VAHINI'S
INHOUD
BABABOOKS



 

 
 


14. Bezoek aan Afrika

HET LEVEN VAN SATHYA SAI BABA

 

 

Naar aanleiding van vele verzoeken besloot Sai Baba in juli 1968 een kort bezoek te brengen aan Oost-Afrika. Een reis per vliegtuig over die eindeloze zee vond zijn moeder een bijzonder slecht idee. 'Veel te gevaarlijk,' was haar mening. De zee was immers bevolkt met gevaarlijke dieren zoals zeeslangen, haaien en walvissen. Aanvankelijk deed Baba er nog een schepje bovenop door haar te vertellen dat er in Afrika tot voor kort nog menseneters waren, maar daarna stelde hij haar weer snel gerust. Wanneer hij haar plaagde, deed hij dat alleen om haar horizon te verbreden en haar geloof te versterken.
'Er kan mij niets gebeuren. Als er gevaar was, zou ik dan Indulal Shah (
14) en Kasturi meenemen?'
Dit stelde haar enigszins gerust, maar toch nog niet volledig. Zij ging naar Kasturi voor meer informatie en deze vertelde haar dat er in Oeganda, Tanzania en Kenya schitterende natuurreservaten waren waar zij in het wild levende leeuwen, olifanten, bizons, nijlpaarden en struisvogels zouden kunnen zien. Nu had zij dergelijke dieren achter tralies gezien in de dierentuin van Mysore en deze mededeling van Kasturi stelde haar daarom beslist niet gerust. Zij waarschuwde Kasturi en later ook Baba herhaalde malen om toch vooral niet te dicht bij de leeuwen te komen en om de ramen van de auto dicht te houden.
Tijdens Baba's verblijf in Afrika logeerde zijn moeder bij een devotee in Bombay en vandaaruit belde zij hem enkele malen op om te horen of alles in orde was. En toen hij terugkwam, stond zij hem op te wachten op het vliegveld van Bombay.
Het verblijf in Afrika duurde van 30 juni tot 14 juli en het grootste deel van die tijd brachten Baba en zijn medereizigers door in Oeganda.
Op 30 juni rond het middaguur kwamen zij aan op het vliegveld van Nairobi waar zij werden verwelkomd door duizenden
belangstellenden. Vandaar ging het per auto over een afstand van 650 kilometer naar Kampala, de hoofdstad van Oeganda. Toen zij daar om half twee 's nachts arriveerden, bleek de bevolking overal in de straten bloemenbogen te hebben neergezet en spandoeken te hebben opgehangen om hen welkom te heten. Voor de bungalow van dr. Patel - waar Baba zou logeren stonden tweeduizend devotees hen op te wachten. Bhajans klonken op in de nacht en Sai Baba gaf de zozeer verlangde darshan.
In de dagen daarna gaf hij geregeld darshan en verscheidene malen gaf hij interviews in de bungalow van dr. Patel. Hij sprak Engels en Hindi met de leden van de Indiase gemeenschap, maar met de oorspronkelijke bewoners sprak hij in hun eigen landstaal, het Swahili. Tijdens de interviews materialiseerde hij vibhuti, ringen en medailles met de afbeeldingen van Jezus, goeroe Nanak, Zarathoestra en zichzelf. Talloze zieken, doven, blinden, verlamden en andere gehandicapten riep hij bij zich en enkelen genas hij.
Op 3 juli vertrokken zij met twee kleine vliegtuigjes van het vliegveld van Entebbe. Zij vlogen over het Victoria Meer en het Serengeti National Park en landden in de Ngorongoro krater. Overal waar Baba komt, willen de devotees hem van alles laten zien - en dat was nu dus ook het geval - maar Baba heeft er geen behoefte aan om plaatsen te zien. Hij is overal, altijd. Hij was naar Afrika gekomen om zijn taak uit te voeren, om de eenheid te propageren, en niet om het land te zien. Om de devotees te plezieren en om hun iets te leren, voldoet hij vaak aan hun verzoek. In de krater zagen zij op een gegeven moment een leeuwin naar een groepje giraffen lopen. Onmiddellijk begonnen de vogels de giraffen te waarschuwen en deze waarschuwden op hun beurt de buffels, zebra's en gnoes. Binnen enkele seconden waren zij alle in de verte verdwenen. Baba wees de anderen op deze wederzijdse dienstverlening. De mens prijst de voordelen van wedijver in de strijd om het bestaan, maar het dier leert hem samenwerking en dienstverlening als de ideale methode om te overleven. Na het bezoek aan de krater gingen zij naar Nairobi , waar zij nog enkele dagen bleven.
Terug in Kampala hield Baba verscheidene toespraken die ook op de televisie werden uitgezonden zodat de gehele bevolking kennis kon nemen van zijn leringen. Ook gaf hij weer vele interviews, deze keer met name aan een groot aantal hoogwaardigheidsbekleders. In 1968 was Milton Obote president van Oeganda en generaal Idi Amin was de chef-staf van het leger. Deze laatste kreeg van Baba een privé-interview. Toen reeds adviseerde Baba Indiase devotees die in Oeganda woonden om het land spoedig te verlaten. Hij waarschuwde dat alle Indiërs binnen vier jaar gedwongen zouden worden om Oeganda overhaast te verlaten. Zij zouden dus beter nu reeds kunnen vertrekken, temeer daar zij dan hun wereldse goederen zouden kunnen meenemen. Weinigen volgden toen zijn advies op. In 1971 nam het leger onder leiding van generaal Amin de macht over. In 1972 kondigde deze af dat alle vijftigduizend Aziaten binnen drie maanden het land moesten hebben verlaten.
Aanvankelijk was het Baba's bedoeling geweest om op 10 juli de dag van de goeroe, Gurupurnima - terug te keren naar Bombay, maar op dringend verzoek stelde hij zijn vertrek nog enkele dagen uit. Op die dag verzamelden zich 25.000 mensen voor het zingen van bhajans en meer dan twee uur lang liep Baba tussen de rijen door waarbij hij ieder een handvol snoep en een pakje vibhuti gaf. Op een van de laatste dagen van hun verblijf in Oeganda brachten zij een bezoek aan het Murchison Falls National Park en maakten zij een tocht per motorboot over de Nijl. Onderweg naar het park reed de chauffeur van de auto waarin Kasturi en twee anderen zaten, veel te hard en in een bocht sloeg de auto over de kop. Hij kwam voor de deur van een ziekenhuis tot stilstand en daar werden alle vier de inzittenden behandeld aan snijwonden en dergelijke. De auto waarin Baba zat, was op dat moment al zo'n vijftig kilometer verder en Baba zei tegen de andere inzittenden: 'De tweede auto heeft problemen. Zij zullen hun reis voortzetten in een taxi.' Toen zij tenslotte per taxi arriveerden, deed Baba onmiddellijk vibhuti op de grote snee die Kasturi in zijn voorhoofd had en materialiseerde hij voor hem en de anderen zalf en tabletten. Tijdens hun tocht over de Nijl zagen zij nijlpaarden, olifanten en honderden krokodillen. Zij konden goed zien hoe de krokodillen hun bek opensperden om vogeltjes de gelegenheid te geven hun tanden te reinigen van parasieten en rottende voedselresten. Ook nu wees Sai Baba de anderen op deze vorm van wederzijdse dienstverlening.
Op 14 juli werden zij door duizenden mensen uitgeleide gedaan op het vliegveld van Entebbe. Via Nairobi vlogen zij terug naar Bombay waar zij werden opgewacht door meer dan tienduizend devotees.

