14.
Bezoek aan Afrika
HET LEVEN VAN SATHYA
SAI BABA
Naar
aanleiding van vele verzoeken besloot Sai Baba
in juli 1968 een kort bezoek te brengen aan
Oost-Afrika. Een reis per vliegtuig over die
eindeloze zee vond zijn moeder een bijzonder
slecht idee. 'Veel te gevaarlijk,' was haar
mening. De zee was immers bevolkt met
gevaarlijke dieren zoals zeeslangen, haaien en
walvissen. Aanvankelijk deed Baba er nog een
schepje bovenop door haar te vertellen dat er in
Afrika tot voor kort nog menseneters waren, maar
daarna stelde hij haar weer snel gerust. Wanneer
hij haar plaagde, deed hij dat alleen om haar
horizon te verbreden en haar geloof te
versterken.
'Er kan mij niets gebeuren. Als er gevaar
was, zou ik dan Indulal Shah
(14)
en Kasturi meenemen?'
Dit stelde haar enigszins gerust, maar toch nog
niet volledig. Zij ging naar Kasturi voor meer
informatie en deze vertelde haar dat er in
Oeganda, Tanzania en Kenya schitterende
natuurreservaten waren waar zij in het wild
levende leeuwen, olifanten, bizons, nijlpaarden
en struisvogels zouden kunnen zien. Nu had zij
dergelijke dieren achter tralies gezien in de
dierentuin van Mysore en deze mededeling van
Kasturi stelde haar daarom beslist niet gerust.
Zij waarschuwde Kasturi en later ook Baba
herhaalde malen om toch vooral niet te dicht bij
de leeuwen te komen en om de ramen van de auto
dicht te houden.
Tijdens Baba's verblijf in Afrika logeerde zijn
moeder bij een devotee in Bombay en vandaaruit
belde zij hem enkele malen op om te horen of
alles in orde was. En toen hij terugkwam, stond
zij hem op te wachten op het vliegveld van
Bombay.
Het verblijf in Afrika duurde van 30 juni tot 14
juli en het grootste deel van die tijd brachten
Baba en zijn medereizigers door in Oeganda.
Op 30 juni rond het middaguur kwamen zij aan op
het vliegveld van Nairobi waar zij werden
verwelkomd door duizenden
belangstellenden. Vandaar ging het per auto over
een afstand van 650 kilometer naar Kampala, de
hoofdstad van Oeganda. Toen zij daar om half
twee 's nachts arriveerden, bleek de bevolking
overal in de straten bloemenbogen te hebben
neergezet en spandoeken te hebben opgehangen om
hen welkom te heten. Voor de bungalow van dr.
Patel - waar Baba zou logeren stonden
tweeduizend devotees hen op te wachten. Bhajans
klonken op in de nacht en Sai Baba gaf de zozeer
verlangde darshan.
In
de dagen daarna gaf hij geregeld darshan en
verscheidene malen gaf hij interviews in de
bungalow van dr. Patel. Hij sprak Engels en
Hindi met de leden van de Indiase gemeenschap,
maar met de oorspronkelijke bewoners sprak hij
in hun eigen landstaal, het Swahili. Tijdens de
interviews materialiseerde hij vibhuti, ringen
en medailles met de afbeeldingen van Jezus,
goeroe Nanak, Zarathoestra en zichzelf. Talloze
zieken, doven, blinden, verlamden en andere
gehandicapten riep hij bij zich en enkelen genas
hij.
Op 3 juli vertrokken zij met twee kleine
vliegtuigjes van het vliegveld van Entebbe. Zij
vlogen over het Victoria Meer en het Serengeti
National Park en landden in de Ngorongoro
krater. Overal waar Baba komt, willen de
devotees hem van alles laten zien - en dat was
nu dus ook het geval - maar Baba heeft er geen
behoefte aan om plaatsen te zien. Hij is overal,
altijd. Hij was naar Afrika gekomen om zijn taak
uit te voeren, om de eenheid te propageren, en
niet om het land te zien. Om de devotees te
plezieren en om hun iets te leren, voldoet hij
vaak aan hun verzoek. In de krater zagen zij op
een gegeven moment een leeuwin naar een groepje
giraffen lopen. Onmiddellijk begonnen de vogels
de giraffen te waarschuwen en deze waarschuwden
op hun beurt de buffels, zebra's en gnoes.
Binnen enkele seconden waren zij alle in de
verte verdwenen. Baba wees de anderen op deze
wederzijdse dienstverlening. De mens prijst de
voordelen van wedijver in de strijd om het
bestaan, maar het dier leert hem samenwerking en
dienstverlening als de ideale methode om te
overleven. Na het bezoek aan de krater gingen
zij naar Nairobi , waar zij nog enkele dagen
bleven.
