'Sai Baba geeft antwoord op diverse vragen 
die U bezig houden'

 

 

 

 

Hoofdstuk 4: Moksha en Karma (bevrijding en plicht)

[dit hoofdstuk in het Engels]

 

 

V. Men spreekt  ook van Avadhuta's. Wie worden zo genoemd?
A. Evenals de Vanaprastha's en de Sanyasi's moeten ook zij vrij zijn van alle binding en gevoelens van vijandschap. Ze worden niet beroerd door hetgeen er om hen heen gebeurt. Of ze in het woud zijn of in een stad, het interesseert ze niet in het minst. Ze hebben geen relatie met anderen. Zij bekommeren zich niet om verleden, heden of toekomst. Ze lopen over doornen en stenen, stil, in zichzelf glimlachend, steeds vol vreugde, steeds alert, zonder te zoeken naar comfort of beschutting, zonder te zoeken naar een plek om zich ter ruste te leggen, zonder voedsel tot zich te nemen; want Ananda is hun Ahara (voedsel). Er zijn zelfs vandaag de dag Avadhuta's in de Himalaya's, in stille grotten, teruggetrokken in hun eigen innerlijke Atmananda. Niet iedereen kan ze zien. Je moet geluk hebben wil je in hun aanwezigheid vertoeven. Maar er zijn velen die zich voordoen als Avadhuta's en die naam voor zich opeisen. De echte onder hen zullen zich niet in gezelschap begeven, noch in publiek verschijnen. Zelfs als ze per ongeluk onder mensen komen, zullen ze zich stilletjes uit de voeten maken zonder de aandacht op zich te vestigen. Als je een Avadhuta zich vrij ziet bewegen in gezelschap en zich ziet inlaten met menselijke beslommeringen, dan kun je aannemen dat het een Yamaduta is (monster).

V. Hoe lang is men gebonden aan de Deha-dharma, de verplichtingen met betrekking tot het lichaam?
A. Zolang men de Jivatma nog niet kent. Wanneer die ontdekt is en bekend dan is het niet meer nodig.

V. Wanneer is men zich van deze Jivatma zelf bewust?
A.
Als de stroom de zee bereikt. Als de stroom van Jivi de bron bereikt van waaruit hij kwam, de zee van Paramatma.

V. Wat is Moksha?
A. Moksha is bevrijding van alles dat bindt. Dat wil zeggen, de verwezenlijking van de eeuwig bestaande, eeuwig standvastige, eeuwig zuivere Atma-tatwa; het kwijtraken van de eeuwig veranderende, immer onwerkelijke, onzuivere Deha(lichaam)-tatwa.

V. Die staat wordt niet door allen bereikt, Swami?
A. Waarom denk je dat? Een ieder die zich inzet kan die bereiken. Zij die zich inzetten zijn bezig met de realisatie. Iedereen die ziek is heeft recht op medicijn; je kunt niet zeggen dat slechts enkelen dat recht hebben. Maar als het geneesmiddel kostbaar is, zullen slechts degenen die het zich kunnen veroorloven er baat bij hebben. Gods Genade is moeilijk te verkrijgen; de prijs die je ervoor betaalt is hoog. Betaal de prijs, dat wil zeggen verdien deze door Sadhana en de Genade van God zal je genezen van deze Bhavaroga (de ziekte van wereldsgerichtheid). 

V. Welke mensen hebben het meest behoefte aan deze Sadhana?
A. Allen die ernaar smachten om gered te worden uit de stroom van "geboorte en dood" die hun voortstuwt.

V. Baba! Wat is de oorzaak van 's mensen geboorte?
A. De werking van Karma.

V. Hoeveel soorten Karma kunnen we onderscheiden?
A. Drie! Slecht Karma, Goed Karma en een vorm daar tussen in; er zijn mensen die nog een vierde vorm onderscheiden, het Karma van de Jnani (wijze), dat goed noch slecht is.

V. Wat is slecht Karma?
A.  Het wordt Dushkarma genoemd. Alle handelingen verricht zonder liefde tot God of waarbij men in zonde vervalt; alle activiteiten die verricht zijn onder de invloed van de zes vijanden, Kama (lust), Krodha (boosheid), Lobha (hebzucht), Moha (begoocheling veroorzaakt door onjuiste identificatie, verdwaasdheid/bevlieging), Mada (trots) en Matsarya (afgunst/jaloersheid). Alle daden die het dierlijke in de mens wakker roepen; alle daden die geen blijk geven dat hij Viveka (onderscheidingsvermogen), Vichakshana (scherpzinnigheid) en Vairagya (onthechting) bezit. Alle daden die verstoken zijn van Daya (barmhartigheid) Dharma (gerechtigheid), Satya (waarheid), Shanti (vrede) en Prema (liefde), dat is allemaal Dushkarma.

V. En de Satkarma's?
A. Alle activiteiten verricht uit liefde tot God en die niet zondig zijn; alle handelingen verricht met of vanuit Satya, Dharma, Shanti en Prema. Dat zijn Satkarma's. 

V. Wat zijn de Misrakarma's?
A. Ze vormen een interessante groep. Ofschoon de handelingen goed zijn, ofschoon ze schijnbaar worden ingegeven door de liefde tot de Heer en afkeer van zonde, brengen ze impulsen naar boven die geheel het tegendeel vormen. Mensen openen bijvoorbeeld rust-oorden en waterdistributie centra, maar ze betalen de werknemers niet goed. Hun oogmerk is alleen maar een goede naam te vestigen. Zij geven de armen als aalmoes slechts onbruikbare kleren en waardeloos geld. Alles wat ze doen is gericht op publiciteit.

V. U sprak ook over Jnanakarma, Swami?
A. Ja, Jnanakarma is de uitdrukking die wordt gebruikt voor alle activiteiten die erop gericht zijn om  uit de heilige boeken en van leraren de weg te leren die voert uit de beperking van de dualiteit en boven de begoocheling van de wereld uit te stijgen en waarbij tegelijk vertrouwen wordt ontwikkeld in de waarden van Satya, Dharma, Shanti en Prema. Jnanakarma omvat alle activiteiten die leiden tot versmelting van het individu in het Universele Absolute.

 

 

 

zie ook: 
Bhagavad Gîtâ  2, 3, 4, 5, 18
Srîmad Bhâgavatam, Canto 5: hfdst: 1, 5, 6, 8, 11, 14 
Krishna en de Zingende Filosoof

Inhoudsopgave  
Woordenlijst Prasnottara