Woordenlijst: hier zijn de woorden verzameld die in de Vahini's op deze site door Sai Baba zijn uitgelegd aangevuld met woordbetekenissen uit het S'rîmad Bhâgavatam en Bhagavad Gîtâ.

 

|A|B|C|D|E|F|G|H|I|J|K|L|M|N|O|P|QR|S|T|U|V|W|XYZ|

Deze lijst in het Engels

E

  • Easwaramma Raju (1890-1972): De moeder van Sathya Sai Baba
  • Eigenschappen: De brahmaan staat bekend om zijn beheersing van de geest en de zinnen, zijn boetvaardigheid, reinheid, voldoening, vergevingsgezindheid, zijn rechtdoorzee mentaliteit, geestelijke kennis en mededogen, de perfectie van zijn dienst aan de Heer, het Ware Zelf, en zijn waarheidsliefde. Een kshatriya onderscheidt zich door zijn vaardigheid in het vechten, zijn heldhaftigheid en door zijn vastberadenheid, krachtdadigheid, liefdadigheid, ingetogenheid, vergevingsgezindheid, trouw aan het brahmaanse gezag, welgezindheid en liefde voor de waarheid. Een vais'ya kenmerkt zich door zijn toegewijde dienst aan de godsbewusten, de goeroe en de Onfeilbare, het praktiseren van de drie deugden [van dharma, artha en kâma], zijn vroomheid en zijn niet aflatende inzet en deskundigheid. De s'ûdra staat bekend om zijn gehoorzaamheid, reinheid, dienst aan de baas die hem onderhoudt, ondubbelzinnigheid, offerbereidheid zonder verdere gebeden, waarheidsliefde, zijn beschermen van de koeien en de brahmanen en het feit dat hij niet steelt [zie ook B.G. 18: 41-44].  Zie ook: Varnâs'rama en Varna.
  • Ego: Als we voortdurend in de weer zijn terwille van het materiële lichaam en daarbij het belang van God verwaarlozen, zijn we egocentrisch bezig, zelfs als we materieel voor anderen zorgen. Het ego dat we vals noemen als het berust op identificatie met de materie, kenmerkt zich door de illusies van ik en mijn, waardoor men noch in de geest, noch stoffelijk in staat is te delen met anderen. Daardoor beseft men niet zijn oorspronkelijke staat: die van verbondenheid met God. Valse ego, onze gehechtheid aan het lichaam. 
    Het bewustzijn van een zelf. Het begrip van een ik. Het wordt onderscheiden van een ziel als potentiëel zijnde zonder een geweten. Het wordt vaak vals genoemd als het geïdentificeerd is met materie. Het ware van het ego is gevonden in de zelfrealisatie van ziel die rijpt naar zelfverantwoordelijkheid niet langer afhangend van gezag van buitenaf. Het is de zetel van de angst daar de geneigdheid zich te identificeren met de materie de garantie is voor mislukking aangezien niets materiëels zijn vorm voor eeuwig behoudt. De notie van een superego heeft betrekking op een sociale konstruktie van gedragsregels die de maatschappelijke werkelijkheid moet definiëren.
  • Ekadâsi: iedere elfde dag na de nieuwe en volle maan vast de vaishnava van granen en bonen en chant hij/zij. De moderne medische wetenschap bevestigt dat regelmatig vasten, of systematische honger iemands levensduur verlengt. Zie ook 8.16: payo vrata, het vasten van vast voedsel als de beste van alle offers.
  • Ekagrata: Concentratie op één punt van aandacht (PV-3)
  • Ekam sat; viprah bahudha vadanti: (oorspronkelijke tekst uit de Rig Veda): 'Er is slechts Eén; de wijzen noemen Het bij vele namen' (SSV-3) 'Er is maar één waarheid: De mens omschrijft het op verschillende manieren'. 
  • Elementen, de vijf: Akasha, Vayu, Agni, Jalam en Prithvi, die we kennen als ether, lucht, vuur, water en aarde. (Prasn-1).
    Elementen: water, vuur, aarde, lucht en ether. In ruimere zin spreekt men ook wel van 16 elementen samen met het verstand en de 10 werkende en de waarnemende zinnen. Ook zijn er indelingen met 24 of 25 elementen: de grofstoffelijke elementen, de fijnstoffelijke elementen (de vijf objecten van de zinnen: geur, kleur, aanraking en geluid), de tien zinnen van waarnemen en handelen, geest, intelligentie, ego en bewustzijn met het element van de tijd als het vijfentwintigste element.
    - S'rîla Prabhupâda, betekenis verklaring SB 10.13: 52: 'De vierentwintig elementen zijn de vijf werkende zinnen (pan'ca- karmendriya), de vijf zinnen voor het verkrijgen van kennis (pan'ca-jn'ânendriya), de vijf elementen van de grove materie (pan'ca-mahâbhûta), de vijf zinsobjecten (pan'ca-tanmâtra),de geest (manas), het valse ego (ahankâra), de mahat-tattva, en de materiële natuur (prakriti). Alle deze vierentwintig elementen zijn betrokken bij de manifestatie van deze materiële wereld'.
    Elemenden, de acht: Van dit alles wordt de vorm van de Allerhoogste Heer, gekend in de acht elementen [van aarde, water, vuur, lucht, ether, geest, intelligentie en vals ego] van al de werelden en wat erbij hoort, die een onbeperkte materiële uitwendige bedekking vormen SB 2.10:33.
  • Emancipatie: het proces van de geleidelijke verheffing van of bevrijding in dienst aan de ziel. Materiëel bezien betekent het een gelijke te worden overeenkomstig een zekere standaard van beschaving. Spiritueel heeft het betrekking op het proces van geleidelijke bevrijding beginnend met luisteren, praten en herinneren eindigend in vriendschap en ten slotte overgave aan de diktaten van de ziel.
  • Ether: Ruimte is dat wat door de ether wordt gevormd. De tijd op zichzelf betrokken is de ether; dat is de primaire eigenschap van de ruimte. Materie is een verdichting of condensatie van de ether. Materie is het relatieve verschijnsel van de tijd.