Volgelingen.
1.
Aanbid
in je denken-voelen! Geef Mij iets dat van jezelf is,
iets dat zuiver is en fris geurt door deugd en onschuld
en gewassen is in tranen van berouw! Ruim God een plaats
in je hart in, en biedt Hem de vruchten van je
handelingen en de bloesems van je innerlijke gedachten en
gevoelens aan.
2.
Breng de
liefde tot God hier en neem de Goddelijke kracht met je
mee! Hoe meer dat tot stand gebracht wordt, hoe
aangenamer het mij is. Breng wat je hebt, je leed en
verdriet, je zorgen en ongerustheid - en ontvang van mij
blijheid, vrede, moed en vertrouwen.
3.
Als je
mij wilt bereiken, kweek dan liefde aan, en geef haat,
jaloersheid, woede, cynisme en onwaarheid op. Wat ik wil
hebben is je hart, de vrucht van geestelijke discipline
en een zuiver denkvermogen.
4.
Ik ben gekomen
om het hart der mensen te verlichten met het Licht van
God en de mens te bevrijden van het waanbeeld dat hem
wegsleurt van het pad van vrede en de volmaakte
gelijkmoedigheid van de realisatie.
5.
Ik ben van jou
en jij bent van mij. Ik wacht zelfs niet op een
uitnodiging. Onze verhouding is geen uiterlijke
verhouding; ze gaat dieper in de gebieden van de geest.
Ik ben met je en in je; daarom heb ik geen welkom of
speciaal verzoek nodig.
6.
Je zult mij alleen maar begrijpen door mijn werk. Daarom
laat ik soms, om te tonen wie ik ben, mijn
'visitekaartje' zien - en jij noemt dat een wonder. Leer
het geheim van het mysterie kennen en vervul de plichten
die ik je opdraag.
7.
Het Goddelijke (het Allerhoogste Bewustzijn) is
onzichtbaar, heeft geen vorm. Je maakt je er een
voorstelling van die je past, en tot die voorstelling
richt je je gebeden, waardoor je troost en kracht krijgt.
Maar wanneer het voor je staat in menselijke gedaante,
twijfel je vaak, redetwist erover en ontkent
het.
8. Ik ben niet gekomen
om algemene bekendheid te krijgen of om discipelen of
getrouwe volgelingen te winnen. Ik ben van jou en jij
bent van mij. Waartoe dan publiciteit? Ik geef niet zo
maar voordrachten, Ik leer je een mengeling van dingen
die nuttig zijn voor je mentale gezondheid en morele
wedergeboorte. Neem Mijn woorden als de medicijn die
nodig is voor je geestelijke gezondheid.
9.
Breng Mij al
het kwade in je en laat het hier achter - en neem dan van
Mij wat Ik heb: Liefde.
Leer de vaardigheid om in te zien dat allen en alles in
beweging gebracht en bezield worden door het ene
Allerhoogste Bewustzijn.
10.
Ik verlang
niet dat je Mijn lof zingt; Ik ben er tevreden mee als je
op Mij vertrouwt. Ik breng tranen van vreugde in je ogen
en Ik veeg de tranen van smart weg. Men zegt dat Ik de
mensen gek maak, en ook dat Ik krankzinnigheid genees.
Ja, Ik maak hen vurig enthousiast voor God en voor de
geestelijke disciplines die nodig zijn om tot
God-realisatie te komen. Ik genees de krankzinnigheid die
de mensen als razenden de snel voorbijgaande genietingen
doet najagen, waardoor ze vervallen in vlagen van vreugde
en verdriet.
11.
Hoe geef je Me
een gevoel van zaligheid? Door ter harte te nemen wat Ik
zeg, en dat in praktijk te brengen. Door het besluit te
nemen hoog te stijgen, maar dan toch aangetrokken te
worden tot het lage, verraad je jezelf. Verbeter je
karakter en je gedrag; als je gevoelens gereinigd zijn en
je impulsen zuiver zijn geworden, kun je Mijn ware
gestalte in werkelijkheid zien. Ik zal je in 't kort het
geheim onthullen: maak je intelligentie, je
onderscheidingsvermogen vrij van vertekening en
misvorming, en word intens en zuiver.
Studie
en Geestelijke Discipline
1.
Verwijder de belemmeringen uit je denken-voelen; dat is
alles wat je te doen hebt. Laat je ware aard naar buiten
stralen, dan zal de Heer je in Zijn hart sluiten.
Beproevingen en tegenspoed zijn het middel tot deze
loutering.
2.
In de regel is
geestelijke discipline vereist om het denken en de
begeerten die de mens najaagt, te beheersen. Als je merkt
dat het je niet lukt, geef dan de discipline niet op,
maar beoefen ze intensiever. Discipline betekent zowel
innerlijke als uiterlijke zuiverheid.
3.
Eerst aan het
eind van langdurige en systematische beoefening van
discipline raak je stevig gegrondvest in
waarheid.
4.
De eerste stap is het aanhangen van
dharma
(de scheppingswet van het leven) in iedere
persoonlijke en maatschappelijke handeling. Het
levenspatroon dat men in acht neemt ten opzichte van de
natuur, zal je vanzelf brengen tot het levenspatroon in
het geestelijke vlak, maar je moet je er wel onder alle
omstandigheden aan houden.
5.
Middelen om sneller vooruit te komen betekenen soms
onheil; hoe meer snelheid het middel belooft, hoe groter
het risico. Ga stap voor stap voort met je discipline en
wees zeker van de stap die je gezet hebt, voor je de
volgende doet. En glijd niet twee stappen terug tegen dat
je er een vooruitzet. Zelfs de eerste stap zal onzeker en
onvast zijn, als je geen vertrouwen hebt. Kweek dus
vertrouwen aan.
6.
In het
aanvangsstadium van de discipline hebben naam, vorm en
hoedanigheid alle hun rol te spelen in het vorm geven aan
je geestelijk bewustzijn.
7.
Het leven is van korte duur; de tijd snelt voorbij.
Daarbij vergeleken gaat je geestelijke discipline een
slakkegang.
8.
Lezen en studeren alleen is niet genoeg, je zou alle
commentaren uit het hoofd kunnen opzeggen en je zou over
deze teksten met grote geleerden kunnen redetwisten en in
discussie gaan, maar als je niet probeert na te leven wat
die teksten je leren, is al dat lezen en studeren slechts
tijdverspilling.
9.
Bij geestelijke discipline, bij gedragingen of praktische
toepassing kan elk van jullie het succes of de mislukking
die je te wachten staat, beoordelen en nagaan. Discipline
is van essentieel belang voor je; geen leeftijd is te
jong hiervoor. Net zoals je het lichaam op gezette tijden
voorziet van eten en drinken, moet je ook voorzien in de
behoeften van je innerlijke ziele-aard door geregeld God
te aanbidden en door meditatie en het aankweken van
deugden.
10.
Het is het in praktijk brangen van het gelezene en
bestudeerde dat sterkte geeft, zoals voedsel dat doet
wanneer het verteerd is, en zoals lichaamsbeweging dat
doet om gezondheid te bevorderen.
11.
Het is de plicht van de ouderen om door het voorbeeld te
geven in hun eigen leven het opgroeiend geslacht te laten
zien dat geestelijke discipline en studie hen
blijmoediger en dapperder gemaakt heeft in het avontuur
van het leven. De jongeren doen altijd de ouderen na; ze
twisten, als ze merken dat de ouderen plezier beleven aan
gekibbel en getwist, ze drijven de spot met het heilige,
als de ouderen de heiligen en godsdienstige instellingen
geen eerbied tonen.
12.
Zet de eerste stap; louter je hart, scherp je intellect,
of begin in elk geval de Naam van God aan te
roepen.
13.
Alle
geestelijke discipline is er om ons in staat te stellen
maya,
begoocheling te boven te komen. Een stuk ijzer zinkt in
water, maar als je er iets van maakt met een holle vorm,
dan drijft het. Werk daarom aan je denkvermogen en maak
het hol. Dan blijft het drijven op de zee van
nooit-eindigend leven.
14.
Alle tijd en
energie besteed aan het doornemen van heilige boeken zijn
gewoonweg verspild, als studie en diep nadenken geen
resultaten opleveren.
15.
Praktische
beoefening, al was het maar van een duizendste van wat je
gelezen of gehoord hebt, is het enige dat helpt om vrede
en blijmoedigheid te geven.
16.
Er zijn twee plichten die de mens moet vervullen: de ene
is te werken voor het welzijn van de wereld; en de andere
is te werken voor het bevrijden van het bewustzijn. Het
eerste noemt men soms het 'linker pad', en dat vervalt
als je eenmaal geestelijk rijp bent geworden.
17.
Geestelijke discipline is eigenlijk niets anders dan een
spiegel te houden voor het ware Zelf. Als die spiegel
schoon en goed gewreven is, onthult ze het Zelf; en dat
heet Realisatie.
Karakter
en Discipline
1.
Je moet beginnen met de eerste stap te zetten: het
zuiveren van het denken-voelen en het aankweken van
deugd. En verder: neem nooit zo maar iets aan van
anderen; betaal het terug met dienst of werk. Op deze
manier moet je groeien in zelfrespect en
waardigheid.