Slechts een week na zijn terugkeer uit Afrika wijdde Baba het Sri Sathya Sai Arts and Science College for Women in Anantapur in. Zijn moeder was hier erg blij mee. In de loop der jaren had zij geleerd het vooroordeel dat het onvrouwelijk zou zijn om te studeren, los te laten en er kwam een tijd dat zij het betreurde dat zij nooit had leren lezen en schrijven. 'Swami, je hebt hier goed aan gedaan!' zei zij tegen Baba. 'Vrouwen moeten even goed geschoold zijn als mannen. Wanneer het ene dier moedig en vlug is en het andere is laf en zwak, hoe kan de wagen die zij samen trekken dan vooruit komen?'
Baba vertelde haar dat hij reeds twee jaar eerder besloten had dat er een dergelijk college moest komen. Tot dan toe moesten de meisjes van de plaatselijke High School for Girls die na hun middelbare school verder wilden studeren, daarvoor helemaal naar Tirupati of Kurnool. Voortaan konden zij in Anantapur zelf verder studeren. Scholing voor vrouwen is even belangrijk als voor mannen. Baba zegt dat vrouwen en mannen in wezen gelijk zijn, maar dat zij ieder hun eigen rol in de samenleving hebben. Mannen zullen in het algemeen hun scholing gebruiken voor het verkrijgen van een goede baan en een goed inkomen. Dat is belangrijk, want zij zorgen voor voedsel, kleding en onderdak voor hun gezin. Vrouwen zijn verantwoordelijk voor het leven op aarde. De opvoeding van de kinderen is in eerste instantie hun taak. Intellectuele en spirituele scholing van vrouwen leidt tot intelligentere echtgenotes en betere moeders. Tijdens de opening van het college zei Sai Baba in zijn toespraak: 'Moge dit college generaties edele moeders vormen die zullen leven overeenkomstig dharma en die helden zullen verwekken die zijn vervuld van toewijding tot God en gehechtheid aan de waarheid.' Opvoeding moet leiden tot zelfvertrouwen, mededogen, respect voor de gehele schepping, liefde, verdraagzaamheid, plichtsbesef, zelfverloochening, onderscheidingsvermogen en het besef dat alles één is. Karakter is belangrijker dan intellect. Wanneer de moeder een goede opleiding heeft gehad en haar taak serieus neemt, zullen de kinderen opgroeien tot volwassenen die slechts denken aan het welzijn van de gehele maatschappij en die hun talenten in dienst willen stellen van allen. Baba benadrukt dan ook, dat moederschap de kostbaarste gave is van God.
Het is Baba's aard om te onderwijzen, om de goddelijkheid die in de mens aanwezig is, naar boven te halen en hij zal alle middelen aanwenden die hij daarvoor nodig acht. En het oprichten van colleges was er daar één van. Het was zijn bedoeling om in alle deelstaten van India twee colleges op te richten die later campussen zouden worden van een nog op te richten Universiteit. Het eerstvolgende college zou er een voor jongens zijn en zou worden gevestigd in de nieuwe ashram Brindavan.