Terug in Kampala hield Baba verscheidene
toespraken die ook op de televisie werden
uitgezonden zodat de gehele bevolking kennis kon
nemen van zijn leringen. Ook gaf hij weer vele
interviews, deze keer met name aan een groot
aantal hoogwaardigheidsbekleders. In 1968 was
Milton Obote president van Oeganda en generaal
Idi Amin was de chef-staf van het leger. Deze
laatste kreeg van Baba een
privé-interview. Toen reeds adviseerde
Baba Indiase devotees die in Oeganda woonden om
het land spoedig te verlaten. Hij waarschuwde
dat alle Indiërs binnen vier jaar gedwongen
zouden worden om Oeganda overhaast te verlaten.
Zij zouden dus beter nu reeds kunnen vertrekken,
temeer daar zij dan hun wereldse goederen zouden
kunnen meenemen. Weinigen volgden toen zijn
advies op. In 1971 nam het leger onder leiding
van generaal Amin de macht over. In 1972
kondigde deze af dat alle vijftigduizend Aziaten
binnen drie maanden het land moesten hebben
verlaten.
Aanvankelijk was het Baba's bedoeling geweest om
op 10 juli de dag van de goeroe, Gurupurnima -
terug te keren naar Bombay, maar op dringend
verzoek stelde hij zijn vertrek nog enkele dagen
uit. Op die dag verzamelden zich 25.000 mensen
voor het zingen van bhajans en meer dan twee uur
lang liep Baba tussen de rijen door waarbij hij
ieder een handvol snoep en een pakje vibhuti
gaf. Op een van de laatste dagen van hun
verblijf in Oeganda brachten zij een bezoek aan
het Murchison Falls National Park en maakten zij
een tocht per motorboot over de Nijl. Onderweg
naar het park reed de chauffeur van de auto
waarin Kasturi en twee anderen zaten, veel te
hard en in een bocht sloeg de auto over de kop.
Hij kwam voor de deur van een ziekenhuis tot
stilstand en daar werden alle vier de
inzittenden behandeld aan snijwonden en
dergelijke. De auto waarin Baba zat, was op dat
moment al zo'n vijftig kilometer verder en Baba
zei tegen de andere inzittenden: 'De tweede
auto heeft problemen. Zij zullen hun reis
voortzetten in een taxi.' Toen zij tenslotte
per taxi arriveerden, deed Baba onmiddellijk
vibhuti op de grote snee die Kasturi in zijn
voorhoofd had en materialiseerde hij voor hem en
de anderen zalf en tabletten. Tijdens hun tocht
over de Nijl zagen zij nijlpaarden, olifanten en
honderden krokodillen. Zij konden goed zien hoe
de krokodillen hun bek opensperden om vogeltjes
de gelegenheid te geven hun tanden te reinigen
van parasieten en rottende voedselresten. Ook nu
wees Sai Baba de anderen op deze vorm van
wederzijdse dienstverlening.
Op 14 juli werden zij door duizenden mensen
uitgeleide gedaan op het vliegveld van Entebbe.
Via Nairobi vlogen zij terug naar Bombay waar
zij werden opgewacht door meer dan tienduizend
devotees.
Slechts
een week na zijn terugkeer uit Afrika wijdde
Baba het Sri Sathya Sai Arts and Science College
for Women in Anantapur in. Zijn moeder was hier
erg blij mee. In de loop der jaren had zij
geleerd het vooroordeel dat het onvrouwelijk zou
zijn om te studeren, los te laten en er kwam een
tijd dat zij het betreurde dat zij nooit had
leren lezen en schrijven. 'Swami, je hebt hier
goed aan gedaan!' zei zij tegen Baba. 'Vrouwen
moeten even goed geschoold zijn als mannen.
Wanneer het ene dier moedig en vlug is en het
andere is laf en zwak, hoe kan de wagen die zij
samen trekken dan vooruit komen?'
Baba vertelde haar dat hij reeds twee jaar
eerder besloten had dat er een dergelijk college
moest komen. Tot dan toe moesten de meisjes van
de plaatselijke High School for Girls die na hun
middelbare school verder wilden studeren,
daarvoor helemaal naar Tirupati of Kurnool.
Voortaan konden zij in Anantapur zelf verder
studeren. Scholing voor vrouwen is even
belangrijk als voor mannen. Baba zegt dat
vrouwen en mannen in wezen gelijk zijn, maar dat
zij ieder hun eigen rol in de samenleving
hebben. Mannen zullen in het algemeen hun
scholing gebruiken voor het verkrijgen van een
goede baan en een goed inkomen. Dat is
belangrijk, want zij zorgen voor voedsel,
kleding en onderdak voor hun gezin. Vrouwen zijn
verantwoordelijk voor het leven op aarde. De
opvoeding van de kinderen is in eerste instantie
hun taak. Intellectuele en spirituele scholing
van vrouwen leidt tot intelligentere echtgenotes
en betere moeders. Tijdens de opening van het
college zei Sai Baba in zijn toespraak: 'Moge
dit college generaties edele moeders vormen die
zullen leven overeenkomstig dharma en die helden
zullen verwekken die zijn vervuld van toewijding
tot God en gehechtheid aan de waarheid.'