2.
Laat de
grondoorzaken van ongerustheid, angst en onwetendheid
verdwijnen. Het Goddelijk Leven is de levensadem van al
wat leeft; het bestaat uit waarheid, liefde en
argeloosheid.
3.
Houd je bezig met goede daden, verkeer in goed gezelschap
en koester goede gedachten. Wees goed, eerlijk en
welgamanierd.
4.
Vat mislukking
- zo deze zich voordoet - op als een uitdaging tot
verdere inspanning; ga na wat de reden is van het
mislukken en trek de les uit die ervaring. Leer als
waarheidszoekers hoe je succes kunt hebben in het woelige
leven en hoe je moet leven zonder anderen te kwetsen en
zonder zelf pijn te lijden.
5.
Wees zuiver en tevreden. Wees moedig; weiger de zondebok
te zijn. Ga alleen maar zover als je eigen talenten en
ervaring dit toelaten.
6.
Leerlingen
moeten op de uitdagingen in het leven durven ingaan. Ze
moeten eerbied hebben voor lichamelijke arbeid. Ze moeten
graag anderen van dienst zijn die wegens lichaamsgebreken
hulp behoeven.
7.
Verwelkom alles wat je een gezonde vreugde schenkt, maar
verlaag je niet tot vulgair tijdverdrijf. Dwaal niet
doelloos door de straten en bezoek niet de plaatsen waar
ordinaire toneelstukken of films vertoond worden. Meng je
niet in ongewenst gezelschap en kweek geen slechte
gewoonten aan alleen maar om plezier te
hebben.
8.
Verlies nooit de moed in de zaal waar de examens worden
afgenomen, en ook niet daarbuiten in de wereld. Moed is
de kunstmest, die maakt dat de plant van geleerdheid tot
wasdom komt. De akker moet goed zijn, maar extra
bemesting is ook noodzakelijk.
9.
Je moet
allemaal helden worden en het avontuur zoeken en moedig
zijn; bereid je nu voor op die rol in het leven. De mens
heeft in zich wonderlijke neigingen, die hij moet leren
beheersen. Transformeer de lagere tendensen en moedig de
hoedanigheden van liefde en vriendschap aan om stralend
naar buiten te komen.
10.
Maak vooral
een begin met het aankweken van goede eigenschappen. Dat
is zelfs van groter belang dan geleerdheid en het schenkt
waar geluk. Dit is het essentiële van alle kennis en
het hoogtepunt van alle ware geleerdheid. Behandel
anderen alsof ze tot je eigen kring hoorden en, als je ze
dan al geen goed kunt doen, doe ze dan in elk geval geen
kwaad. Ontsteek de lamp van liefde in de nis van je hart
en de nachtvogels van hebzucht en jaloersheid zullen
wegvliegen daar ze dat licht niet kunnen verdragen. De
Goddelijke Liefde maakt je nederig; ze maakt dat je je
neerbuigt als je grootheid en heerlijkheid ziet. Een
onbuigzaam iemand is besmet met egoïsme van het
ergste soort.
11.
Het is lafheid die maakt dat je de waarheid verbergt; en
het is haat die het lemmet van de leugen scherpt. Wees
moedig; dan is het niet nodig uitvluchten te
bedenken.
12.
Veroorzaak
anderen of jezelf geen pijn door dwaze
handelingen.
13.
Respect jegens
de vrouw is een teken van ware beschaving.
14.
Verkondig de
Waarheid niet met luide stem; maar toon door je gedrag
dat je waarde hecht aan de Waarheid en dat je erdoor
geleid wordt. Zorg ten minste dat je niet juist in die
fouten vervalt waarvan je anderen beschuldigt. Verg niet
van anderen dat ze op een niveau staan dat jijzelf
onwillig bent te bereiken. Als je naar deze beginselen
leeft, dan kun je, zelfs al woon je de tempeldienst of
godsdienstoefeningen niet regelmatig bij, de genade Gods
verkrijgen.
15.
Als je een goede daad verricht, komt het jou ten goede:
als je iemand een slechte dienst bewijst, bedenk dan dat
je jezelf schaadt.
16.
God liefhebben is niet zomaar een pose die je aanneemt,
het is een reeks kleine daden, voortgebracht door een
houding van diepe eerbied voor het goddelijke in alle
schepselen. Hoe je voor de leugen, die op de loer ligt
door jou uitgesproken te worden, voor de gewelddadigheid,
die op de loer ligt door je hand bedreven te worden, voor
het ikje dat op de loer ligt achter de daad.
Beteugel dat alles, voordat het een gewoonte wordt en als
deel van je karakter ingrijpt in je
lotsbeschikking.
17.
De trekkracht van inertie (traagheid, daadloosheid)
en luiheid zal je meedogenloos omlaag sleuren; daarom
moet je steeds waakzaam en aldoor actief zijn.
18.
Als je diep buigt voor mensen die ouder zijn dan jij,
moet je denken ook nederig zijn; het is niet alleen het
lichaam dat dient te buigen. Zorg vÛÛr alles
dat je goede gewoonten aankweekt, laat je gedrag
smetteloos zuiver worden, en op je houding niets aan te
merken zijn.
19.
Gebed en diep
berouw zijn de twee disciplines waardoor het denken
gereinigd kan worden van egoïsme en haat.
20.
Het
onmiskenbare bewijs van regen is de vochtigheid van de
grond, en zo is het teken van iemand die enige jaren
scholing gehad heeft, welgemanierdheid. Een welopgevoede
jongen of meisje moet op een vrije en vriendelijke wijze
met anderen omgaan.
21.
Râma,
een avatâr
(nederdaling van God op aarde) in het oude India, wordt
aanbeden en vereerd, terwijl Râvana (een
boosdoener) daarentegen veracht wordt. Waarom? Omdat
Râma een edel en rechtschapen karakter toonde.
(Zie
ook: Ramakatha Rasavahini, deel
1,
Ramakatha
Rasavahini, deel 2
en Ramakatha
Rasavahini part 1 and 2 )
22.
Verzamel waar je kunt moed en vertrouwen; vermijd het
contact met lieden die zaden van vrees of twijfel
zaaien.
23.
Je moet jezelf bevrijden van gehechtheid aan
vergankelijke dingen, en sterk en krachtig worden
tegenover verleiding.
24.
Voed je geest
niet met slechte verlangens en onwaardige plannen, maar
voorzie hem van sterkende ideeën en moed. Als
negatieve mentale indrukken weggevaagd worden, stralen
wijsheid en inzicht in volle heerlijkheid.
25.
Het samenzijn
met goede mensen voert je tot de Heer, terwijl het
gezelschap van 'slechte' mensen je slechts dieper doet
zinken in de wereldse modder.
26.
Maak anderen geen verwijten door hun op hun fouten te
wijzen. Bij zelfonderzoek zul je merken dat de fouten en
gebreken die je in anderen ziet, in jezelf zitten. Als je
jezelf verbetert, verbeter je de wereld.
Liefde
tot God en overgave aan Hem
1.
Liefde
is de gemakkelijkste manier om Zijn Genade te verkrijgen
en tot het besef te komen dat Hij alles met Zijn leven
doordringt. Waarlijk, Hij is
in
en als
alles.
2.
Overgave aan God betekent dat je alles aan Zijn Wil
overlaat, en dat is de verhevenste vorm van liefde tot
God.
3.
Liefde en vertrouwen zijn de twee riemen waarmee je je
boot kunt roeien over de oceaan van eeuwig-bewegend
leven.
4.
Als liefde omhoog komt gelijk een jonge boom, hebben we
een hekwerk nodig om de tere plant te beschermen. Dat
hekwerk is de Eeuwige Religie met haar regels en
voorschriften en aanwijzingen die iedereen vrede en geluk
bieden.
5.
Liefde tot God en een levenshouding van overgave aan God
- de uiteindelijke vrucht - zullen je grote moed geven om
elke onvoorziene noodsituatie het hoofd te bieden; zo'n
moed is door God geschonken Moed.
6.
Van alle vormen van krankzinnigheid die de mens belagen,
is het krankzinnig verlangen naar God de minst
schadelijke en bijzonder weldadig.
7.
Toewijding
moet gepaard gaan met activiteit. Opvattingen die van
elkaar verschillen, moeten als twee beelden zijn, door
twee ogen gezien, die als ze samengevoegd worden, een
volledig en juist beeld leveren.
8.
Toewijding
aan de Heer noemt men liefde tot God, en is het
gemakkelijkste van alle paden om tot het doel te
geraken.
9.
Zuivere
liefde tot God is dat stadium waarin dienst aan de Heer
het enige is dat telt, en dat haar eigen beloning
is.
10.
Liefde
die gekleurd wordt door de hoedanigheden van de natuur
(gunas)
is een ander soort van liefde. Ook is er liefde die
gekleurd wordt door het verlangen naar werelds comfort,
en de liefde van een oprecht toegewijde leerling, en de
liefde die een verstandig mens bezit, die zwijgt en
tevreden is in het besef dat alles God is.
11.
Om langs de weg van liefde te zoeken, heeft men geen
geleerdheid, noch rijkdom, noch bezit, noch ascetische
tucht nodig.
12.