Ruim twintig kilometer ten oosten van Bangalore, in de buurt van de dorpen Kadugodi en Whitefield, was in datzelfde jaar 1968 namelijk ook de ashram Brindavan gesticht. Vanaf die tijd zou Baba de hete maanden van het jaar, maart en april, vaak daar doorbrengen. In Puttaparthi kwam de temperatuur in deze maanden soms boven de vijftig graden Celsius, maar in Brindavan was het een stuk koeler.
De naam van de ashram houdt verband met het leven van Krishna. Deze bracht zijn jeugd door in Gokul en Brindavan en in de bossen rond Brindavan speelde hij in zijn jeugd en op de weiden hoedde hij de koeien. Dit landschap is het symbool van het altijd groene hart van de devotee, waar de Heer vol vreugde speelt en daarom gaf Baba deze ashram de naam 'Brindavan'.
Een jaar na de stichting van deze ashram werd er het college voor jongens gevestigd en werd er een studentenhuis gebouwd. Enkele jaren later werd er ook een eenvoudig ziekenhuis gebouwd en er kwamen enkele gebouwen om devotees te huisvesten. Meer dan twintig jaar heeft Baba daar darshan gegeven onder een grote boom. De devotees werden beschermd tegen zon, regen en stenengooiende apen door een dak van golfplaten dat rond de boom onder het bladerdak was aangebracht. Op een gegeven moment werd de stroom bezoekers zo groot dat de beschikbare ruimte niet meer voldeed. De boom werd omgehakt en er werd een grote hal gebouwd, de Sai Ramesh Hall.