Opvoeding moet leiden tot zelfvertrouwen,
mededogen, respect voor de gehele schepping,
liefde, verdraagzaamheid, plichtsbesef,
zelfverloochening, onderscheidingsvermogen en
het besef dat alles één is.
Karakter is belangrijker dan intellect. Wanneer
de moeder een goede opleiding heeft gehad en
haar taak serieus neemt, zullen de kinderen
opgroeien tot volwassenen die slechts denken aan
het welzijn van de gehele maatschappij en die
hun talenten in dienst willen stellen van allen.
Baba benadrukt dan ook, dat moederschap de
kostbaarste gave is van God.
Het is Baba's aard om te onderwijzen, om de
goddelijkheid die in de mens aanwezig is, naar
boven te halen en hij zal alle middelen
aanwenden die hij daarvoor nodig acht. En het
oprichten van colleges was er daar
één van. Het was zijn bedoeling om
in alle deelstaten van India twee colleges op te
richten die later campussen zouden worden van
een nog op te richten Universiteit. Het
eerstvolgende college zou er een voor jongens
zijn en zou worden gevestigd in de nieuwe ashram
Brindavan.
Ruim
twintig kilometer ten oosten van Bangalore, in
de buurt van de dorpen Kadugodi en Whitefield,
was in datzelfde jaar 1968 namelijk ook de
ashram Brindavan gesticht. Vanaf die tijd zou
Baba de hete maanden van het jaar, maart en
april, vaak daar doorbrengen. In Puttaparthi
kwam de temperatuur in deze maanden soms boven
de vijftig graden Celsius, maar in Brindavan was
het een stuk koeler.
De naam van de ashram houdt verband met het
leven van Krishna. Deze bracht zijn jeugd door
in Gokul en Brindavan en in de bossen rond
Brindavan speelde hij in zijn jeugd en op de
weiden hoedde hij de koeien. Dit landschap is
het symbool van het altijd groene hart van de
devotee, waar de Heer vol vreugde speelt en
daarom gaf Baba deze ashram de naam
'Brindavan'.
Een jaar na de stichting van deze ashram werd er
het college voor jongens gevestigd en werd er
een studentenhuis gebouwd. Enkele jaren later
werd er ook een eenvoudig ziekenhuis gebouwd en
er kwamen enkele gebouwen om devotees te
huisvesten. Meer dan twintig jaar heeft Baba
daar darshan gegeven onder een grote boom. De
devotees werden beschermd tegen zon, regen en
stenengooiende apen door een dak van golfplaten
dat rond de boom onder het bladerdak was
aangebracht. Op een gegeven moment werd de
stroom bezoekers zo groot dat de beschikbare
ruimte niet meer voldeed. De boom werd omgehakt
en er werd een grote hal gebouwd, de Sai Ramesh
Hall.
Omstreeks
deze zelfde tijd verzocht Easwaramma om in de
ashram te mogen komen wonen en Baba vond dit
goed. Zij kreeg een kamer met keuken en badkamer
in een gebouw achter de tempel en zij was daar
heel gelukkig. Wonen in het dorp was voor haar
een steeds grotere opgave geworden naarmate haar
ideeën veranderden. Zij was in de loop der
jaren steeds verder af komen te staan van het
gewone leven in het dorp met zijn schandaaltjes
en roddels en zijn sterke verdeling in kasten.
Zij was opgevoed met de overtuiging dat de
mensen door God waren ingedeeld in kasten en dat
die indeling onveranderlijk was. Toen Baba tegen
haar zei: 'Er is slechts één
kaste, de kaste van de mensheid,' was zij
aanvankelijk geschokt. Maar geleidelijk ging zij
haar mening aanpassen en zij was verrukt wanneer
Baba haar vroeg hem te helpen bij het uitdelen
van sari's aan de vrouwen van de laagste kaste,
de onaanraakbaren. Dergelijke vrouwen aanraken
of in haar huis uitnodigen was veel moeilijker.
De andere dorpelingen zouden haar uitstoten
wanneer zij dit taboe zou doorbreken. Op een
keer vertelde Baba haar dat Mahatma Gandhi een
nieuwe naam had bedacht voor deze paria's. Hij
noemde hen harijans, hetgeen 'kinderen
van God' betekent. En hij vervolgde: 'Dus ben
jij ook een harijan! Er bestaat overal maar
één kaste, de kinderen van
God.'