Liefde
tot God maakt dat men energie en concentratievermogen
verkrijgt. Dit helpt iemand zijn aandacht op de juiste
dingen te vestigen tijdens de meditatie. Dan heeft je
devotie de bevrijding van het bewustzijn ten
gevolge.
13.
Men is niet gerechtigd iemand van het leven te beroven
ter vergelding van doodslag; en ook niet om minachting te
tonen. Vastheid van karakter is vereist, wil men het pad
van gerechtigheid volgen.
14.
Het beste middel waarmee men geestelijk succes kan meten,
dat verzeker ik je, is waarachtige liefde tot God. Dat
geeft gezondheid, rijkdom en voorspoed. Iemand met ware
liefde tot God bezield, zal alles wat hij doet,
verrichten als aanbidding van de Heer en daarom zal wat
hij doet, beter en doeltreffender gedaan worden, en
zonder halfslachtigheid of onoprechtheid.
15.
Liefde tot God resulteert in een exclusieve gerichtheid
op God. Je hoeft niet van huis weg te lopen om deze
liefde aan te kweken. Vernietig de instincten en
begeerten die je tot een slaaf maken, en dat zal je
dichter bij God brengen, waar je je ook
bevindt.
Overwinning
op het 'kleine Ik'
1.
Wat
nodig is, is dat men het 'Ik'
de
baas wordt.
2.
Verdriet spruit voort uit egoïsme en als het
egoïsme verdwijnt, is er geen verdriet meer. Jullie
moeten, ieder voor zich, je proberen vrij te maken van
het 'Ik';
dan zal de Heer jullie als Zijn fluit
bespelen.
3.
Als
je een streep trekt door de
I
van 'Ik',
krijg je het symbool van het
Kruis,
en wat er gekruisigd wordt, is het
'Ik'.
Dan manifesteert de goddelijke aard zich
onbelemmerd.
4.
Het 'Ik'
wordt het gemakkelijkst teniet gedaan door toewijding aan
God, door diep over de grootheid en heerlijkheid van de
Heer na te denken, en door nederigheid en
dienstvaardigheid jegens anderen als kinderen van de
Heer.
5.
Zeg geen kwaad woord over de groten en wijzen. Dat is een
bewijs van grof egoïsme en onbeschaamdheid, geboren
uit aanmatiging.
6.
Kritiek hebben op anderen en aanmerkingen op hen maken
komt voort uit egoïsme.
Met
Verering de Naam van God gebruiken
1.
De Naam van God, die je gekozen hebt, bij het bidden (of
tijdens de oefening) gebruikt, moet even constant komen
als het ademhalen. Hiertoe is oefening
onmisbaar.
2.
Je
kunt de Naam gebruiken totdat de Realisatie is bereikt;
de gedachte aan gescheiden zijn van God houdt pas op,
wanneer je geheel en al opgaat in God; niet eerder.
Weifel niet en twijfel niet, als je eenmaal overtuigd
bent van de doeltreffendheid van de methode.
3.
De essentie van de lering van de heilige boeken is:
'Herhaal de Naam van de Heer, houd Zijn heerlijkheid
steeds voor ogen'.
4.
Om je te helpen angst en twijfel kwijt te raken, moet je
de naam van de Heer altijd op je tong en in gedachten
houden. Overpeins de eindeloos vele vormen van de Heer en
Zijn grenzeloze heerlijkheid, terwijl je de naam
herhaalt.
5.
Voortdurend diep nadenken over de Naam van de Heer
schenkt die onwankelbare vrede, die niet aangetast wordt
door de wisselvalligheden des levens.
6.
Herhaal
de Naam van de Heer - de Naam die jou het meest aantrekt.
Spreek de Naam niet lichtvaardig uit; koester er eerbied
voor, zelfs al hoor je hem uitspreken door een bedelaar,
die hem gebruikt om aalmoezen te verkrijgen. Ongeacht de
motieven van degenen die de Naam uitspreken, zelfs al
zijn ze onzuiver, krenk de Naam dan niet, want zijn
zuiverheid kan men nooit schenden. Bedank zulke lieden
dat ze je de Heer hebben doen gedenken en ga
heen.
7.
Blijf steeds de Naam van de Heer in gedachten houden,
onafgebroken er aan denken is de beste medicijn tegen
alle kwalen.
8.
Leer
vanaf je prille jeugd hoe je de Naam van de Heer moet
gebruiken en hoe je moet bidden en stilte
beoefenen.
De
Aard van God
1.
God
is de Verhevenste Kracht, en de ziel is, wanneer ze zich
geïdentificeerd heeft met mâyâ,
een beperkte kracht. Hij is de Eerste Oorzaak, de ziel is
een reflectie, die verschijnt wegens een gedeeltelijke
begoocheling.
2.
God is de Kracht in alles. Zoals de maan zich
weerspiegelt in een pot waarin zich water bevindt, zo kan
God ook gezien worden in je hart, als je er het 'water'
van liefde tot God in hebt. Als God niet weerspiegelt
wordt in je hart, kun je niet zeggen dat God niet
bestaat; het betekent alleen maar dat er zich in jou geen
liefde tot God manifesteert.
3.
De
genade van God is uitgestrekt, grenzeloos als de oceaan.
Je hebt gezien hoe een mangopit uitgroeit tot een boom
die duizenden vruchten produceert, elk met een pit die
identiek is met de oorspronkelijke pit, die eerst geplant
is. Precies zo kan God gevonden worden in elk wezen, dat
door Zijn Wil zich manifesteert.
4.
De zielen bestaan ten gevolge van Zijn Wil,
overeenkomstig Zijn Plan - niemand valt dus buiten Zijn
Genade.
5.
Tijd
is het lichaam van God. Men kent Hem als 'de vorm van
tijd. Het is misdadig tijd te misbruiken, of met niets
doen te verspillen. En zo moeten ook de fysieke en
mentale gaven die God je geschonken heeft als kapitaal
voor het bedrijf van het leven, niet verkwist worden.
[zie:
SB, Canto 3, Hoofdstuk 11: De Indeling van de Tijd zich
Uitbreidend vanuit het
Atoom]
[zie: Krishna
en de Zingende Filosoof;
de Bhagavad Gîtâ van Orde, 10:33
en 11:32].
6.
God is als een 'goddelijke boom die je wensen vervult',
die je alles geeft wat je vraagt. Maar je moet naar de
boom toe gaan en dat wensen wat je wilt hebben. De
atheïst is iemand die zich ver van de boom bevindt;
hij die in God gelooft, is dicht bij de boom - dat is het
verschil. De boom maakt geen onderscheid; hij schenkt
allen zijn gezegende gaven. God straft niet en neemt geen
wraak als jij Hem niet erkent of niet met eerbied nadert.
Hij heeft geen speciale vorm van eredienst, die Hem kan
behagen.
7.
Als
je je innerlijk oor hebt afgestemd, kun je horen hoe het
OM
God's tegenwoordigheid aankondigt in ieder
geluid.
Elk van de vijf elementen produceert deze klank
OM. De bel in de tempel is bedoeld om het
OM over te laten komen als symbool van de
alomtegenwoordige God. Als de bel weerklinkt, zal de God
in jou ontwaken en dan zul jij ZIJN
tegenwoordigheid gewaar worden.
8.
De
genade van God stroomt steeds, net als de elektrische
stroom door de draad. Draai de lamp in en dan zal de
stroom je huis verlichten voorzover dat in het vermogen
van de lamp is. De geestelijke oefeningen die je doet,
zullen je in staat stellen je hart te laten verlichten
door God's genade.
9.
De hoogste zaligheid wordt verkregen door jezelf op te
dragen aan God; niets anders kan die waarachtige en
blijvende vreugde schenken.
10.
Je dankt je geboorte aan God, je blijft in leven door God
en tenslotte ga je op in God.
11.
Waar de mensen ook roepen tot God, daar is
God.
12.
Was je hart met je vreugdetranen, opdat God daar
verblijven kan. Als God het hart van een toegewijde
kiest, betekent dit niet dat alle andere harten niet
eveneens van Hem zijn. De andere horen Hem ook toe, maar
ze zijn niet zuiver. [zie:
BG 9-29]
Heb daarom volledig vertrouwen in God en in jezelf. Houd
je steeds bezig met goede werken en weldadigheid. Spreek
de waarheid, berokken anderen geen pijn door je woorden
of daden en zelfs niet door je gedachten. Dat is de
manier om ware vrede te verkrijgen en dat is het hoogste
gewin dat je te beurt kan vallen in dit leven.
13.
God
is de innerlijke, stralende schoonheid in ieder wezen.
Hij is in jou net zo goed als in ieder ander.
14.
God zegt 'Waar mijn getrouwen ook de zang aanheffen,
daar zet Ik Mij neder'. (daar ben IK aanwezig)
[zie: BG
10-9, 10, 11]
15.
God is de stuwende kracht in ieder mens. Hij staat achter
alle goede impulsen en nuttige houdingen. Jullie allen
bent de afzonderlijke kralen die samengeregen zijn aan
die ene draad: God.
16.
God is de Zon [zie: BG
15:12]
en als Zijn stralen door geen wolken van egoïsme
tegengehouden op je hart vallen, dan bloeit de lotus en
ontvouwen zich haar bloembladen. Bedenk wel dat alleen
die knoppen die er klaar voor zijn, zullen opengaan. De
rest moet geduldig wachten.