Omstreeks deze zelfde tijd verzocht Easwaramma om in de ashram te mogen komen wonen en Baba vond dit goed. Zij kreeg een kamer met keuken en badkamer in een gebouw achter de tempel en zij was daar heel gelukkig. Wonen in het dorp was voor haar een steeds grotere opgave geworden naarmate haar ideeën veranderden. Zij was in de loop der jaren steeds verder af komen te staan van het gewone leven in het dorp met zijn schandaaltjes en roddels en zijn sterke verdeling in kasten. Zij was opgevoed met de overtuiging dat de mensen door God waren ingedeeld in kasten en dat die indeling onveranderlijk was. Toen Baba tegen haar zei: 'Er is slechts één kaste, de kaste van de mensheid,' was zij aanvankelijk geschokt. Maar geleidelijk ging zij haar mening aanpassen en zij was verrukt wanneer Baba haar vroeg hem te helpen bij het uitdelen van sari's aan de vrouwen van de laagste kaste, de onaanraakbaren. Dergelijke vrouwen aanraken of in haar huis uitnodigen was veel moeilijker. De andere dorpelingen zouden haar uitstoten wanneer zij dit taboe zou doorbreken. Op een keer vertelde Baba haar dat Mahatma Gandhi een nieuwe naam had bedacht voor deze paria's. Hij noemde hen harijans, hetgeen 'kinderen van God' betekent. En hij vervolgde: 'Dus ben jij ook een harijan! Er bestaat overal maar één kaste, de kinderen van God.'
Toen zij dit volledig aanvaard had, was voor haar het moment gekomen om het dorp te verlaten en haar plaats in te nemen onder de devotees die permanent in Prasanthi Nilayam woonden. Dit belette haar niet om zich zo nu en dan nog zorgen te maken over haar Sathya. Zo kon men haar soms horen klagen over de duizenden bezoekers: 'Waarom laten zij hem niet met rust. Hij slaapt niet en hij eet niet genoeg. Zij geven alleen maar om zichzelf.' Of zij fluisterde tegen een van de andere vaste bewoners van de ashram: 'Hij houdt niet van wat zij koken. Hij vindt alleen wat ik kook lekker. Daarom eet hij niet!'
Zij wist al heel lang wie haar zoon werkelijk was, maar soms was maya (illusie) sterker en had de moeder in haar verdriet.
Overigens is het een feit dat Sai Baba heel weinig eet. Duizend calorieën per dag is wel het maximum en vaak is het minder. Maar hij is niet de enige in India die weinig eet. Er zijn in dat land miljoenen mensen die moeten leven van weinig voedsel. Eens, het was in 1966, heeft Baba zelfs 36 dagen lang niets anders gegeten of gedronken dan een glas karnemelk per dag. Baba zegt dat wij dat beslist niet moeten doen. Wi j moeten onze zintuigen niet verwennen, maar wij moeten ons lichaam ook niet pijnigen op welke manier dan ook. Bovendien werkt zijn lichaam niet precies hetzelfde als dat van ons. Als Baba dat wil, heeft zijn lichaam geen voedsel nodig terwijl hij toch voldoende energie heeft om gewoon verder te werken. Normaal eet hij vaak sangti (rijst en meel tezamen gekookt), net als in zijn jeugd, gecombineerd met wat groente. Bovendien eet hij fruit en drinkt hij vruchtensap of kokosnootmelk.
Tientallen jaren had Baba de gewoonte van het kauwen op pan. Pan bestaat met name uit betel-bladeren en -noten en is goed voor de spijsvertering. Wanneer iemand pan kauwt, is dat goed te zien, want het sap kleurt de lippen helder rood. Nu adviseerde hij devotees om de slechte gewoonte van het gebruik van tabak op te geven terwijl hij zelf op pan kauwde. Ofschoon het gebruik van tabak en dat van pan beslist niet hetzelfde is, is hij op een gegeven moment, waarschijnlijk om het goede voorbeeld te geven, gestopt met het kauwen op pan.
Maar niet alleen het gebruik van tabak is schadelijk; dat geldt ook voor alcohol en drugs. En ook grote hoeveelheden koffie en thee zijn schadelijk voor lichaam en geest. Alcohol vernietigt het menselijke in de mens. Het bindt hem aan zijn lichaam en leidt hem weg van God. Sommige mensen denken dat men door het gebruik van drugs onmiddellijk zelfverwerkelijking kan bereiken. Maar de drugservaring is van voorbijgaande aard en leidt niet tot daadwerkelijk inzicht. Bovendien brengen drugs schade toe aan de hersenen en aan de spirituele vermogens. Roken is een verslavende gewoonte die bovendien de oorzaak is van een aantal ziekten. Wanneer Sai Baba iemand wijst op een slechte gewoonte, zal hij dat doorgaans vol liefde doen en zonder dat anderen ervan horen. Maar zo nodig gebruikt hij hardere methoden.
Op de eerste dag van de zomerschool in Brindavan in 1973 - op het onderwerp 'zomerschool' zal verderop nog worden ingegaan - waarschuwde Baba alle aanwezigen dat er geen plaats was voor degenen die rookten, alcohol dronken, vlees aten of andere slechte gewoonten hadden. Nu bevond zich onder de studenten een kettingroker en deze jongeman slaagde er niet in zich te houden aan deze regel. Daarom riep Baba hem bij zich en berispte hem ernstig. Hoewel de jongeman zich afvroeg hoe Baba wist dat hij toch rookte, beloofde hij dat hij het niet meer zou doen. Maar op een ochtend werd zijn verlangen naar een sigaret zo sterk dat hij voor aanvang van de lezingen ongemerkt wegglipte. Zonder dat iemand hem zag, rookte hij snel een sigaret achter de koeienstal en keerde vervolgens terug naar de bijeenkomst. Toen Baba daar aankwam, wees hij op de betreffende student en zei, zo dat allen het konden horen: 'Hij heeft niet alleen verkeerd gehandeld door te roken, maar hij heeft zijn belofte gebroken en dat is een veel ernstiger fout.' Omdat de jongeman zich door Baba gekleineerd voelde in het bijzijn van zijn medestudenten, antwoordde hij vol ingehouden woede: 'Ik heb mijn woord niet gebroken. Dat zweer ik.'
Om hem niet onnodig pijn te doen, zei Baba lachend: 'Ik wil ook niet dat je je woord breekt, mijn beste.' En hij vervolgde: 'Goed, ik geef je een beloning.' Hij maakte een draaiende beweging met zijn hand en er verscheen een foto.
De student, die Baba's ware aard nog niet had herkend, maar dacht dat hij slechts over enige occulte gaven beschikte, meende dat hij hem had overtuigd van zijn gelijk en dat Baba vanwege de lieve vrede nu voor hem een foto van zichzelf of van de een of andere godheid materialiseerde. Terwijl alle studenten toekeken, stak hij zijn hand uit om de beloning in ontvangst te nemen. Toen klonken er van alle kanten uitroepen en de student in kwestie begon te huilen. Wat was het geval? Op de foto die Baba hem overhandigde, stond hijzelf afgebeeld, rokend achter de koeienstal, alles precies zoals de situatie slechts enkele minuten daarvoor was geweest!
De student vroeg Baba vergiffenis en deze keer kwam zijn berouw recht uit zijn hart.