Toen zij dit volledig aanvaard had, was voor
haar het moment gekomen om het dorp te verlaten
en haar plaats in te nemen onder de devotees die
permanent in Prasanthi Nilayam woonden. Dit
belette haar niet om zich zo nu en dan nog
zorgen te maken over haar Sathya. Zo kon men
haar soms horen klagen over de duizenden
bezoekers: 'Waarom laten zij hem niet met rust.
Hij slaapt niet en hij eet niet genoeg. Zij
geven alleen maar om zichzelf.' Of zij
fluisterde tegen een van de andere vaste
bewoners van de ashram: 'Hij houdt niet van wat
zij koken. Hij vindt alleen wat ik kook lekker.
Daarom eet hij niet!'
Zij wist al heel lang wie haar zoon werkelijk
was, maar soms was maya (illusie) sterker
en had de moeder in haar verdriet.
Overigens is het een feit dat Sai Baba heel
weinig eet. Duizend calorieën per dag is
wel het maximum en vaak is het minder. Maar hij
is niet de enige in India die weinig eet. Er
zijn in dat land miljoenen mensen die moeten
leven van weinig voedsel. Eens, het was in 1966,
heeft Baba zelfs 36 dagen lang niets anders
gegeten of gedronken dan een glas karnemelk per
dag. Baba zegt dat wij dat beslist niet moeten
doen. Wi j moeten onze zintuigen niet verwennen,
maar wij moeten ons lichaam ook niet pijnigen op
welke manier dan ook. Bovendien werkt zijn
lichaam niet precies hetzelfde als dat van ons.
Als Baba dat wil, heeft zijn lichaam geen
voedsel nodig terwijl hij toch voldoende energie
heeft om gewoon verder te werken. Normaal eet
hij vaak sangti (rijst en meel tezamen
gekookt), net als in zijn jeugd, gecombineerd
met wat groente. Bovendien eet hij fruit en
drinkt hij vruchtensap of kokosnootmelk.
Tientallen jaren had Baba de gewoonte van het
kauwen op pan. Pan bestaat met name uit
betel-bladeren en -noten en is goed voor de
spijsvertering. Wanneer iemand pan kauwt, is dat
goed te zien, want het sap kleurt de lippen
helder rood. Nu adviseerde hij devotees om de
slechte gewoonte van het gebruik van tabak op te
geven terwijl hij zelf op pan kauwde. Ofschoon
het gebruik van tabak en dat van pan beslist
niet hetzelfde is, is hij op een gegeven moment,
waarschijnlijk om het goede voorbeeld te geven,
gestopt met het kauwen op pan.
Maar niet alleen het gebruik van tabak is
schadelijk; dat geldt ook voor alcohol en drugs.
En ook grote hoeveelheden koffie en thee zijn
schadelijk voor lichaam en geest. Alcohol
vernietigt het menselijke in de mens. Het bindt
hem aan zijn lichaam en leidt hem weg van God.
Sommige mensen denken dat men door het gebruik
van drugs onmiddellijk zelfverwerkelijking kan
bereiken. Maar de drugservaring is van
voorbijgaande aard en leidt niet tot
daadwerkelijk inzicht. Bovendien brengen drugs
schade toe aan de hersenen en aan de spirituele
vermogens. Roken is een verslavende gewoonte die
bovendien de oorzaak is van een aantal ziekten.
Wanneer Sai Baba iemand wijst op een slechte
gewoonte, zal hij dat doorgaans vol liefde doen
en zonder dat anderen ervan horen. Maar zo nodig
gebruikt hij hardere methoden.
Op de eerste dag van de zomerschool in Brindavan
in 1973 - op het onderwerp 'zomerschool' zal
verderop nog worden ingegaan - waarschuwde Baba
alle aanwezigen dat er geen plaats was voor
degenen die rookten, alcohol dronken, vlees aten
of andere slechte gewoonten hadden. Nu bevond
zich onder de studenten een kettingroker en deze
jongeman slaagde er niet in zich te houden aan
deze regel. Daarom riep Baba hem bij zich en
berispte hem ernstig. Hoewel de jongeman zich
afvroeg hoe Baba wist dat hij toch rookte,
beloofde hij dat hij het niet meer zou doen.