De
Ware aard van de Mens
1.
Jij bent slechts de schaduw van het Allerhoogste
Bewustzijn en je bent, in wezen, niet de persoonlijkheid,
maar het Allerhoogste Bewustzijn Zelf.
2.
Het grootste
gebrek in deze tijd is dat de mensen niet zoeken naar de
aard van de ziel. Dat is de oorzaak van de onrust in de
grote massa en de afwezigheid van vrede.
3.
Dit hunkeren om te weten, te onderzoeken, wordt ons
geleerd in de
Upanishads
en in de heilige boeken der wereld. Zoals de stroom van
een rivier gereguleerd wordt door dijken en dammen en de
watervloeden naar de zee worden geleid, zo reguleren de
heilige boeken de zinnen en leggen ze zinnen,
denkvermogen en intellect aan banden en helpen ze de mens
de oceaan van het Absolute te bereiken en erin op te
gaan.
4.
Vergeet niet dat je een lichaam hebt gekregen, opdat je
het einde zoudt kunnen realiseren van de cycli van
geboorte en dood. Gebruik het lichaam voor dat doel als
instrument, dat is alles.
5.
Wees je in de eerste plaats scherp bewust dat je de
onsterflijke ziel bent, die onvernietigbaar, heilig,
zuiver en goddelijk is. Dat zal je onwankelbare moed en
sterkte geven. Dan moet je verder nog wederzijdse liefde
en respect ontwikkelen. Verdraag allerlei mensen en
allerhande opinies, alle houdingen die de mensen
aannemen, en alle eigenaardigheden. De school, het leven
thuis en de samenleving zijn alle tesamen oefenterreinen
voor verdraagzaamheid.
6.
Leid je gedachten voortdurend terug naar de aard van je
ziel, die het wezenlijke is van alles wat er bestaat in
de objectieve wereld, de fundamentele werkelijkheid
achter de verschijningsvormen.
7.
De eerste stap
naar zelfonderzoek is de beoefening van
Waarheid.
8.
Niemand hoeft moeite te doen de aard van de ziel te
ontdekken, of te proberen zich een zieleaard op te bouwen
met veel inspanning; als het omhulsel van de begoocheling
doorzien en tenietgedaan is, zal de ziel zich in al haar
luister openbaren. Wat wel nodig is, is dat je de mist,
de wolk, doet verdwijnen. Het weghalen van alle gordijnen
die de ziel in het lichaam en al wat daar bij hoort
(denkvermogen en gevoelsaard) verhullen. Hoe moeten we nu
die spiegel reinigen opdat de aard van de ziel duidelijk
en zonder vertekening weerkaatst wordt? Door het juiste
gebruik te maken van het denkvermogen, waarmee je de
waarheid van de heilige boeken aanvaardt, en door het
juiste gebruik van de intelligentie, die juist begrip
schenkt.
9.
De zintuiglijke
wereld is de wolk, die de ware aard verbergt van de ziel
die steeds straalt aan het firmament van je hart.
Datzelfde denkvermogen dat de wolken doet opkomen, kan
deze ook in een ogenblik doen wegtrekken. Oefen je
denkvermogen om de wolken te verjagen en niet te laten
opkomen.
10.
Het
allerhoogste bewustzijn is de oceaan, de natuur is alleen
maar een golf van die uitgestrekte, tijdloze oceaan - en
deze geïndividualiseerde ziel is slechts een druppel
van die golf. Je kunt noch de golf, noch de zee negeren.
Je kunt er alleen in opgaan en de naam en de vorm laten
vallen. Ben je eenmaal de diepten van de oceaan
ingedoken, dan is alles kalm, vredig; alle onrust, rumoer
en verwarring zijn slechts de uiterlijke
lagen.
Onderscheidingsvermogen
en Onthechting
1.
Egoïsme
kan alleen maar verwijderd worden met de twee
schoonmaakmiddelen: onderscheidingsvermogen en
onthechting. Liefde en toewijding zijn het water
dat gebruikt wordt om dit vuil van eeuwen en eeuwen weg
te wassen, en de zeep van het gebed, de
contemplatie en yoga zullen je helpen het snel en
doeltreffend te verwijderen.
2.
De mensen lijden omdat ze allerlei onredelijke verlangens
en begeerten koesteren, en ze hunkeren naar vervulling
ervan, maar dat lukt hen niet. Alleen wanneer gehechtheid
toeneemt, zul je smart en pijn lijden. Als je de natuur
en al het geschapene bekijkt met het inzicht door
innerlijke visie verkregen, zal gehechtheid stilletjes
verdwijnen. Alle gehechtheid aan de natuur heeft haar
grenzen, maar de gehechtheid aan de Heer, die je tot
groei en bloei brengt als het innerlijk oog opengaat,
kent geen grenzen. Geniet van die werkelijkheid,
niet van het onjuiste beeld.
3.
Het denken
vormt de mens tot waarachtig mens, of maakt hem tot een
misbaksel. Als het denken gedompeld is in wereldse
dingen, voert het je tot slavernij; beschouwt het de
wereld als slechts iets voorbijgaands, dan zal het door
die discipline vrij en onbelast raken. Oefen je denken
zich niet te hechten aan dingen die ten goede of ten
kwade kunnen veranderen. Houd je niet het klatergoud van
wereldse roem en rijkdom voor ogen; voel je aangetrokken
tot de onvergankelijke vreugde en blijdschap verkregen
uit bronnen binnenin jezelf. Dat zal een rijke beloning
met zich meebrengen. Dan wordt het denkvermogen zelf de
goeroe, want het leidt je voorwaarts, als het eenmaal de
zoetheid van de meditatie en innerlijk gewaarzijn heeft
gesmaakt. Het is het denkvermogen dat het vertrek waar
het altaar zich bevindt, vervult van de zoete geur van
heiligheid.
4.
Vergeet niet dat het zwaard van de liefde tot God
gestoken moet zijn in de schede van het
onderscheidingsvermogen. De zinnen moeten streng beheerst
worden door onderscheidingsvermogen en onthechting, de
twee bijeenhorende gaven, die alleen de mens geschonken
zijn. Onderscheidingsvermogen leert je je werkzaamheden
en je metgezellen te kiezen. Het brengt je het belang bij
van de dingen en de idealen. Onthechting verlost je van
gehechtheid en slavernij, en bevrijdt je zowel van
verrukking als van wanhoop.
5.
Geef met kleine spaanders voedsel aan de vlam van
onthechting, tot het wordt tot een laaiend vuur;
verwelkom alle veranderingen teneinde
onderscheidingsvermogen te ontwikkelen.
6.
Er zijn vier
dingen waar ieder mens zich voor moet interesseren:
wie ben ik, waar ben ik vandaan gekomen, waar ga ik heen,
en hoelang zal ik hier zijn? De vier Veda's
geven de antwoorden op deze vragen. Elk geestelijk
onderzoek begint met het stellen van deze vragen en je
pogingen om de antwoorden te vinden.
Stel dat er een brief in de brievenbus gedaan is zonder
adres van de afzender en van degene voor wie die brief
bestemd is. Dan wordt die brief niet verzonden. Het was
tijdverspilling hem te schrijven. En evenzo is het
tijdverspilling in deze wereld te komen, als je niet weet
waar je vandaan bent gekomen en waar je heengaat. De
brief gaat naar het kantoor van de onbestelbare
poststukken; en de ziel zal terecht komen op het rad van
geboorte en dood, en ze zal in begoocheling ronddolen.
Voor dit Zelfonderzoek en het succesvol komen tot de
juiste antwoorden is geestelijke oefening onmisbaar. De
antwoorden moeten deel uitmaken van je
ervaring.
Geloof
en Vertrouwen
1.
Als de zon recht boven je hoofd staat, is er geen
schaduw. En zo zal er ook, als er een vast vertrouwen in
je is, geen schaduw van twijfel in je denken
zijn.
2.
Blijf
onverminderd vertrouwen op de Heer; dan kun je je veilig
door de wereld bewegen.
3.
Ongerustheid verdwijnt door op de Heer te
vertrouwen.
4.
Geloof en vertrouw dat de Waarheid je uiteindelijk zal
redden; houd je aan de Waarheid, ongeacht wat er zou
kunnen gebeuren.
5.
Iemand met vertrouwen in God kan veel gemakkelijker
belemmeringen te boven komen, dan iemand die dat niet
heeft.
6.
Allen hij die het onwrikbaar geloof heeft, dat deze
wereld een fata morgana is van het denkvermogen, bevindt
zich in de verwerkelijking van het Absolute
Zelf.
7.
Heb vertrouwen in de Heer en Zijn Genade; probeer deze te
verdienen door de intelligentie en het geweten te
gebruiken, die Hij je geschonken heeft.
De
Goeroe
1.
