'Sai Baba geeft antwoord op diverse vragen 
die U bezig houden'

 

 

 

 

Hoofdstuk 14: Tapas
(vrijwillig aanvaarden van zekere beperkingen 
in materieel opzicht 
met het oog op geestelijke vooruitgang)

[dit hoofdstuk in het Engels]

 

 

Tapah, sauca, dayâ, sathya: 
Versobering, reinheid, mededogen en waarheidliefde, [tapah, sauca, dayâ, sathya] zijn de poten die het tijdperk van de waarheid vestigden [Sathya Yuga, de 'oude tijd'], maar door goddeloosheid zijn drie ervan gebroken in trots, teveel omgang met vrouwen en de zucht zich te bedwelmen. 
[
SB; C1:17-24]
Sathya (waarheidliefde), 
Dharma (je religieuze plichten doen), 
Prema (liefde voor alle levende wezens) en 
Ahimsa (geweldloosheid)  

 

 

V. Kan men het Atma realiseren en, zoals U zegt, met dit fysieke lichaam, samengesteld uit de vijf elementen, opgaan in de pranava? Kan het Atma gescheiden worden van het lichaam? Hoe vindt dit plaats? 
A. De mens kan door meditatie (dhyana) en andere disciplines en door het reciteren van de pranavamantra, het Atma ontdekken en het isoleren van het lichaam. Het is zoiets als boter winnen uit gestremde melk, olie uit sesamzaad, water uit de diepe ondergrond en vuur uit hout. 
Karnen, samenpersen, uitpersen, boren, ronddraaien, dit zijn de bewerkingen die vereist zijn, dat is alles. Wat plaats vindt is het scheiden van het Atma uit het lichaam, het verdwijnen van het geloof dat het lichaam het Atma of het Zelf is. 

V. Swami, vele ouderen en wijzen zeggen dat we het individuele Zelf (Jivatma) moeten visualiseren als het hoogste Zelf (Paramatma); dat we dat gevoel, die overtuiging moeten aankweken. Hoe is dat mogelijk?
A. Waarom denk je dat het moeilijk is? Is het niet gemakkelijker om waarheid te spreken dan onwaarheid? Je bestempelt nu onwaarheid als waarheid en dat is de bron van allerlei problemen. Accepteer de realiteit dat Jivatma en Paramatma identiek zijn, dan wordt alles eenvoudiger. Zie allereerst in dat het Atma, het Jivatma, onafhankelijk is van het lichaam. Dit kun je bijvoorbeeld door meditatie (dhyana) bereiken. Zoals geur te scheiden is van de bloem, suiker van het riet, goud van de rots, zo moet je het Atma scheiden van het fysieke lichaam. Dan kun je door middel van geestelijke verdieping (nididhyasana) en onder meer door eenpuntig gerichte reflectie en meditatie, je een beeld vorman van het Jivatma als één met het Paramatma. Dat is de vervulling van spirituele discipline (tapas), het uiteindelijke nirvana - bevrijding van het rad van wedergeboorte. 

V. Wat is tapas precies Swami?
A. Het betekent het einde van de activiteiten van de zinnen; men moet ze alle beheersen. Er moet geen spoor zijn van verlangen of begeerte. Om Brahman te bereiken is inspanning vereist, onophoudelijk verlangen naar dat doel. Het moet tot uitdrukking komen in matig eten en slapen. Er gaat worsteling mee gepaard om het uiteindelijke doel te bereiken. Zulke tapas noemt men sattvisch

V. Wat is dan rajasische tapas? 
A.
Zij die alleen het lichaam onder ascetische tucht stellen, zonder tevens te leren daarbij de zinnen te beteugelen en de emoties te beheersen, doen slechts rajasische tapas. Ze bestuderen het wezen van het Zelf (Atmatattva) niet, noch mediteren zij erop. Ze leggen de nadruk op fysieke ascese.  

