Bewerkt en in het Engels vertaald 
door
B.P. Mishra 

 

 

 

 

VIII- Incarnatie Srî Nara Nârâyana

 


Baba Govinda

 

 

De incarnatie van Heer Nara Nârâyana geeft ons een ideaalbeeld van ascese in de heiligste tradities der Avatârs. Onder de vele beroemde boeken die over de vierentwintig incarnaties als Avatâr van Heer Vishnu zijn geschreven, neemt het boek 'Bhaktamalí van Nabhadas een zeer belangrijke plaats in. Behalve als Nara Nârâyana is de Avatâr ook bekend als Badripati. Onder deze naam beschermt hij de verhevenheid van het gewijde heiligdom van Srî Badrinath, gelegen in de schoot van het gezegende Himalaya-gebergte. 

Heer Nârâyana werd geboren uit Murti [*], een van de dochters van koning Daksa en openbaarde zich in twee gedaantes - als mens en als God1). Op het tijdstip van zijn geboorte nam hij de vorm aan van een groot asceet2). Hij droeg zijn haar in een gevlochten knot op het hoofd en had een lichtblauwe gelaatskleur. Hij had een schitterende lichtkrans rond zijn hoofd en lange, sterke armen. Kort na zijn geboorte vroeg en verkreeg hij toestemming van zijn ouders om naar het gewijde heiligdom van Badrinath te gaan om ascese te beoefenen. Sindsdien is hij daar volledig in Zichzelf verzonken en hij zal tot het einde van deze kalpa3) in deze staat blijven. 

Het karakter van Nara Nârâyana is het belichaamde zelf van een echte asceet, die Kamadeva4) op unieke wijze overwon. Ook andere goden versloegen Kamadeva, maar om hun doel te bereiken moesten zij daarvoor altijd zeer boos op hem worden. Heer Nara Nârâyana kon Kamadeva echter door middel van liefde en edelmoedigheid aan Zich onderwerpen. Daarmee heeft hij het ideaalbeeld van een ware asceet geschapen. Behalve in de 'Bhaktamalí zijn er uitvoerige verwijzingen over Nara Nârâyana te vinden in de Srîmad Bhâgavatam Purâna5), de Mahâbhârata6) en andere Purânaís7).

 

[*] Zie Srîmad Bhâgavatam, Canto 7, Hoofdstuk 11, vers 6: 'Hij die via Dharma Mahârâja in de schoot van Daksa's dochter Zichzelf in de wereld aankondigde met een deel van Zichzelf [Nara-Nârâyana], volbrengt voor het heil van alle mensen verzakingen in Badarikâsrama [de plaats van meditatie in de Himalaya's]'.

Zie ook:
Srîmad Bhâgavatam, Canto 4, Hoofdstuk 1

Srîmad Bhâgavatam, Canto 5, Hoofdstuk 19

Srîmad Bhâgavatam, Canto 6, Hoofdstuk 8

Inhoud
Woordenlijst