Maar op een ochtend werd zijn verlangen naar een
sigaret zo sterk dat hij voor aanvang van de
lezingen ongemerkt wegglipte. Zonder dat iemand
hem zag, rookte hij snel een sigaret achter de
koeienstal en keerde vervolgens terug naar de
bijeenkomst. Toen Baba daar aankwam, wees hij op
de betreffende student en zei, zo dat allen het
konden horen: 'Hij heeft niet alleen verkeerd
gehandeld door te roken, maar hij heeft zijn
belofte gebroken en dat is een veel ernstiger
fout.' Omdat de jongeman zich door Baba
gekleineerd voelde in het bijzijn van zijn
medestudenten, antwoordde hij vol ingehouden
woede: 'Ik heb mijn woord niet gebroken. Dat
zweer ik.'
Om hem niet onnodig pijn te doen, zei Baba
lachend: 'Ik wil ook niet dat je je woord
breekt, mijn beste.' En hij vervolgde:
'Goed, ik geef je een beloning.' Hij maakte een
draaiende beweging met zijn hand en er verscheen
een foto.
De student, die Baba's ware aard nog niet had
herkend, maar dacht dat hij slechts over enige
occulte gaven beschikte, meende dat hij hem had
overtuigd van zijn gelijk en dat Baba vanwege de
lieve vrede nu voor hem een foto van zichzelf of
van de een of andere godheid materialiseerde.
Terwijl alle studenten toekeken, stak hij zijn
hand uit om de beloning in ontvangst te nemen.
Toen klonken er van alle kanten uitroepen en de
student in kwestie begon te huilen. Wat was het
geval? Op de foto die Baba hem overhandigde,
stond hijzelf afgebeeld, rokend achter de
koeienstal, alles precies zoals de situatie
slechts enkele minuten daarvoor was geweest!
De student vroeg Baba vergiffenis en deze keer
kwam zijn berouw recht uit zijn hart.
Vóór
er behoorlijk geoutilleerde ziekenhuizen waren
in Puttaparthi en Brindavan - maar ook daarna
nog wel - werden er zo nu en dan medische kampen
georganiseerd om grote aantallen mensen te
behandelen. Begin 1968 werd daarmee begonnen in
Puttaparthi. Die eerste keer ging het om het
behandelen van mensen met oogziekten. Tien dagen
lang werkten honderden artsen, verpleegsters en
andere vrijwilligers in dit Optical Diseases
Diagnosis and Treatment Camp. Er werden
vierduizend mensen onderzocht en er werden meer
dan duizend operaties uitgevoerd. Het ging voor
een groot gedeelte om mensen met staar en een
eenvoudige operatie was in die gevallen
voldoende om hun het gezichtsvermogen terug te
geven. Van alle kanten kwamen blinden en
slechtzienden, begeleid door familieleden, naar
Puttaparthi waar zij liefdevol werden opgevangen
en verzorgd door devotees.
Op deze manier geeft God de mens de gelegenheid
om Hem te dienen. Men moet zijn leven in dienst
van God stellen door het dienen van zijn
medeschepselen. Dat is het belangrijkste wat men
in het leven kan doen. Natuurlijk moet men
werken om geld te verdienen voor zijn
levensonderhoud, maar men moet niet werken om
het geld, maar om te dienen. Dat is de juiste
instelling. Bovendien moet men proberen enkele
uren per week vrij te maken voor belangeloze,
onbetaalde dienstverlening, bijvoorbeeld in een
bejaardentehuis of ziekenhuis, of bij de opvang
van vluchtelingen of daklozen. Wanneer men
dienstbaar is zonder enig eigenbelang, zal men
een diepe vreugde ervaren. Dienen moet het
gevolg zijn van zuivere, goddelijke
liefde.
'Om
de deugdzamen te beschermen, om boosdoeners te
vernietigen en om rechtvaardigheid op een stevig
fundament te vestigen, incarneer ik in ieder
tijdperk.'
Met deze woorden, die Krishna tot Arjuna sprak
(15),
begon Sai Baba zijn toespraak ter gelegenheid
van zijn 42ste verjaardag. En hij vervolgde:
'Steeds
wanneer ashanti of disharmonie de wereld
overwoekert, zal de Heer in menselijke
gedaante verschijnen om de methoden ter
verkrijging van prashanti of vrede vast te
stellen en de menselijke samenleving te
heropvoeden in de wegen naar vrede. (...) De
Avatar gedraagt zich op een menselijke manier
zodat de mensheid verwantschap kan voelen,
maar hij stijgt tot zijn bovenmenselijke
hoogten zodat de mensheid kan streven naar
het bereiken van diezelfde hoogten, om door
dat streven hem daadwerkelijk te bereiken. Je
realiseren dat de Heer in je de motivator is,
is de taak waarvoor Hij in menselijke
gedaante verschijnt. Avatars als Rama en
Krishna moesten een of meer individuen doden
die herkend konden worden als vijanden van de
dharmische (rechtschapen) levenswijze, om
daardoor de naleving van de deugdzaamheid te
herstellen. Maar nu, in deze tijd, bestaat er
niemand die volledig goed is, dus wie
verdient de bescherming van God? Iedereen is
bezoedeld met slechtheid; wie zal het dan
overleven wanneer de Avatar voor vernietiging
zou kiezen? Daarom ben ik gekomen om op
verschillende manieren de buddhi, het
onderscheidingsvermogen, te corrigeren. lk
moet raad geven, helpen, bevelen, veroordelen
en bijstaan als vriend en begunstiger van
allen zodat zij kwade neigingen opgeven en
wanneer zij het juiste pad herkennen, zij het
ook opgaan en het doel bereiken. lk moet aan
de mensheid de waarde openbaren van de veda's
en de shastra's en andere spirituele teksten
die de normen vastleggen.'