V. Er moet ook tamasische tapas zijn. 
A.
Zo is het. Het gunstig stemmen van de Goden ter verkrijging van gunsten met behulp waarvan verlangens in de wereld kunnen worden bevredigd, noemt men tamasische tapas. Alleen die tapas is goed die tot doel heeft tot God te komen, de realisatie van Brahman, het bereiken van de hoogste wijsheid. Alleen die vorm van tapas wordt aanbevolen door de Shastra's. De rest brengt de mens op een dwaalspoor, leidt hem van het doel af. Slechts deze tapas verdient die naam. De andere zijn tamas, geen tapas. Tapas betekent hitte. De hitte verbrandt de zonde en reduceert alle karma tot as.

V. In de Shastra's lezen we dat de rishi's in hun ashrams beschikten over iets als de steen der wijzen (het chintamani-juweel), de wensvervullende boom (kalpavriksha), en de hemelse koe van overvloed (kamadhenu), die hen in staat stelden alles wat ze wensten te verkrijgen. Ik begrijp niet waarom ze dan tapas zouden doen. Kunt U mij dit uitleggen?  
A.
Denk er goed over na. Je zult dan inzien dat chintamani geen juweel, kalpavriksha geen boom en kamadhenu geen koe is. Het zijn allemaal namen voor de vruchten van tapas. Het zijn krachten die de mens die tapas beoefent vanzelf toevallen. Al wat hij wenst, wordt gerealiseerd. Dit heet kalpavrikshasiddhi. Het beheersen van alle verlangens heet kamadhenusiddhi. Wat is chintamanisiddhi? Het is het stadium waarin je geen zorgen of mentale onrust (chinta) kent, het stadium waarin alle leed is uitgebannen. Wanneer er aan chinta een eind komt en de allerhoogste ananda (vreugde) is bereikt, spreekt men van chintamanisiddhi. Gedachten, woord en daad moeten vrij worden van chinta.  

V. Wat wordt bedoeld met mentale tapas? 
A.
Wees gedisciplineerd in spreken, ontwikkel zuiverheid van gevoel, breng nederigheid in praktijk, laat je gedachten steeds vervuld zijn van het Brahmatattva. Dit zijn de kenmerken van mentale tapas.

V. En fysieke tapas? 
A.
Ook die is op zijn manier goed. Eerbied voor ouders, geestelijke leiders, heiligen en wijzen en voor God, leidt tot zuiverheid. Geweldloosheid, medegevoel met alle wezens en oprechtheid dragen alle bij tot fysiek welzijn, gezondheid en heelheid. Door mentale tapas ontstaat zuiverheid van geest. Verbale controle op tapas leidt tot zuiverheid van spreken. Door deze drie worden de kostbare schatten kamadhenu, kalpavriksha en chintamani verkregen. Het zijn alle verworvenheden, geen koeien, bomen of juwelen.

V. Zijn er mensen geweest die Brahmatattva en dharmatattva bereikt hebben dankzij hun succes in tapas? Wilt U zeggen wie het zijn? 

 

Zie ook: SB, Canto 3, Hoofdstuk 28 tot 33]


A.
Kapila-mahamuni realiseerde Brahmatattva;
Jaimini-mahamuni bereikte dharmatattva
Nârada werd een Brahmarishi
Bhagiratha (zie
Ramakatha Rasavahini 7a) bracht de heilige Ganges op aarde; (zie ook SB Canto 5-17)
Gouthama haalde de Godavari-rivier over om op aarde te komen;
Valmiki (zie
Ramakatha Rasavahini 13a) realiseerde de kracht van de Râmamantra en was in staat de Ramayana te schrijven; 
Gargi (de huispriester van de Yadus; zie
SB Canto 10-8) was gevestigd in brahmacharya en 
Sulabha in spirituele wijsheid, allen door tapas alleen. Maar waarom zou ik het ene na het andere voorbeeld aanhalen? Door tapas gaan zelfs Brahmâ en Rudra (= Shiva in zijn vernietigend aspect) samenwerken. 