Vóór er behoorlijk geoutilleerde ziekenhuizen waren in Puttaparthi en Brindavan - maar ook daarna nog wel - werden er zo nu en dan medische kampen georganiseerd om grote aantallen mensen te behandelen. Begin 1968 werd daarmee begonnen in Puttaparthi. Die eerste keer ging het om het behandelen van mensen met oogziekten. Tien dagen lang werkten honderden artsen, verpleegsters en andere vrijwilligers in dit Optical Diseases Diagnosis and Treatment Camp. Er werden vierduizend mensen onderzocht en er werden meer dan duizend operaties uitgevoerd. Het ging voor een groot gedeelte om mensen met staar en een eenvoudige operatie was in die gevallen voldoende om hun het gezichtsvermogen terug te geven. Van alle kanten kwamen blinden en slechtzienden, begeleid door familieleden, naar Puttaparthi waar zij liefdevol werden opgevangen en verzorgd door devotees.
Op deze manier geeft God de mens de gelegenheid om Hem te dienen. Men moet zijn leven in dienst van God stellen door het dienen van zijn medeschepselen. Dat is het belangrijkste wat men in het leven kan doen. Natuurlijk moet men werken om geld te verdienen voor zijn levensonderhoud, maar men moet niet werken om het geld, maar om te dienen. Dat is de juiste instelling. Bovendien moet men proberen enkele uren per week vrij te maken voor belangeloze, onbetaalde dienstverlening, bijvoorbeeld in een bejaardentehuis of ziekenhuis, of bij de opvang van vluchtelingen of daklozen. Wanneer men dienstbaar is zonder enig eigenbelang, zal men een diepe vreugde ervaren. Dienen moet het gevolg zijn van zuivere, goddelijke liefde.

'Om de deugdzamen te beschermen, om boosdoeners te vernietigen en om rechtvaardigheid op een stevig fundament te vestigen, incarneer ik in ieder tijdperk.'
Met deze woorden, die Krishna tot Arjuna sprak (
15), begon Sai Baba zijn toespraak ter gelegenheid van zijn 42ste verjaardag. En hij vervolgde:

'Steeds wanneer ashanti of disharmonie de wereld overwoekert, zal de Heer in menselijke gedaante verschijnen om de methoden ter verkrijging van prashanti of vrede vast te stellen en de menselijke samenleving te heropvoeden in de wegen naar vrede. (...) De Avatar gedraagt zich op een menselijke manier zodat de mensheid verwantschap kan voelen, maar hij stijgt tot zijn bovenmenselijke hoogten zodat de mensheid kan streven naar het bereiken van diezelfde hoogten, om door dat streven hem daadwerkelijk te bereiken. Je realiseren dat de Heer in je de motivator is, is de taak waarvoor Hij in menselijke gedaante verschijnt. Avatars als Rama en Krishna moesten een of meer individuen doden die herkend konden worden als vijanden van de dharmische (rechtschapen) levenswijze, om daardoor de naleving van de deugdzaamheid te herstellen. Maar nu, in deze tijd, bestaat er niemand die volledig goed is, dus wie verdient de bescherming van God? Iedereen is bezoedeld met slechtheid; wie zal het dan overleven wanneer de Avatar voor vernietiging zou kiezen? Daarom ben ik gekomen om op verschillende manieren de buddhi, het onderscheidingsvermogen, te corrigeren. lk moet raad geven, helpen, bevelen, veroordelen en bijstaan als vriend en begunstiger van allen zodat zij kwade neigingen opgeven en wanneer zij het juiste pad herkennen, zij het ook opgaan en het doel bereiken. lk moet aan de mensheid de waarde openbaren van de veda's en de shastra's en andere spirituele teksten die de normen vastleggen.'