Baba
eindigde met de woorden:
'Velen
aarzelen te geloven dat de omstandigheden
beter zullen worden, dat het leven voor allen
gelukkig en vol vreugde zal zijn en dat het
gouden tijdperk zal terugkeren. Laat mij
jullie verzekeren dat dit goddelijke lichaam
niet tevergeefs is gekomen. Het zal erin
slagen de crisis die de mensheid teistert, af
te wenden.'
In
deze toespraak sprak hij ook over de wonderen
die hij deed en hij benadrukte dat zijn wonderen
voortkomen uit goddelijke kracht. Zij hebben
niets te maken met magie. God kan alles! Zij
hebben niet tot doel mensen naar hem toe te
trekken, weg van de aanbidding van zijn andere
namen en vormen. Er is geen reden om ons naar
hem toe te trekken, want hij is van ons en wij
zijn van hem, of men dat nu prettig vindt of
niet. Hij gebruikt deze kracht ook niet om
mensen rijker te maken; hij gebruikt hem alleen
om geloof en vertrouwen te versterken. Door
middel van zijn wonderen toont hij dat hij
alomtegenwoordig, almachtig en alwetend is. Maar
belangrijker dan deze kenmerken is zijn vermogen
om onbeperkt zuivere liefde voort te brengen.
Hij handelt slechts uit liefde, want hij is
liefde.
Het volgende verhaal is hiervan een goede
illustratie.
Op de ochtend van zijn verjaardag werd hij door
de devotees in processie van de tempel naar een
grote tijdelijke hal gebracht. Er waren
twintigduizend mensen aanwezig in deze ruimte;
studenten reciteerden vedische mantra's en er
werden bhajans gezongen. Sai Baba nam plaats op
de zilveren stoel op een verhoging en net als
andere jaren nodigde hij enkele devotees uit om
enige druppels olie op zijn hoofd te sprenkelen,
zijn moeder als eerste. Kasturi hield een kom
met olie in zijn handen en de devotees doopten
daar een bloem in. Op het moment dat Indra Devi
als laatste olie sprenkelde, zag Baba mevrouw
Anderson uit de Verenigde Staten in haar
rolstoel zitten. Zij droeg de sari die hij haar,
net als alle andere buitenlandse vrouwen, de dag
ervóór had geschonken. Zij kon
niet lopen en bracht een groot deel van haar
tijd in het ziekenhuis van de ashram door. Baba
wendde zich tot Kasturi, wees voorzichtig naar
de betreffende vrouw, die een meter of tien van
hen af zat, en zei: 'Die vrouw in de rolstoel
zal gelukkig zijn wanneer je met de kom naar
haar toegaat om haar een bloem in de olie te
laten dopen die dan daarna op mijn hoofd kan
worden gelegd.'
Voor hij zich kon omdraaien, hield Baba hem
echter tegen en zei: 'Wacht! Ik zal zelf naar
haar toegaan.' Hij stond op en alle
aanwezigen rekten hun hals uit om te zien wat er
gebeurde. Bij de vrouw aangekomen hield Kasturi
haar de kom en de bloem voor en Baba boog zijn
hoofd. Stralend doopte zij de bloem drie keer in
de olie en drie keer liet zij enkele druppels op
zijn haar vallen. Na de derde keer pakte Baba
haar hand en zei: 'Sta op'... en zij
stond op! 'Kom met mij mee,' zei hij en,
gelijke tred met hem houdend, liep zij de meer
dan tien meter naar zijn stoel.
Kasturi rende naar de microfoon en kondigde aan:
'Mevrouw Anderson, die al jaren niet meer kon
lopen, is genezen! Zij is opgestaan uit haar
rolstoel op Baba's bevel en haar benen zijn weer
perfect.'
Alle devotees waren overweldigd door vreugde en
hun geloof en vertrouwen in God werden op deze
manier enorm versterkt.