V. Swami, is het noodzakelijk dat men in een hoge kaste geboren wordt om deze staat te bereiken? Of is sadhana voldoende?
A. Kaste zonder karakter is van geen enkele waarde, het is slechts een nietszeggend etiket. Sadhana zonder karakter als basis is als de reis van een blinde. Moraal, deugd, karakter, deze zijn van vitale betekenis. Met deze waarden als basis zal sadhana, als dit volgens de regels van het gekozen pad wordt uitgevoerd, zeker met succes worden bekroond. Maar je moet wel de volgende essentiële waarschuwing in acht nemen: er mag geen plaats zijn voor luiheid, alleen omdat geboorte in een kaste (jati) niet belangrijk is.  Normen van moraal (niti) groeien ook door jati en om ze aan te kweken is het bewustzijn van jati belangrijk en nuttig. Als men echter door de verdiensten, verzameld in vorige levens, de schat van deugdzaamheid bezit, hoeft men aan jati niet al teveel betekenis toe te kennen. Alleen zij die in vorige incarnaties yoga beoefend hebben en het proces niet konden afronden, zullen die voortreffelijke uitgangspositie hebben. Hoofdzaak is de niti te verwerven die voor de jati is voorgeschreven; ontwikkel de jati met niti en werk jezelf op tot een hoge graad van bekwaamheid en volheid, met een hoge morele standaard in je leven.
Voor een bepaald gedeelte van het pad van sadhana en spiritualiteit zullen zowel jati als niti helpen. De
guna's zullen door deze beide veredeld worden.

V. Daarom zullen er mensen zijn die door verdiensten uit vorige levens Goddelijkheid bereikt hebben. Kunt U enkele voorbeelden noemen?
A. Beste man, probeer niet de bron van de rivier of de herkomst van een rishi te ontdekken. Ze zijn misscien helemaal niet indrukwekkend. Wees tevreden met wat ze je te bieden hebben. Hun ervaringen zijn het waardevolst. Laat je door hen inspireren tot soortgelijke inspanningen. Als je op zoek gaat naar het begin, verlies je de vitale kern uit het oog, maar omdat je de vraag hebt gesteld zal ik het je vertellen.
Vyâsa is geboren uit een vissersgeslacht, S'aunaka was uit het Sunaka-geslacht, Agastya (zie: SB 6:18-5,6) werd geboren in een pot, Vishvamitra was een ksatriya, Sota was uit de vierde kaste. Het waren deugdzame en goede mensen die hun blik steeds gericht hielden op de morele normen van hun jati en niti, die alles verzaakten en trouw bleven aan hun ideaal, zich te bevrijden uit de cyclus van geboorte en dood en de illusie van fysieke waarden, zoals beheersing van de zinnen (sanjaya), zich voorstaan op waarheid (sathyakama) en vele andere. 
Mijn beste man, volledige inzet, onderscheidingsvermogen (viveka), spirituele discipline (tapas): deze kwalificeren de mens voor de hoogste staat. Zonder reinheid van de inwendige organen kan geen mens, hoe hoog zijn kaste ook is, het allerhoogste bereiken. Als inferieur koper aan goud wordt toegevoegd verliest de legering aan waarde. Zoals zuiver goud een mengsel wordt door het contact met koper, zo wordt aan het universele (
virat-rupa), het inferieure ego toegevoegd aan deze eindeloze kringloop van geboorte en dood (samsara). De virat-rupa wordt getransformeerd in de Jivi
Wat moet er nu worden gedaan om het zuivere goud, het wezenlijke (tattva), terug te krijgen? Door spirituele discipline (tapas) en een juiste levenswijze (vrata), door het hoger bewustzijn (buddhi) te reinigen, moet de oorspronkelijke staat weer worden hersteld. Je wast je voeten nadat je door de modder gelopen hebt. Ook van de geest moet het slijk van gehechtheid aan objecten worden afgewassen. Alleen
jnana kan de zaden van gehecht-zijn verbranden, zodat ze niet meer ontkiemen. Daarom zal de persoon die de schat van jnana bezit, gemakkelijk tot bevrijding komen.

 

 

Zie ook:
Bhagavad Gîtâ, Hoofdstuk 13: De Yoga van het Onderscheid
(3) Zeker behoor je Mij te zien als de kenner van het veld in alle velden, o zoon van Bharata; dat wat zowel van het veld is als van de kenner van het veld is ware kennis in Mijn visie.

 

    

Inhoudsopgave    
Woordenlijst Prasnottara