Baba eindigde met de woorden:

'Velen aarzelen te geloven dat de omstandigheden beter zullen worden, dat het leven voor allen gelukkig en vol vreugde zal zijn en dat het gouden tijdperk zal terugkeren. Laat mij jullie verzekeren dat dit goddelijke lichaam niet tevergeefs is gekomen. Het zal erin slagen de crisis die de mensheid teistert, af te wenden.'

In deze toespraak sprak hij ook over de wonderen die hij deed en hij benadrukte dat zijn wonderen voortkomen uit goddelijke kracht. Zij hebben niets te maken met magie. God kan alles! Zij hebben niet tot doel mensen naar hem toe te trekken, weg van de aanbidding van zijn andere namen en vormen. Er is geen reden om ons naar hem toe te trekken, want hij is van ons en wij zijn van hem, of men dat nu prettig vindt of niet. Hij gebruikt deze kracht ook niet om mensen rijker te maken; hij gebruikt hem alleen om geloof en vertrouwen te versterken. Door middel van zijn wonderen toont hij dat hij alomtegenwoordig, almachtig en alwetend is. Maar belangrijker dan deze kenmerken is zijn vermogen om onbeperkt zuivere liefde voort te brengen. Hij handelt slechts uit liefde, want hij is liefde.
Het volgende verhaal is hiervan een goede illustratie.
Op de ochtend van zijn verjaardag werd hij door de devotees in processie van de tempel naar een grote tijdelijke hal gebracht. Er waren twintigduizend mensen aanwezig in deze ruimte; studenten reciteerden vedische mantra's en er werden bhajans gezongen. Sai Baba nam plaats op de zilveren stoel op een verhoging en net als andere jaren nodigde hij enkele devotees uit om enige druppels olie op zijn hoofd te sprenkelen, zijn moeder als eerste. Kasturi hield een kom met olie in zijn handen en de devotees doopten daar een bloem in. Op het moment dat Indra Devi als laatste olie sprenkelde, zag Baba mevrouw Anderson uit de Verenigde Staten in haar rolstoel zitten. Zij droeg de sari die hij haar, net als alle andere buitenlandse vrouwen, de dag ervóór had geschonken. Zij kon niet lopen en bracht een groot deel van haar tijd in het ziekenhuis van de ashram door. Baba wendde zich tot Kasturi, wees voorzichtig naar de betreffende vrouw, die een meter of tien van hen af zat, en zei: 'Die vrouw in de rolstoel zal gelukkig zijn wanneer je met de kom naar haar toegaat om haar een bloem in de olie te laten dopen die dan daarna op mijn hoofd kan worden gelegd.'
Voor hij zich kon omdraaien, hield Baba hem echter tegen en zei: 'Wacht! Ik zal zelf naar haar toegaan.' Hij stond op en alle aanwezigen rekten hun hals uit om te zien wat er gebeurde. Bij de vrouw aangekomen hield Kasturi haar de kom en de bloem voor en Baba boog zijn hoofd. Stralend doopte zij de bloem drie keer in de olie en drie keer liet zij enkele druppels op zijn haar vallen. Na de derde keer pakte Baba haar hand en zei: 'Sta op'... en zij stond op! 'Kom met mij mee,' zei hij en, gelijke tred met hem houdend, liep zij de meer dan tien meter naar zijn stoel.
Kasturi rende naar de microfoon en kondigde aan: 'Mevrouw Anderson, die al jaren niet meer kon lopen, is genezen! Zij is opgestaan uit haar rolstoel op Baba's bevel en haar benen zijn weer perfect.'
Alle devotees waren overweldigd door vreugde en hun geloof en vertrouwen in God werden op deze manier enorm versterkt.