Toen
Baba ongeveer 45 jaar oud was, begon zijn haar
grijs te worden. Baba liet dit onverschillig,
maar dat gold niet voor sommige van zijn
studenten. Zo klaagde een van hen tegen zijn
klasgenoten: 'Hebben jullie gezien dat het haar
van Swamiji grijs wordt? Een mooie Avatar. Hij
kan niet eens zijn haar zwart houden!'
Toen dit gebeurde, was Baba in zijn ashram
Brindavan in Whitefield. Die avond ging hij naar
het studentenhuis - zoals hij wel vaker deed -
om wat te praten met de studenten en op een
gegeven moment riep hij de betreffende student
naar voren. Toen deze voor hem stond, zei Baba:
'Kijk eens naar mijn haar. Wordt het hier en
daar grijs?' en toen de jongen ja knikte,
schudde Baba een paar keer zijn hoofd heen en
weer en zei: 'Kijk nu eens!' en tot
ieders verbazing was er geen enkele grijze haar
meer te zien.
In de loop der jaren hebben veel bezoekers hem
gevraagd waarom hij zo'n enorme bos met haar
heeft, maar daar is hij nooit echt op ingegaan.
Een feit is dat hij opvalt door zijn haar, net
als door zijn kleurige kafni's. Reeds van verre
is hij heel eenvoudig te ontdekken in een
menigte en dat vinden de devotees prettig.
Er zijn ook mensen die denken dat hij een pruik
draagt. Daarom heeft hij op een keer iemand die
beslist weigerde te geloven dat het echt was, zo
hard als hij kon aan zijn haar laten trekken.
Hij slaagde er niet in ook maar
één haar uit Baba's hoofd te
trekken.
Alleen
maar om het geloof van een student te
versterken, liet Baba zijn haar weer zwart
worden. Ook uit het volgende verhaal blijkt dat
iedereen, zonder ook maar een uitzondering,
belangrijk is voor Baba.
Professor Frank Baranowski, een Amerikaan, was
gespecialiseerd in het onderzoek van aura's - de
banden van energie die het menselijk lichaam
omgeven en die sommigen kunnen zien - en via
zijn aura liet Baba hem kennismaken met zijn
onmetelijke liefde.
Baranowski was in die tijd werkzaam aan de
Universiteit van Arizona en hij was een expert
in de fotografie van het biomagnetisch
stralingsveld. Hij had de aura's van talloze
mensen, onder wie veel als heilig beschouwde
mannen en yogi's uit India, gefotografeerd en
vervolgens geïnterpreteerd. Voor het
fotograferen gebruikte hij de uiterst gevoelige
Kirlian-camera. Deze camera, genoemd naar haar
Russische uitvinder, registreert de velden en de
kleuren van de aura die zich rond een mens
bevindt en die gewoonlijk niet zichtbaar is voor
het blote oog. Het is overigens meer een soort
röntgenapparaat dan een camera. Baranowski
las verscheidene boeken over Sai Baba. Hij was
op dat moment bezig met het schrijven van een
boek over reïncarnatie en daardoor was hij
geïnteresseerd in Baba's mededeling dat hij
dezelfde was als Shirdi Sai Baba. Hij vroeg Baba
schriftelijk om een voorwoord te schrijven voor
zijn boek. Hij was zelfs zo vriendelijk om hem
een percentage van zijn royalties voor dat boek
aan te bieden. Baba beantwoordde zijn brief
niet, maar gaf hem enige tijd later een
bijzondere ervaring. Tijdens Kerstmis 1977 was
Baranowski te gast in een huis waar ook bhajans
werden gezongen. Niet gewend aan een dergelijke
wijze van Kerstmis vieren, trok hij zich terug
in een kamer boven. Hij zat daar rustig in die
donkere kamer toen hij werd opgeschrikt doordat
een kaars op tafel plotseling ging branden. De
heldere vlam verlichtte een afbeelding van Sai
Baba die er vlakbij stond.
Hij begreep niet, wie die kaars kon hebben
aangestoken. Hij was immers alleen in de kamer
en er was beslist niemand binnengekomen. Hij
staarde naar Baba's foto en deze bracht veel in
hem teweeg. Baba leek in hem binnen te dringen
en hem te wenken. Voor een man van de wetenschap
was dit voorval absoluut onverklaarbaar.
Nog lang na deze ervaring bleef hij aan Baba
denken en op een gegeven moment besloot hij naar
India te gaan. De eerste keer dat hij daar
arriveerde, zag hij Baba op het balkon van zijn
huis in Brindavan. Hij was sprakeloos bij het
zien van de omvang en de kleuren van Baba's
aura. Uitgestrekte, brede banden wit en roze
stroomden uit hem - wit, de kleur van energie,
en roze, de kleur van de liefde. En wat hem
vooral verbaasde, waren de banden van goud en
zilver die zich uitstrekten tot aan de horizon.