Men
noemt hem goeroe, omdat 'goe' betekent iemand die
uitgestegen is boven de drie hoedanigheden van de natuur;
en 'roe' betekent iemand die het zonder vormaspect
van het Goddelijke heeft begrepen. De goeroe is de
geneesheer van de ziekte die lijden teweegbrengt dat
voortkomt uit het proces van geboorte en dood. De
goeroe is bevoegd tot de behandeling om de genezing
te bewerkstelligen. Als je zo'n goeroe niet kunt
vinden, bid dan tot de Heer Zelf om jou de weg te wijzen,
dan zal Hij je zeker te hulp komen.
2.
Loop geen goeroes achterna, die zelf mank gaan aan een
onjuiste visie en gezinsproblemen hebben. Bedel niet bij
lieden die zelf bedelaar zijn. Vermijd alle hoogmoed en
onderlinge concurrentie op het geestelijk pad. Laat ieder
in zijn eigen tempo voortgaan; alleen moeten de richting
en de weg wel tot God leiden.
3.
Wees je eigen goeroe, je eigen leraar; je hebt de lamp
binnen in je. Steek hem aan en loop onbevreesd
verder.
Contemplatie
en het reciteren van de Naam van God
1.
Ontwaak
uit de begoocheling (mâyâ),
maar ga zelf op in de ervaring van de ware
samadhi.
Het zingen van de Naam Gods en de meditatie zijn middelen
waarmee je de manifestatie van de Goddelijke Genade
afdwingt.
2.
Raak niet
ontmoedigd als je lange tijd niet in staat bent je te
concentreren wanneer je pas begint te leren wat meditatie
is. Als je leert fietsen, raak je ook niet meteen
bedreven. En precies zo zal oefening je de concentratie
schenken, die je steunt in de moeilijkste situaties.
3.
Als je mediteert, zullen je gedachten vaak iets anders
najagen; ze volgen een andere weg. Dan moet je die
uitgang blokkeren door de Naam van God te reciteren en
zorgen dat je naar God gerichte stroom van gedachten niet
onderbroken wordt. Gebeurt dit toch weer, zeg dan de Naam
onmiddellijk weer en hervat de recitatie. Sta niet toe
dat je gedachten voorbij de door de discipline gestelde
grenzen gaan. Na verloop van tijd houdt het denken op af
te dwalen. Als je je tot mediteren zet, zeg dan eerst
enkele verzen op om de heerlijkheid van God te bezingen,
opdat de verspreide gedachten zich kunnen verzamelen.
Vorm dan onder het reciteren de Gestalte die door de Naam
wordt weergegeven. Dwaalt je denken af van het reciteren,
richt het dan op de Gestalte. Dwaalt het af van het Beeld
of de Gestalte, voer het dan terug naar de recitatie.
Laat het denken toeven bij de zoetheid van God. Op deze
wijze kan het denken zonder veel moeite beheerst worden.
De beeldvoorstelling die je gecreeerd hebt, zal omgevormd
worden tot een gevoelsbeeld dat je dierbaar wordt en zich
langzamerhand in je geheugen grift.
4.
Ook moet het denken van de mens gelouterd worden met
behulp van geestelijke oefening, zoals juiste meditatie
en het reciteren van de Naam van God.
Vrede
1.
De vrede van God
kan slechts op één plek verkregen worden:
in de innerlijke Werkelijkheid.
2.
De mens kan
meer genieten van de Vrede van God dan van wat ook; en
zonder deze realisatie is het leven een
nachtmerrie.
3.
Terwijl je andere dingen bestudeert, moet je ook het
geheim leren achter de Vrede van God te komen.
4.
Ware Vrede
verkrijgt men slechts in de diepten van de geest, de
disciplines van het denkvermogen, en het vertrouwen in
die Ene Basis van alle schijnbare veelheid.
Opvoeding
1.
Aankweken van
onderscheidingsvermogen is het hoofddoel van de
opvoeding. Ook dient opvoeding tot het bevorderen van
deugdzame gewoonten en het versterken van het besef van
gerechtigheid, dharma.
2.
Om een gelukkig en vredig leven te leiden is een goede
opvoeding nodig, opvoeding gebaseerd op
dharma.
3.
De welopgevoede mens moet onderscheid kunnen maken tussen
het kortstondige en het belangrijke, het voorbijgaande en
het duurzame.
4.
Opvoeding is een langzaam proces, zoals het zich openen
van een bloem; de welriekendheid wordt intenser en meer
waarneembaar naarmate de gehele bloem zich blaadje na
blaadje opent.
5.
Je kunt er geen aanspraak op maken, dat je welopgevoed of
volwassen bent, als je de kunst van zelfbeheersing niet
meester bent en als je de fundamentele oorzaak van
begoocheling, mâyâ,
niet vernietigd hebt.
Karma
en Plicht
1.
Alle mensen
moeten werk (karma)
verrichten; dat is een algemene en onontkoombare
verplichting. Sommige mensen hebben het gevoel dat alleen
maar deugdzame of schadelijke daden er aanspraak op
kunnen maken karma genoemd te worden. Maar zelfs
ademhalen is karma. Karma dat iets
natuurlijks en vanzelfsprekends is zoals ademhalen, wordt
nuttig karma, als het verricht wordt met een
bepaald doel voor ogen.
2.
Werk dat men werktuiglijk doet, is als de vlam van een
lampepit zonder olie; de olie is het geestelijk
enthousiasme; giet dit erin en dan zal de lamp helder en
langdurig branden. Het beste karma (werk of
handeling) is dat wat gedaan wordt als de plicht
roept.
3.
Ontwikkel zelfvertrouwen; dat is het beste tonicum. Je
bent geboren omdat je voor bepaalde vakken niet geslaagd
bent; er is een zeker evenwicht in je ervaringen, dat je
moet verwerven om de leertijd te voltooien. Als je door
de zelfrealisatie overtuigd bent dat je ware aard het
Allerhoogste Bewustzijn is, dan heb je je leertijd
volbracht, dan ben je 'geslaagd'.
4.
Doe al je werk,
zoals toneelspelers in een stuk, waarbij je je identiteit
niet verliest en niet verbindt met je persoonlijkheid of
je rol. Bedenk dat het alles slechts een spel is, en dat
de Heer jou een rol heeft toebedeeld: speel je rol goed;
daarmee houdt je plicht op. Hij heeft het stuk in elkaar
gezet en Hij geniet ervan.
5.
Om een eind te
maken aan onwetendheid, moet iemand nuttig werk
verrichten. De olie in de lamp dat is de accumulatie van
handelingen in vorige levens verricht. Hoe krachtiger de
vlam, hoe helderder het licht en hoe sneller de olie
opgebrand is. Doe je werk dus flink, verbruik de gevolgen
van de handelingen uit het verleden en ontdoe je van het
gewicht dat rond je nek hangt.
6.
De honger van je denkleven kan alleen maar gestild worden
door wijsheid te vergaren.
7.
Aanvaard toewijding, yoga en wijsheid: dit zijn de drie
poorten die leiden naar een en dezelfde hal. De mens die
de weg van wijsheid gaat, ziet alles als de Goddelijke
Substantie; de mens van devotie, toewijding, ziet alles
als het spel van God; en de mens van handeling ziet alles
(alle handeling) als dienst aan de Heer.
8.
Wat je doet, is
het pad van handeling;
wat je zegt, is het pad van liefde;
wat je in gedachten besluit, is het pad van
onderscheidingsvermogen en wijsheid.
Moed
en Vertrouwen
1.
Moed is het tonicum dat zowel de lichamelijke als de
mentale gezondheid en sterkte opwekt. Laat alle twijfel,
aarzeling en vrees varen! Door de innerlijke kracht
waarmee de mens begiftigd is, kan hij alles tot stand
brengen!
2.
Als je met
nederlaag of teleurstelling geconfronteerd wordt, moet je
je niet overgeven aan een gevoel van zwakte of
moedeloosheid. Je moet spieren van ijzer en zenuwen van
staal hebben. Om de rijke oogst van het leven binnen te
halen dien je moed en vertrouwen te hebben! Wees als een
leeuw op geestelijk terrein; beheers het woud der zinnen
en dool onbevreesd rond vol geloof en vertrouwen, en
overwin! Wees heldhaftig. Leer het onsterflijke, eeuwige,
Allerhoogste Zelf kennen.
3.
De godin van de
overwinning lacht helden die dapper op avontuur gaan,
toe. Als je de genade van God verkregen hebt, heb je
zoveel kracht, dat je de allermoeilijkste opdrachten kunt
volbrengen.
4.
Het is niets dan mentale slapheid en lafheid, die toelaat
dat huichelarij opkomt. Als je de moed hebt de
consequenties onder ogen te zien, zul je nooit een leugen
zeggen.
5.
Wat in deze tijd nodig is, is de juiste
inspanning, moed, geloof en
vertrouwen. Om moed te betonen heb je zelfrespect
nodig. Noem jezelf nooit een zondaar, in zonde geboren en
grootgebracht. Dat soort zelfveroordeling past een kind
van God niet. In ieder van jullie is God de geestelijke
stuwkracht, de ziel zelf, hoe kun je dan slecht zijn!
Jullie bent hier bezig Gods doel uit te werken, volgens
Zijn Wil, Zijn Plan, Zijn Wet! Hij heeft jullie begiftigd
met vele vermogens opdat jullie Hem zult zoeken en tot
Hem zult komen. En daarom zijn jullie geen hulpeloze,
veronachtzaamde individuen die een doodvonnis ondergaan.