Toen Baba ongeveer 45 jaar oud was, begon zijn haar grijs te worden. Baba liet dit onverschillig, maar dat gold niet voor sommige van zijn studenten. Zo klaagde een van hen tegen zijn klasgenoten: 'Hebben jullie gezien dat het haar van Swamiji grijs wordt? Een mooie Avatar. Hij kan niet eens zijn haar zwart houden!'
Toen dit gebeurde, was Baba in zijn ashram Brindavan in Whitefield. Die avond ging hij naar het studentenhuis - zoals hij wel vaker deed - om wat te praten met de studenten en op een gegeven moment riep hij de betreffende student naar voren. Toen deze voor hem stond, zei Baba: 'Kijk eens naar mijn haar. Wordt het hier en daar grijs?' en toen de jongen ja knikte, schudde Baba een paar keer zijn hoofd heen en weer en zei: 'Kijk nu eens!' en tot ieders verbazing was er geen enkele grijze haar meer te zien.
In de loop der jaren hebben veel bezoekers hem gevraagd waarom hij zo'n enorme bos met haar heeft, maar daar is hij nooit echt op ingegaan. Een feit is dat hij opvalt door zijn haar, net als door zijn kleurige kafni's. Reeds van verre is hij heel eenvoudig te ontdekken in een menigte en dat vinden de devotees prettig.
Er zijn ook mensen die denken dat hij een pruik draagt. Daarom heeft hij op een keer iemand die beslist weigerde te geloven dat het echt was, zo hard als hij kon aan zijn haar laten trekken. Hij slaagde er niet in ook maar één haar uit Baba's hoofd te trekken.

Alleen maar om het geloof van een student te versterken, liet Baba zijn haar weer zwart worden. Ook uit het volgende verhaal blijkt dat iedereen, zonder ook maar een uitzondering, belangrijk is voor Baba.
Professor Frank Baranowski, een Amerikaan, was gespecialiseerd in het onderzoek van aura's - de banden van energie die het menselijk lichaam omgeven en die sommigen kunnen zien - en via zijn aura liet Baba hem kennismaken met zijn onmetelijke liefde.
Baranowski was in die tijd werkzaam aan de Universiteit van Arizona en hij was een expert in de fotografie van het biomagnetisch stralingsveld. Hij had de aura's van talloze mensen, onder wie veel als heilig beschouwde mannen en yogi's uit India, gefotografeerd en vervolgens geïnterpreteerd. Voor het fotograferen gebruikte hij de uiterst gevoelige Kirlian-camera. Deze camera, genoemd naar haar Russische uitvinder, registreert de velden en de kleuren van de aura die zich rond een mens bevindt en die gewoonlijk niet zichtbaar is voor het blote oog. Het is overigens meer een soort röntgenapparaat dan een camera. Baranowski las verscheidene boeken over Sai Baba. Hij was op dat moment bezig met het schrijven van een boek over reïncarnatie en daardoor was hij geïnteresseerd in Baba's mededeling dat hij dezelfde was als Shirdi Sai Baba. Hij vroeg Baba schriftelijk om een voorwoord te schrijven voor zijn boek. Hij was zelfs zo vriendelijk om hem een percentage van zijn royalties voor dat boek aan te bieden. Baba beantwoordde zijn brief niet, maar gaf hem enige tijd later een bijzondere ervaring. Tijdens Kerstmis 1977 was Baranowski te gast in een huis waar ook bhajans werden gezongen. Niet gewend aan een dergelijke wijze van Kerstmis vieren, trok hij zich terug in een kamer boven. Hij zat daar rustig in die donkere kamer toen hij werd opgeschrikt doordat een kaars op tafel plotseling ging branden. De heldere vlam verlichtte een afbeelding van Sai Baba die er vlakbij stond.
Hij begreep niet, wie die kaars kon hebben aangestoken. Hij was immers alleen in de kamer en er was beslist niemand binnengekomen. Hij staarde naar Baba's foto en deze bracht veel in hem teweeg. Baba leek in hem binnen te dringen en hem te wenken. Voor een man van de wetenschap was dit voorval absoluut onverklaarbaar.
Nog lang na deze ervaring bleef hij aan Baba denken en op een gegeven moment besloot hij naar India te gaan. De eerste keer dat hij daar arriveerde, zag hij Baba op het balkon van zijn huis in Brindavan. Hij was sprakeloos bij het zien van de omvang en de kleuren van Baba's aura. Uitgestrekte, brede banden wit en roze stroomden uit hem - wit, de kleur van energie, en roze, de kleur van de liefde. En wat hem vooral verbaasde, waren de banden van goud en zilver die zich uitstrekten tot aan de horizon. Hij had nog nooit eerder dergelijke banden gezien, ofschoon hij wist dat ze in theorie bestonden. Voor het eerst zag hij iemand met een gouden aura, stralend goud, die golfde en straalde zoals zonnestralen op het water. Het was voor hem adembenemend. Bijna een week lang sloeg hij Baba gade op het terrein van de ashram Brindavan en wat hij zag, verwoordde hij later als volgt: 'Er stroomde zoveel energie en zoveel liefde uit hem. Het roze omringde de mensen, ging hun lichamen binnen en kwam weer naar buiten. Zijn aura breidde zich uit, strekte zich uit naar en vulde de ruimte in één massa of wolk van roze. Het was allemaal energie in de vorm van liefde die uit hem stroomde. Er wordt zoveel van zijn energie door de mensen opgenomen. Het stroomt gewoon uit hem naar de mensen en die nemen het allemaal in zich op.'