Hij had nog nooit eerder dergelijke banden
gezien, ofschoon hij wist dat ze in theorie
bestonden. Voor het eerst zag hij iemand met een
gouden aura, stralend goud, die golfde en
straalde zoals zonnestralen op het water. Het
was voor hem adembenemend. Bijna een week lang
sloeg hij Baba gade op het terrein van de ashram
Brindavan en wat hij zag, verwoordde hij later
als volgt: 'Er stroomde zoveel energie en zoveel
liefde uit hem. Het roze omringde de mensen,
ging hun lichamen binnen en kwam weer naar
buiten. Zijn aura breidde zich uit, strekte zich
uit naar en vulde de ruimte in één
massa of wolk van roze. Het was allemaal energie
in de vorm van liefde die uit hem stroomde. Er
wordt zoveel van zijn energie door de mensen
opgenomen. Het stroomt gewoon uit hem naar de
mensen en die nemen het allemaal in zich
op.'
Iedereen
heeft een aura en soms heeft zo'n aura een
opvallende kleur, maar Baranowski wist dat een
dergelijke kleur roze, zulke brede banden roze
iets zeer buitengewoons waren en dat iemand
alleen zo'n aura kon hebben wanneer hij of zij
onbeperkt lief had, liefde verspreidde en
uitdrukte, liefde verwoordde en liefde was. In
een van zijn publicaties vertelde hij verder dat
Baba's aura ook zeer uitgestrekte blauwe banden
bevatte voorbij het wit en dat deze minstens
tweemaal zo omvangrijk waren als die van een
gewoon mens. Vervolgens waren deze weer omringd
door roze. Een aura is blauw wanneer iemand vol
liefde is en deze wordt roze wanneer die liefde
geuit wordt. Hij legde uit dat er vijf
verschillende kleurschakeringen in aura's waren,
die respectievelijk fysieke, psychische, morele,
spirituele en intellectuele aspecten aanduidden.
Deze aura's konden alle wetenschappelijk worden
verklaard, maar de aura die hij om Sai Baba heen
zag, ging volgens hem elke verklaring te boven.
Baranowski vertelde aan iemand dat Baba's aura
het omvangrijkst was wanneer er bhajans werden
gezongen. Dan omringde het roze de zingende
mensen in de tempel volledig en het strekte zich
zelfs nog verder uit. Letterlijk zei hij: 'Ik
kan geen wetenschappelijke verklaring vinden
voor dit unieke verschijnsel. De liefde die hij
ontwikkelt, omhult jullie. Zijn liefde gaat bij
jullie naar binnen. Zo velen van jullie trekken
zijn energie aan... Zijn energie lijkt oneindig,
net zoals zijn liefde. Een gewoon menselijk
wezen zou zoveel activiteit niet kunnen
overleven nadat zovelen zoveel uit hem hebben
gehaald.'
Op een dag zag hij Baba tijdens darshan praten
met een klein meisje dat invalide was en in een
rolstoel zat. Later schreef hij: 'Sai Baba's
aura werd enorm toen hij haar omringde met zijn
goedheid, en zijn liefde stroomde uit hem en in
het meisje.'
Nadat hij in Baba's ogen had gekeken, schreef
hij: 'Sai Baba's ogen gloeiden ook vanbinnen met
een schittering als van een diamant. Ik heb heel
wat bruine ogen gezien, maar nog nooit die
zó vanbinnen kunnen gloeien en gloeien
deden ze! Hij is liefde... Hij is precies wat
hij beweert te zijn: een belichaming van
liefde.' En later voegde hij daar nog aan toe:
'In mijn land is het moeilijk iemand als God te
accepteren, want dat is niet wetenschappelijk.
Wanneer ik zeg dat ik heb gekeken in het gezicht
van God wiens ogen het licht laten zien, dan zet
ik mijn wetenschappelijke reputatie op het spel
en mijn collega's zullen misschien denken dat ik
gek geworden ben. Maar dat kan mij niets
schelen. Want naar mijn mening en op grond van
mijn proefnemingen is Sri Sathya Sai Baba,
blijkens zijn aura, precies wat hij zegt te zijn
en wat hij jullie allemaal vraagt om te zijn.
Hij is liefde, zuivere en eenvoudige liefde. Hij
is liefde op twee benen. Zulke onzelfzuchtige
liefde is niets anders dan goddelijkheid.' Als
tastbare herinnering materialiseerde Baba voor
hem een gouden ring met negen edelstenen. En
ondanks alles wat hij nu ervaren had, was hij
verbluft: 'Het gebeurde vlak voor mijn ogen, die
toch wetenschappelijk getraind zijn. Het is
ongelooflijk dat hij, met gebruikmaking van
energie, een geschenk van goud kan
maken.'
|