Jullie bent eeuwig-zalige zielen, geboren om een groot
erfgoed, waar je alleen maar om te vragen hebt, in
ontvangst hebt te nemen. Het enige is dat velen van
jullie er niet om vragen. Heb geloof en vertrouwen in je
bestemming en werk vol vreugde en blijheid om ze te
bereiken.
Waar
en Wat God is
1.
Het is onnodig
jezelf uit te putten met naar God te zoeken. Zoals boter
is in melk, zoals het kuiken is in het ei, zo is
Hij in elk atoom van de schepping. Hij komt niet ergens
vandaan en gaat ook niet ergens heen. Hij is hier, daar,
overal.
Hij is alles, van het atoom tot de kosmos, van de
mikrokosmos tot de makrokosmos.
De
Bhagavad Gîtâ
1.
Je moet de
Gîtâ in je opnemen, dan raak je van
God vervuld en word je vrij van zinloze gehechtheid aan
de zintuiglijke wereld.
2.
Als je een eenpuntige gerichtheid van het denken
ontwikkelt in je dagelijks leven, kun je de boodschap van
de Gîtâ, die speciaal voor jou bedoeld
is, begrijpen.
3.
De
Gîtâ is gegeven om de door
onwetendheid veroorzaakte begoocheling te verdrijven. Je
moet de ongehechtheid en doelgerichtheid van Arjuna
hebben om profijt te trekken van je studie van de
Gîtâ. Zuiverheid van hart en een
onwankelbare geesteshouding zijn van essentieel belang
voor het welslagen.
4.
De Gîtâ zet je aan het antwoord te
zoeken en wijst je de weg om dit ten volle te verkrijgen.
Ze helpt je de agitatie van het voelen-denken te
beheersen, ze doet de begoocheling teniet, brengt
waarachtige kennis tot ontwikkeling en maakt dat je een
glimp opvangt van de heerlijkheid des Heren. De
Gîtâ maakt dat je onwrikbaar gelooft
en vertrouwt.
5.
Je hoeft de Gîtâ niet eens te
lezen, als je het juiste besluit hebt genomen. Je zult
het 'hemelse lied', dat voor jou alleen is gecomponeerd,
horen, als je slechts de Heer in je hart aanroept. Hij is
daar, klaarstaand als de wagenmenner van je lichaam,
zoals Krishna de wagenmenner was van de
gevechtswagen die Arjuna naar het slagveld reed.
Vraag Hem en Hij zal antwoorden. Houd de gestalte van de
Heer voor ogen, als je je neerzet op dat rustige plekje
om te mediteren en neem Zijn Naam (welke Naam van God dan
ook) op je lippen. Als je de Naam des Heren reciteert
zonder je in gedachten een beeld van de Heer te maken,
wie moet jou dan antwoord geven? Je kunt niet aldoor
tegen jezelf praten. God zal je horen en respons
geven.
Gedachten
over het Werkelijke
1.
Waar een goudmijn
is, daar is behoefte aan mijningenieurs en scheikundigen.
En zo is er hier in India een 'mijn' van geestelijke
wijsheid: de Bhagavad Gîtâ, de
Upanishaden en de Veda's.
2.
Net zoals bij
de elektrische stroom de positieve en de negatieve pool
in contact gebracht moeten worden voor verlichting, zo
moeten ook het Allerhoogst Bewustzijn en de strevende
mens in yoga vereend worden om tot verlichting te
geraken.
3.
Overal waar de nadruk gelegd wordt op Waarheid, Vrede en
Liefde - in welke godsdienst of taal dan ook - en door
welke leraar dan ook, daar hebben we de eeuwigdurende
religie, sanathana dharma.
4.
Niemand kan zijn hele leven de Waarheid helemaal
trotseren; men moet de Waarheid in acht nemen en de
waarheid spreken wil het leven de moeite van het leven
waard zijn. Dat moment dat de Waarheid wordt
uitgesproken, is het moment van God. Het vurig verlangen
voortgang te maken, te dienen, zijn hart te verruimen, de
gehele mensheid in liefde te omvatten, allen te zien als
vormen van Goddelijk Bewustzijn, dat is ware
Liefde.
5.
De mens is Goddelijk, neem dat van mij aan: hij is echt
hier met een heilige opdracht, voor een Goddelijk doel.
De mens moet zijn geboorterecht verdienen, namelijk:
Vrede in God. Gebrek aan Vrede in God is een
onnatuurlijke toestand. De inwezenlijke aard van de mens
is Vrede in God. Pas las men waarheid, innerlijk licht en
zaligheid heeft verkregen, zal die Vrede in God tot stand
komen. Wie te luidruchtig is, heeft de vrede nog
niet. Stilte, zwijgen, is de taal van de mens, die het
Zelf heeft gerealiseerd.
6.
Als de voet
letsel heeft opgelopen door een ongeval, zal hij spoedig
herstellen; maar als de tong letsel heeft toegebracht,
kan de wond het hele leven lang blijven zweren. De tong
kan zich schuldig maken aan vier hoofdfouten: leugens
vertellen, lasterpraat verspreiden, vitten op anderen, en
teveel praten. De band van broederschap zal inniger zijn,
als de mensen minder praten en met vriendelijke
woorden.
7.
De vader moet het kind meer liefhebben, de moeder moet
liefde laten uitgaan naar allen die binnen de sfeer van
haar invloed komen, en kinderen moeten de bedienden in
huis liefhebben.
8.
Wees als de bij, die uit elke bloem nectar puurt - wees
niet als de muskiet, die bloed drinkt en ziekte
verspreidt.
9.
Streef steeds
naar het welzijn van de mensheid. Heb lief, dan zal men
je wederkerig liefhebben. Haat zal nooit deel uitmaken
van je leven, als je liefde bevordert en alle mensen met
liefde bekijkt.
10.
Leerlingen moeten ook leren geen schade toe te brengen en
vermijden anderen te kwetsen.
11.
Men moet zijn ouders eren (respecteren en liefhebben) als
de zichtbare vertegenwoordigers van het Goddelijke; zij
zijn verantwoordelijk voor het bestaan van hun kinderen
en de zorg voor het welzijn van hun kinderen in de
wereld. En daarom moeten kinderen respect hebben voor hun
ouders en hen eren.
12.
Toon je ouders respect met liefde en toewijding. Het is
een eerbewijs dat je hen moet tonen voor de enorme kans
die ze jou boden om in deze wereld te komen met alle
wonderbaarlijke gelegenheden tot Zelf-realisatie die ze
schenkt.
13.
De mens
en 'God in menselijke gestalte' zijn de twee potentialen.
De mens kan samenwerken en het voertuig worden van
Goddelijke Kracht, als hij de twee hoedanigheden van
essentieel belang heeft verworven: Waarheid en Liefde tot
God.
14.
Het lichaam is het werkingsveld, de ziel is de pelgrim en
het denkvermogen is de wachter.
15.
Het is een bewijs van dwaasheid te tobben over ongelukjes
en vergissingen en onszelf te bestraffen. Wat voor nut
heeft het het lichaam te mishandelen ten einde het
denkvermogen te corrigeren?
16.
Zelfs als je anderen in het begin niet kunt liefhebben,
haat hen dan niet en wees niet jaloers. Begrijp hun
motieven niet verkeerd en bezorg hun geen
last.
17.
Vergeef een ander zijn fouten en tekortkomingen, maar
wees streng tegenover je eigen fouten.
18.
Wat vereist is op een bijeenkomst die gewijd is aan de
behoeften van de Geest is: intense aandacht, kalmte en
vrome diep-eerbiedige stilte.
19.
De ziel wordt
in de wereld geboren en trekt door de gebieden van
zintuiglijke ervaring om tot Godgewaarzijn te
komen.
20.
Zoals het vlies de rijstkorrel omhult, zo omhult
mâyâ
de ziel.
21.
Heilige dingen kunnen slechts door een zoeker naar het
Heilige herkend worden.
22.
Het is niet zo dat er alleen maar enkele fundamentele
geestelijke disciplines beoefend moeten worden; je moet
een geregeld leven leiden, een leven dat leidt tot goede
gedachten; je moet natuurlijke voeding tot je nemen; en
je moet je bezighouden met verheffende
werkzaameden.
23.
Ieder mens heeft binnen in zich het Goddelijke, de
Waarheid en de Zoetheid.
24.
Met behulp van
innerlijke goddelijke kracht kan de mens alles, wat dan
ook, tot stand brengen; hij kan zelfs een god
worden.
25.
Als het ego zich erg belangrijk voordoet, veroorzaakt het
veel last en moeite. Het is de wortel van alle ellende.
In je hart is God, die eeuwige, onvergankelijke vreugde
en blijheid schenkt! Herhaal daarom de Naam van God, die
de zon [zie
BG 10:21, en
BG 15-12]
is, die kan maken dat het hart opbloeit als een lotus.
God beheerst de zinnen. Het reciteren van de Naam van God
moet net zo vanzelfsprekend worden als ademhalen, even
frequent en even essentieel. Het zingen van de Naam van
God zal je kracht schenken en alle geestelijke rijkdom
die je nodig hebt.
26.