Iedereen heeft een aura en soms heeft zo'n aura een opvallende kleur, maar Baranowski wist dat een dergelijke kleur roze, zulke brede banden roze iets zeer buitengewoons waren en dat iemand alleen zo'n aura kon hebben wanneer hij of zij onbeperkt lief had, liefde verspreidde en uitdrukte, liefde verwoordde en liefde was. In een van zijn publicaties vertelde hij verder dat Baba's aura ook zeer uitgestrekte blauwe banden bevatte voorbij het wit en dat deze minstens tweemaal zo omvangrijk waren als die van een gewoon mens. Vervolgens waren deze weer omringd door roze. Een aura is blauw wanneer iemand vol liefde is en deze wordt roze wanneer die liefde geuit wordt. Hij legde uit dat er vijf verschillende kleurschakeringen in aura's waren, die respectievelijk fysieke, psychische, morele, spirituele en intellectuele aspecten aanduidden. Deze aura's konden alle wetenschappelijk worden verklaard, maar de aura die hij om Sai Baba heen zag, ging volgens hem elke verklaring te boven. Baranowski vertelde aan iemand dat Baba's aura het omvangrijkst was wanneer er bhajans werden gezongen. Dan omringde het roze de zingende mensen in de tempel volledig en het strekte zich zelfs nog verder uit. Letterlijk zei hij: 'Ik kan geen wetenschappelijke verklaring vinden voor dit unieke verschijnsel. De liefde die hij ontwikkelt, omhult jullie. Zijn liefde gaat bij jullie naar binnen. Zo velen van jullie trekken zijn energie aan... Zijn energie lijkt oneindig, net zoals zijn liefde. Een gewoon menselijk wezen zou zoveel activiteit niet kunnen overleven nadat zovelen zoveel uit hem hebben gehaald.'
Op een dag zag hij Baba tijdens darshan praten met een klein meisje dat invalide was en in een rolstoel zat. Later schreef hij: 'Sai Baba's aura werd enorm toen hij haar omringde met zijn goedheid, en zijn liefde stroomde uit hem en in het meisje.'
Nadat hij in Baba's ogen had gekeken, schreef hij: 'Sai Baba's ogen gloeiden ook vanbinnen met een schittering als van een diamant. Ik heb heel wat bruine ogen gezien, maar nog nooit die zó vanbinnen kunnen gloeien en gloeien deden ze! Hij is liefde... Hij is precies wat hij beweert te zijn: een belichaming van liefde.' En later voegde hij daar nog aan toe: 'In mijn land is het moeilijk iemand als God te accepteren, want dat is niet wetenschappelijk. Wanneer ik zeg dat ik heb gekeken in het gezicht van God wiens ogen het licht laten zien, dan zet ik mijn wetenschappelijke reputatie op het spel en mijn collega's zullen misschien denken dat ik gek geworden ben. Maar dat kan mij niets schelen. Want naar mijn mening en op grond van mijn proefnemingen is Sri Sathya Sai Baba, blijkens zijn aura, precies wat hij zegt te zijn en wat hij jullie allemaal vraagt om te zijn. Hij is liefde, zuivere en eenvoudige liefde. Hij is liefde op twee benen. Zulke onzelfzuchtige liefde is niets anders dan goddelijkheid.' Als tastbare herinnering materialiseerde Baba voor hem een gouden ring met negen edelstenen. En ondanks alles wat hij nu ervaren had, was hij verbluft: 'Het gebeurde vlak voor mijn ogen, die toch wetenschappelijk getraind zijn. Het is ongelooflijk dat hij, met gebruikmaking van energie, een geschenk van goud kan maken.
'


 

  |  

 
 
 


 
 


VAHINI'S
INHOUD
BABABOOKS