Ware gelukzaligheid kan men alleen verkrijgen door
transformatie van de impulsen die het denken in beroering
brengen.
27.
Getob en verdriet over het een of ander zal er altijd
zijn. Stel vertrouwen in de Heer en doe je plicht, alsof
je die aan Hem had gewijd; je getob en je verdriet
verdwijnen gewoon.
28.
Laat je plichten in de wereld niet varen. Maar verricht
ze met de Naam van God op je lippen en de bede dat Gods
genade in je denken werkzaam mag zijn.
29.
Laat de
krachten ten goede het winnen met Gods hulp. Laat de
tong, die gewend is aan de smaak van bitterheid, de
zoetheid smaken van Gods tegenwoordigheid.
30.
Geloofsbelijdenissen, riten, godsdiensten en allerlei
theologieën zijn ontstaan uit het hunkeren van de
mens naar die ontzaglijke Werkelijkheid aan de andere
zijde; en ze stromen in duizend verschillende vormen en
bevruchten vele velden, kalmeren vele gemeenschappen,
verkwikken vermoeide mensen en tenslotte voeren ze de
mensen naar de oceaan van gelukzaligheid.
31.
Vergeet nooit dat geestelijke verrukking de hemel is -
neerslachtigheid is de hel.
32.
Wees zorgvuldig met het succes dat je verkregen hebt door
het aankweken van deugd en heilzame gewoonten. Vaak wordt
wat gewonnen werd, verspild door in banaal gezelschap te
verkeren, door kritisch of laks te zijn, of door
oppervlakkig gepraat.
33.
Een schat van
grote waarde is de eigenschap van gelijkmoedigheid in
alle situaties.
34.
Neem de wereld zoals ze is - verwacht nooit dat ze zich
zal aanpassen aan jouw behoeften en normen.
35.
Je geweten kent de ware bron van vreugde; het zal je
prikkel zijn om te gaan in de richting van het ware pad.
Het is aan jou om het als gids te nemen en niet aldoor
ongehoorzaam te zijn, als het dwars tegen je zin
ingaat.
36.
De Avatar
moet de mensheid in handen nemen en haar in een
smeltkroes brengen teneinde de slakken te verwijderen en
ook de minderwaardige metalen die de werkelijke waarde
verlagen.
37.
Het is niet
nodig je in een woud of spelonk terug te trekken om je
innerlijke Werkelijkheid te leren kennen en je lagere
aard te overmeesteren. Win de strijd van het leven
terwijl je in de wereld verkeert - maar vrij van
gehechtheden. Dat is een overwinning waarmee men je kan
gelukwensen.
38.
Ingetogenheid en toewijding tot God zijn ware 'juwelen'
voor vrouwen om te dragen.
39.
De moeder is
de steunpilaar voor het gezin, de samenleving, de natie,
ja van de mensheid zelf. Moeders moeten het geheim kennen
van de vrede van het hart, van de innerlijke stilte, van
geestkracht, van tevredenheid, die de grootste rijkdom
is, en van geestelijke discipline, die blijvend vreugde
schenkt.
40.
De vader en de moeder moeten de opleiding, die de
onderwijzers en leraren op school geven, thuis
aanvullen.
41.
Onderwijzers
en ouders moeten er voor zorgen dat de kinderen goede
gewoonten en een goede houding tegenover anderen aanleren
in de jaren dat hun karakter gevormd wordt.
42.
Kinderen moeten niet zichzelf pijn willen doen en men
moet niet toestaan dat ze fysiek pijn lijden of mentale
angsten moeten doorstaan. Men moet hen ook trainen in
verantwoordelijkheidszin voor hun persoonlijke
bezittingen.
43.
Er is niets zo goed als stilte om de rusteloosheid van
het hart tot bedaren te brengen.
44.
Begeerte is
een vuur dat gaat laaien, als men er voedsel aan geeft.
Eèn begeerte wekt tien andere op en de mens raakt
uitgeput door te proberen aan de eisen van zijn
persoonlijke begeerten tegemoet te komen.
45.
De mens lijdt omdat hij gehechtheid heeft ontwikkeld voor
hetgeen onwerkelijk, want vergankelijk, is.
46.
Liefde -
beoefen ze en breng ze tot ontwikkeling; dan zullen alle
gevoelens van haat en jaloersheid verdwijnen.
47.
Als er vooruitgang in de economie wordt gemaakt zonder de
invloed van een geestelijke achtergrond, dan brengen
egoïsme, wedijver en hebzucht de gemeenschap
mis're.
48.
Om de schoonheid van de Heer Zelf te zien in het
natuurschoon om je heen, is niet het uiterlijk oog maar
het innerlijk oog nodig.
49.
Het denkvermogen is de wind die ons de geuren van
de wereld toevoert. Als het denken zich toekeert naar
smerige dingen, doet het je walgen; als het zich wendt
tot welriekende dingen, maakt het je blij. Beheers je
denken en blijf onverstoord. Dat is het geheim van
Volmaakte Vrede. Dat is een belangrijk deel van je
vorming.
50.
Denkvermogen en intellect zijn als twee ossen, voor de
wagen van de innerlijke mens gespannen. Worden ze niet
benut om de weg te volgen die leidt tot Waarheid,
Rechtschapenheid, Vrede en Liefde, dan trekken ze de
innerlijke mens mee naar meer vertrouwde wegen: de wegen
van leugen, onrechtvaardigheid, tobberij en
haat.
51.
Het denken-voelen moet beheerst, gelouterd en tenslotte
getranscendeerd worden. Alle geestelijke discipline richt
zich hierop. Je moet een eind maken aan de rusteloosheid
van het denken, opdat het Werkelijke zich kan
onthullen.
52.
Je moet van dag tot dag groeien, niet alleen langs de
lijn van fysiek welzijn, maar ook geestelijk.
53.
De ziel moet eerst meester zijn van de innerlijke wereld
en doof voor verleiding.
54.
Het intellect verlustigt zich in discussies en
twistgesprekken. Als je eenmaal toegeeft aan de
verleiding om daarin betrokken te worden, vergt het veel
tijd om los te komen van die gewoonte en te genieten van
de zaligheid die komt door het stilleggen van de
wispelturigheid van het denken. Het intellect kan je
slechts een klein eindje voorthelpen langs het pad dat
voert tot God; het overige wordt verlicht door de
intuïtie.
55.
Rede kan alleen door discipline getemd worden.
56.
Heilige boeken zijn als wegenkaarten; op z'n best zijn ze
de reisgids, die de routes beschrijven en aanwijzingen
geven voor de tocht.
57.
Als je werkelijk liefde tot God gaat voelen, kun je het
stellen zonder de Heilige Schrift, want het doel van de
Schrift is de realisatie te wekken van liefde jegens
allen gelijkelijk, en in te gaan tegen egoïsme, die
zelfrealisatie verhindert.
58.
Alle tijd en
energie die men doorbrengt met het doorlezen van de
Schrift, is alleen maar tijdverspilling als het
bestuderen en overpeinzen je niet helpen in te zien dat
een onbeheerst denkvermogen je werkelijke vijand
is.
59.
Ook pelgrimstochten zijn er om het hart omhoog te heffen,
de lagere impulsen te sublimeren en het lager zelf te
geleiden naar hogere niveaus van denken en
handelen.
60.
De rede tracht dit te weten te komen: de eenheid van het
heelal, de oorsprong en het doel van dit alles, de wetten
die de atomen en levenskrachten besturen, de mikrokosmos
en de makrokosmos - en tuurt dan achter het gordijn (van
mâyâ)
om een glimp op te vangen van de Allerhoogste Essentie,
die aan de touwtjes trekt.
61.
Oefen het
denken liever in het uiteen drijven dan in het stapelen
van wolken. De wereld der zinnen is de wolk die de ziel
verhult, die aldoor straalt in het firmament van je hart.
Hetzelfde denkvermogen dat wolken stapelt, kan deze in
een oogwenk uiteendrijven.
62.
Alle wegen die voeren naar het gebied van zintuiglijke
ervaring, lopen dood en zijn moeilijk te volgen; alleen
de weg die naar God leidt is recht. Het inslaan van de
weg naar God zal de Waarheid in alles onthullen. Het zal
je in staat stellen tot realisatie te komen van het
Allerhoogste Bewustzijn en de drie elektrische
hoedanigheden (gunas)
in de natuur te boven te komen.
63.
Als er geen vaste lijn in je gedragingen is, als al wat
je voelt lijnrecht staat tegenover al wat je doet, dan is
dat niet het kenmerk van een ware toegewijde aan
God.
64.
De stabiliteit van de maatschappelijke orde handhaven
(dharma
hoog houden) en goede werken verrichten - beide zijn ze
nodig. Dit is de grondslag van de juiste aanbidding van
God.
65.
De ziel heeft zich geboren laten worden in dit lichaam om
de pracht te openbaren van de Goddelijke Vonk die zij is.
Het lichaam is als de lampepit en het innig verlangen
naar God is de olie die voedsel geeft aan de
vlam.
66.
Je moet diep in zee duiken om parels te bemachtigen. Wat
heb je er aan te ploeteren in de golven vlak bij het
strand en dan te beweren dat de zee geen parels bevat?
67.
Geconcentreerd zijn in algeheel vertrouwen - alleen dat
kan je de overwinning schenken.
68.
Als je
Volmaakte Vrede hebt, zal de wereld je een kalme plek
lijken, waar het goed rusten is; als je deze Volmaakte
Vrede niet hebt, zal de wereld voor jou vol disharmonie
zijn. Volmaakte Vrede wordt verkregen door geestelijke
discipline, niet door het bestuderen van boeken
alleen.
69.
Geld moet in de samenleving in circulatie gehouden
worden, net als bloed in het lichaam. Anders loopt het
uit op ongezonde situaties in de samenleving. Er is geen
betere methode om geld te gebruiken dan het
bevorderen van liefde tot God, want dan zullen de mensen
individueel en als lid van de samenleving er profijt van
trekken.
70.
Geef de wanhoop niet de kans je gezondheid te ondermijnen
en een belemmering te zijn voor werkzaamheid en
inspanning. Als God in je is, waarom dan te
wanhopen?
71.
Als alle duizend mensen in een dorp (of gemeente) samen
de glorie van God bezingen, zal dat grotere harmonie
scheppen en maatschappelijke saamhorigheid teweegbrengen
dan wat ook, veel meer dan debatteren of elkaar de loef
afsteken.
72.
Soms verduisteren de wolken van nijd en haat de hemel van
menselijke verhoudingen. Dit is in de eerste plaats te
wijten aan vrees. Vrees veroorzaakt boosheid en verspilt
tijd en bederft de gezondheid en het karakter.
73.
Het hart van
het dorp of de gemeente is de tempel. De lamp die daar
brandt, is het leven van de hele gemeente.
74.
Kleineer je naaste niet. Moedig elk teken van superieure
intelligentie en creativiteit aan. Jaloersheid is de
oorzaak van je ondergang.
75.
Laat de tempel van de Heer in het diepst van je hart niet
overweldigd worden door begeerte.
76.
De vader, de moeder en de onderwijzer zijn de drie
personen die in de eerste plaats verantwoordelijk zijn
voor de vorming van de toekomst van het land. En van dit
drietal speelt de onderwijzer een zeer belangrijke rol,
omdat hij (of zij) speciaal voor dat werk getraind en
uitgekozen is.
77.
Ik weet dat je
geen zoete graankorrels kunt telen uit bittere
zaden.
78.
Eerbiedig steeds het standpunt van een ander. Begin niet
te redetwisten bij het eerste het beste geringe verschil
van opvatting. Hij zou best eens gelijk en jij ongelijk
kunnen hebben. Denk diep na over zijn
zienswijze.
79.
Wees je ouders dankbaar voor al de zorgen en opofferingen
die ze zich ter wille van jou getroost hebben.
80.
Sanathana
dharma - De
Eeuwige Religie - moet je nooit opgeven. Ze is uit
oeroude tijden tot ons gekomen en heeft de toets der
eeuwen doorstaan, en kan je vreugde schenken.
81.
Scholieren:
leer de geestelijke teksten nu kennen en maak een aanvang
met de eerste lessen in stil zijn, bidden en zingend de
Naam van de Heer reciteren. Het is nooit te vroeg om je
op het geestelijk pad te begeven.
82.
Doe niets dat tranen brengt in de ogen van je ouders. Eer
hen en gehoorzaam hen. Scheld hen niet uit voor
'ouderwets'. Oud is Goud.
83.
Denk aan de
toekomst zonder spanningen. En aanvaard overwinning en
succes op dezelfde wijze.
84.
Je toekomst hangt niet helemaal van je diploma's af; ze
hangt meer af van je karakter, wilskracht en de genade
van God.
85.
Het is verkeerd het lichaam te bezoedelen door slechte
daden of door te verkeren in slecht gezelschap. Heilig je
lichaam, heilig elke handeling door deze op te dragen aan
een verheven doel.
86.
Je studie op school moet je onderscheidingsvermogen
ontwikkelen, niet je egoïsme.
87.
Je leren moet verder gaan door inspanning en
enthousiasme; de hele wereld zal er profijt van hebben,
als je die inspanning om te leren helder brandende
houdt.
88.
Kennis en geleerdheid zijn slechts middelen om het
verstand te besturen.
89.
Zoals er waaiers ('fans') zijn om de atmosfeer te
verkoelen, zo zijn ook de 'fans' van Waarheid,
Rechtschapenheid, Vrede en Liefde nodig om de hitte van
onwetendheid, onrecht, valsheid en gebrek aan discipline
te verminderen.
90.
Men zegt, dat
het lichaam de tempel van God is. De wereld is het
lichaam van God.
91.
Verbrand de instincten, impulsen en begeerten die je in
slavernij houden, geheel en al; dat zal je dichter tot
God brengen.
92.
Geef nooit toe
aan laksheid of wanhoop. Onderga verlies en verdriet met
gelijkmoedigheid - dat zal je karakter sterker
maken.
93.
Dit leven dat met een jammerkreet begint, moet eindigen
met een glimlach. Toen jij een baby was, lachte iedereen
om je heen, ook al huilde je. Als je sterft, zullen velen
om je heen tranen storten om het verlies, maar jij moet
vol vrede en in stille gelatenheid glimlachen.
94.
Om succes te
hebben in yoga is toewijding het belangrijkste.
Innerlijke vrede en orde in je leven zijn ook factoren
van essentieel belang.
95.
Vissen voelen zich gelukkig, omdat ze zich in het water
bevinden; als ze eruit geworpen worden, lijden ze
verschrikkelijke pijn. En zo is de mens gelukkig, als hij
gedompeld is in Liefde, Vrede en Waarheid; dat zijn de
bestanddelen van het 'water' dat hem leven schenkt. Als
hij deze bestanddelen niet bewust ervaart, lijdt hij. Het
leven van de doorsneemens gelijkt op dit uit het water
geworpen te worden. Geestelijke discipline is de strijd
om terug te springen in de levengevende
elementen.
96.
Je hart moet transparant zijn als glas, en het licht van
de geest daarbinnen moet de hele wereld
verlichten.
97.
Als je bij alle inspanning die je je getroost, vertrouwt
op een Hogere Macht die bereid is je te hulp te komen,
wordt je werk vergemakkelijkt. Dit komt door ware
toewijding en vertrouwen op God, de Bron van alle
Kracht.
98.
Zelfs als je niet in staat of onwillig bent anderen te
dienen, is ten minste het vermijden anderen kwaad te doen
al een vorm van goede dienst.
99.
Als je samen bent met anderen, gedraag je dan wellevend,
verspreid het besef van broederschap en blijheid overal
om je heen.
100.
Streef naar het geluk van de gemeenschap en van het
mensenras. Bid dat alle mensen overal vrede en overvloed
mogen hebben. Verlang innig het goede te doen en wees
goed.
101.
Liefde tot God is het zaad, devotie is de jonge boom,
vertrouwen is de meststof, goed gezelschap (satsanga) is
de regen. Onvoorwaardelijke overgave aan de Allerhoogste
is de bloem en God-realisatie is de vrucht. Daarmee
werpen we dit sterfelijk omhulsel, ons lichaam, af en
worden we vrij.
102.
Toorn,
jaloersheid, hebzucht, onverdraagzaamheid, zijn alle
evenzoveel gaten in de pan - de wateren van vrede lekken
er doorheen.
103.
Als je nooit verkeerde dingen doet of een negatieve
gedragslijn volgt, kun je altijd verzekerd zijn van Gods
genade.
104.
Bananen en mango's bewaart men, terwijl ze nog onrijp
zijn, in stro gepakt of in een afgesloten vertrek, opdat
ze door de hitte zullen rijpen. De meditatie op God zal
jou ook de juiste temperatuur geven om rijp te worden en
zoet van smaak zijn.
105.
De Ene Waarheid is zuiver en onwrikbaar.
106.
Hoogmoed is een van de ergste vijanden van het
geestelijk leven. Als je verwaand bent, is je toewijding
op iets verkeerds gericht.
107.
Zoek Hem met je hart en wend je gedachten af van
uiterlijke dingen. De Allerverhevenste Kracht moet men
zoeken in het allerverhevenste gebied. En als je ogen
hebt die kunnen zien, en verstand hebt om te begrijpen,
zul je Hem vinden.
108.
De
verschillende aspecten van God zijn alle verschillende
graden van menselijk inzicht, als de mens tracht de ware
aard van het Ene te begrijpen. Je moet niet de
verscheidenheid, maar de Eenheid zoeken.
109.
Vrede kan
slechts langs de moeilijke weg verkregen worden, door
geweld en hebzucht te bannen uit het hart van de
mensen.
110.
Om een idee te
krijgen wat een berg is, is het niet genoeg een steen te
laten zien en te zeggen 'De berg is wel een miljoen maal
groter dat dit'. Je zult zelf een echte berg moeten zien,
al was het maar uit de verte, om te begrijpen wat een
berg in wezen is. En precies zo zul je een glimp van het
Wezenlijke van God moeten opvangen om de Ware Aard van
God te begrijpen.
Zie
ook bijvoorbeeld:
'De
Andere Regels'
'Hoe van de Wereld te houden (en
haar)'
vorige
pagina
over
Sai Baba /
beginselen
/ leringen